Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een welgemeende raad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een welgemeende raad

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , Zoekt de Heere en leeft" Amos 5:6a.

Amos, de profeet des Heeren, ontmoet een schare, die zich met talrijke offeranden en gaven opmaakt naar de heilige plaatsen. Zij gaan naar Bethel, Gilgal en Berseba. Tot hen moet Amos het doen horen: „Zoekt de Heere en leeft."

Velen hebben zich reeds afgewend met de gedachte, dat de profeten des Heeren toch nooit anders dan kwaad te boodschappen hebben, maar anderen vragen zichzelf af: „Zoeken wij dan de Heere niet? " Ze menen indtj^aad de Heere te zoeken. Maar het is niet anders dan eigenwillige godsdienst. Het is niet om de Heere Zef te doen, maar zij offeren en geven opdat zij er beter van mochten worden.

Amos verkondigt het hun nu, in deze woorden, dat zij de Heere niet zoeken en niet leven, en geeft hun een welgemeende raad in dit tekstwoord.

Van nature is er niemand, die de Heere zoekt.

God zag van de hemel neer of er één was, die naar Hem zocht. Allen zij z(ij afgeweken, tesamen derven zij de heerlijkheid Gods. Wij hebben de Heere verlaten met een eeuwige verlating en zullen nooit meer naar Hern vragen. De mens, die eenmaal leefde in de gunst en gemeenschap f '\ zijn Schepper en Formeerder, - r God geschapen, opdat hij eeuvsig zou leven om Hem te loven en te prijzen. '

Maar, wü hebben de dood gekozen boven het leven. Wü zijn uit de gunst en gemeenschap Gods neergestort in de dood, dood in zonden en misdaden. Wy liggen vertreden in ons bloed, in het vlakke des velds. Nu zal dat zoeken van de Heere alleen zijn, daar waar God levend maakt in waarachtige wederbaring, De ziele die God zoekt, is reeds van Hem gevonden

God zoekt de zielen, eer zij Hem zoeken konden.

In elk zoeken is een gemis verklaard, welnu zulk een zoekende ziel mist God, leert kennen de scheiding tussen God en zichzelf. Door de liefde Gods in het hart uitgestort, wordt er een brandend zieleheimwee geboren naar de Heere en Zijn gemeenschap. Daar is een achteraan wenen van de Heere, een Hem nodig hebben bij elke trede en stap, in de afhankelijkheid en tederheid van het leven, uit God geboren. Hij mag bij ogenblikken in het verborgene zijn knieën buigen en verkwikking des harten ontvangen in het uitschreien van zijn ziel, vanwege de smart in t gevoel van het Godsgemis. Nederzittende onder het geklank van Gods Woord en Getuigenis, mag hij zijn naam wel eens horen noemen, maar het is vreemd als hij het volk des Heeren hoort spreken over armoede en strijd. Hij meent van kracht tot kracht voort te gaan en zo voor God in Sion te verschijnen. Hij leert de zonde haten en vlieden, zeggende: Gaat henen uit, wat heb ik met u te doen? Hij wil ze wel met wortel en tak uitroeien en begeert heilig voor God te leven. Hij meent gewilligheid te bezitten en moet in ontdekkende genade leren, minder zonde doen en groter zondaar worden, ja, een vijand te zijn van Gods goddelijke zaken. Waar God de zonden ordelijk gaat voor ogen stellen, in de zonde van dadelijkheid en nalatigheid, wordt de breuk tussen God en de ziel steeds groter.

Daar leert hij alle gronden verliezen, want van zichzelf is hij geen God-zoeker, maar een rustzoeker en maakt van zijn tranen, gestalten een fundament en nu zegt de Heere, zegt de kinderen Israels, dat zij voorttrekken en ontdekt hen aan hun verlorenheid in hun verbondshoofd Adam. Hij wil uit de vruchten leven en nu gaat hij niet verloren, maaï ligt reeds verloren. Buiten de Heere is geen leven maar een eeuwig zielsverderf. Hij heeft niet tegen Jezus gezondigd in het paradijs, maar tegen God overtreden en leert hij God kennen als een heilig en rechtvaardig God, die met de zonde geen gemeenschap kan oefenen en die van Zijn recht geen afstand kan doen. Elke zoeker moet terug tot de plaats waar het verlies is geleden en nu leidt God in in de bondsbreuk in Adam. God kwijt, dat is alles kwijt. God te moeten missen en niet te kunnen missen, dat is de smart van zulk een ziel.

^an de gerechtigheid Gods kan niet genoeg gedaan worden. Van de akker des harten is in eeuwigheid geen vrucht te verwachten. Bij tijden is het een wonder, dat de Heere zulk een, die zijn weg zo verdorven heeft, nog spaart en draagt, ja verdraagt in Zijn lankmoedigheid,

S.

P. J. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1948

De Banier | 8 Pagina's

Een welgemeende raad

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1948

De Banier | 8 Pagina's