Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jouw vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jouw vragen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag die deze keer beantwoord wordt, leeft waarschijnlijk bij heel veel mensen. Bij jongeren en ouderen. Natuurlijk, de meesten zullen het niet hardop zeggen, maar heimelijk denk je toch wel eens: God maakt het maar moeilijk, terwijl het leven zo leuk kan zijn...

„Waarom zou ik moeilijk doen over bekering, terwijl je zo kunt genieten van het leven?"

Ik wou u graag een vraag stellen. Waarom staat er in de Bijbel „Bekeert u, bekeert u, want waarom zoudt ge sterven ?", terwijl je je eigen toch niet kunt bekeren. Soms denk ik wel eens: Waarom ga je je leven zo moeilijk maken door zo te leven? Terwijl je zo kunt genieten van het leven?

Als ik je goed begrijp zie je een tegenstelling tussen bekering en genieten van het leven. Je ziet het leven der genade als iets dat je alle vreugde ontneemt, dat je het jezelf heel erg moeilijk maakt en erg somber wordt. Deze gedachtengang wil ik radicaal ontzenuwen. Het leven met God is geen leven van droefheid en somberheid en naarheid.

Denk aan de vierde psalm: „Gij hebt mij in het hart meer vreugde gegeven dan anderen smaken in de tijd." Als de moorman terugreist naar zijn vaderland, leest hij in de boekrol van Jesaja, maar verstaat er niets van. Totdat Filippus zich bij hem voegt en hem uitlegt dat het in Jesaja 53 over de Heere Jezus gaat.

De moorman laat zich daarop dopen, de Heere neemt Filippus weg en wat lees je dan van de moorman? Dat hij neerslachtig was? Dat hij geen uitzicht meer had? Neen! Hij reisde zijn weg met blijdschap (Hand. 8). En toen de stokbewaarder van Filippi tot bekering gekomen was, kwam toen de zwaarmoedigheid in zijn leven?

Dat moge onze gedachte zijn, maar de Schrift leert ons anders: „en verheugde zich dat hij met al zijn huis aan God gelovig geworden was" (Hand. 16). Zo zouden we nog talloze voorbeelden kunnen noemen. Het zal duidelijk zijn dat de Heere ons in Zijn Woord nergens zegt dat Zijn dienst naar en akelig is.

Niets mag meer
Hoe komt het dan dat we deze gedachte zo vaak hebben? Dat we denken dat bekering inhoudt dat we a niet meer mogen en b verboden is en c niet hoort. Zou dat niet een beeld zijn dat de boze ons voorhoudt om ons maar van Gods dienst af te houden?

Als we naar de kerk gaan en altijd de boodschap horen van de noodzaak van wedergeboorte, zal hij ons niet influisteren dat we niet bekeerd behoeven te worden, maar hij zal je wel influisteren dat je dan niets meer mag en zo'n somber leven hebt, dat je bekering maar zo lang mogelijk moet uitstellen.

Je moet nu eenmaal bekeerd worden, maar het allermooiste zou zijn om op je sterfbed bekeerd te worden. Dan heb je een mooi leven en het loopt toch goed met je af. Dat is natuurlijk wel erg krap, om het daar op aan te laten komen. Stel bekering dan maar uit totdat je een jaar of vijftig bent, dan is het vroeg genoeg om ernstig te worden.

Aldus de duivel. Het is leugentaal! Er is geen kind van God die terug zou willen naar het oude leven zonder Hem. Wil je nog langer de leugens van deze leugenaar geloven? Denk je nog dat hij het goede met je voor heeft? Hij is zo door en door gemeen! Hij zegt dat hij je veel vreugde wil geven, maar hij heeft maar één bedoeling: je voor eeuwig in de hel te brengen.

Wel droefheid
Kent een christen dan geen droefheid? Zeker wel! Als we zien tegen Wie we zondigen. Als we bemerken hoe koud ons hart is. Als we iets van het karakter van de satan gewaar worden. Als we gevoelen dat we niet kunnen geloven. Als we gaan bespeuren dat we geneigd zijn om God te haten.

Als we tot onze grote teleurstelling gaan inzien dat zelfs onze beste werken de schuld elke dag groter maken en dat God genoeg reden heeft om ons om onze meest ernstige gebeden voor eeuwig te verdoemen. Als we nooit kunnen zijn die we moeten zijn, dan wordt ons hart bedroefd, zeer bedroefd. Is dat niet strijdig met de liefdedienst? Nee, droefheid en vreugde gaan samen in het leven der genade. Hoe dieper de smart, hoe dieper de verheuging.

Geen vreugde zonder droefheid. En toch geldt dat in de droefheid over onze zonde meer vreugde ligt dan in de vreugde van deze wereld. Toen de verloren zoon weer thuis kwam, begonnen ze vrolijk te zijn. Met andere woorden: Toen hij in het vergelegen land met zijn vrienden de feestzalen liet druisen van de muziek en zei: Laat ons vrolijk zijn, heeft hij nooit die vreugde en vrolijkheid gehad die hij nu thuis bij zijn vader ontvangt.

God een leugenaar?
Het tweede dat ik in jouw vraag opmerk is dit: Je hoort de eis van bekering, je kunt je niet bekeren en nu kun je wel een heleboel moeite doen, maar dat is allemaal tevergeefs. Bedenk eens goed wat je hiermee zegt. Je zegt ermee dat God een leugenaar is als Hij in Zijn Woord verklaart dat de zoeker vindt en de klopper opengedaan wordt.

Het schijnt mij toe dat hier de gedachte achter zit dat je tóch niet bekeerd wordt. En als je dan toch niet tot bekering komt, kun je net zo goed wat meer van het leven genieten. Dan heb je tenminste toch nog wat. Deze gedachte heb ik echter nergens in de hele Bijbel kunnen vinden. Als jij mij deze gedachte aan kunt wijzen, mag je terugschrijven en moet ik mijn mening herzien.

Ik lees in de Bijbel wel dat de Heere zegt dat we altijd bidden moeten en niet vertragen. Opnieuw bespeur ik de influistering van de boze. Wat is hij toch vreselijk machtig als hij tegen jou zegt dat al je kerkgaan, je bidden, je bijbellezen toch niet helpt. Denk je nu werkelijk dat de Heere dat zegt? Ik weet wel dat je jezelf niet bekeren kunt. Maar je kunt een heleboel wel.

En als de Heere ons opwekt om al deze middelen ter hand te nemen, zou het dan werkelijk zo zijn dat Hij dat doet om ons een onaangenaam leven te bezorgen? De God van de Schrift is er niet op uit om mensen te kwellen, maar Hij heeft geen lust in de dood van de goddeloze! Hij wacht om genadig te zijn. Hij heeft Zijn handen uitgebreid tot een wederstrevig volk.

Jíj wilt niet
Jij meent dat God vreselijk onwillig is om mensen te behouden en dat je met heel veel bidden nog maar weinig kans hebt dat je gered wordt. Maar ik wenste wel dat je het vanaf vandaag anders gaat zien. Dat je gaat beseffen dat jij niet wilt en dat jij alles doet om uit Gods hand te blijven. Wat zijn je gebeden verschrikkelijk.

Eigenlijk zijn al je gebeden om bekering niets anders dan verklaringen aan God hoe gewillig jij wel bent en aanklachten tegen God hoe onwillig Hij wel is. Je staat Hem constant te beschuldigen. Je voelt jezelf zo goed en zo beklagenswaardig. Als God maar eens half zo goed wilde als jij, dan zou het allang goed gekomen zijn.

Je vraagt aan mij om je vraag serieus te beantwoorden. Je zou misschien verwachten dat ik naast je kwam zitten en je gelijk zou geven in het lot dat over je leven gekomen is. Je hoopt misschien wel dat ik met je mee ga klagen over die harde God. Je verlangt misschien wel dat ik de dienst van de boze dan toch nog te verkiezen acht boven de nare dienst van de Heere.

Ik neem jouw vraag uiterst serieus. Dat betekent dat ik al de klachten over God maak tot aanklachten tegen jezelf.

God bidt ons
In Openb. 3:20 lezen we dat God klopt op de deur van ons hart. Wij denken vaak dat wij God moeten bidden, en dat is ook wel zo, maar hier staat het anders. Hier staat dat God ons bidt. Wij denken vaak dat God moet beginnen en dat is ook wel zo, maar hier staat dat God begonnen is.

Hier staat niet dat God nog gewillig moet worden, maar dat wij eindelijk eens al onze onwil verliezen en niet langer de deuren van ons hart vergrendelen. Dat we alle weerstand verliezen en ons gewonnen geven aan Zijn genadeheerschappij.

Wees nu eens eerlijk: Moet de Heere nog meer doen in je leven? Durf je dat tegen Hem te zeggen? Heeft Hij je niet in een christelijk gezin geboren doen worden? Heeft Hij niet genoeg gewaarschuwd? Heeft Hij niet genoeg gelokt? Heeft Hij niet genoeg voorgesteld wat het leven met Hem inhoudt? Als je toch eens zou zien wie wij zijn tegenover de Heere, dan zou je je wel zo ontzaglijk schamen wegens al je slechte gedachten over Hem.

Dan zie je dat het alles precies anders is dan je altijd meende. Dan leer je dat de schuld bij jezelf ligt. Dan voel je hoezeer je de Heere misdaan hebt. Dan roep je uit: Ik heb tegen U, ja U alleen misdreven, ik heb gedaan wat kwaad is in Uw ogen; dies ben ik Heere, Uw gramschap dubbel waardig. Je beaamt met de verloren zoon: Ik ben niet waardig Uw zoon (dochter) genaamd te worden.

Genieten
Een derde gedachte zie ik in je vraag opgesloten. Als je het zoeken van bekering stelt tegenover vreugde in het leven dan betekent dat, dat je denkt dat een kind van God niet van de schone dingen van deze aarde genieten kan. Of het moet zo zijn dat je je verheugt in datgene wat zondig is.

Wees eens eerlijk: Van welke dingen geniet jij? Zijn dat soms de dingen die de Heere in Zijn Woord zonde noemt?... Ik hoop dat je nu heel erg schrikt! Er is geen tegenstelling tussen het leven van Gods genade en het genieten van de schone gaven van God.

Het is nog sterker: Juist door Gods genade gaan we weer echt genieten van de schone schepping. Juist door Gods genade ga je genieten van het leven met de vrouw (man) die je liefhebt. Juist door God genade ervaar je iets van vreugde op school of in je werk. Juist door Gods genade komt er op alle dingen van het leven een aangename glans te liggen.

Een christen is een nieuw schepsel en alles is nieuw geworden. Je hoort de vogels anders fluiten dan voorheen. Je kijkt anders aan tegen de grassprietjes. Je geniet van de bloemenpracht en bewondert de Schepper daarin. Het leven met God is niet alleen op zondag, maar het doortrekt je hele leven. Het stempelt de omgang met de medemens. Het verlicht zware zorgen. Het werkt door in de familie-omstandigheden.

Hoe lang nog?
Beste vriendin, je bent 15 jaar oud. Dat is al 15 keer 365 dagen zonder God... Dat is al 15 keer 365 keer 24 uren tegen God... Hoe lang wil je nog met dit leven van bitter verzet tegen de Heere doorgaan?? Je wilt blijdschap. De hemel is een volheid van vreugde in God. Op aarde krijgen Gods kinderen daarvan een klein beetje te ervaren, opdat het verlangen naar de Heere nog sterker zou worden. Zal het ook van jou gelden: „Komt in, in de vreugde uws Heeren"?

Ds. W.van Vlastuin

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 oktober 1994

Terdege | 84 Pagina's

Jouw vragen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 oktober 1994

Terdege | 84 Pagina's