Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een weloverwogen keus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een weloverwogen keus

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het komende kursusjaar zullen veel leerlingen weer een vakkenpakket moeten kiezen. Anderen zullen inmiddels hun pakket gekozen hebben en op weg naar het eindexamen zijn. Zij zullen hun keus waar moeten maken. Bovendien eist het naderen van de eindstreep, dat ze zich bezinnen op de vraag: verder leren of gaan werken? Daarbij is de samenstelling van het vakkenpakket van grote betekenis.

Door het pakket zijn mogelijkheden afgesneden en liggen andere open.

Al met al redenen om dit weloverwogen te doen. We willen daar samen over nadenken.

Een ideaal vakkenpakket? Veel leerlingen (en ouders) weten direkt het antwoord te geven: Nederlands, twee moderne vreemde talen, twee exacte vakken zoals wiskunde, natuurkunde en een economisch vak. Naar hun stellige overtuiging kun je dit het beste kiezen omdat je er in de maatschappij alle kanten mee op kunt.

Dit laatste mag dan wel een kern van waarheid bevatten, zeker is dat het eerste niet waar is. Lang niet iedere leerling is met een dergelijk pakket gediend. Velen zullen zondermeer zakken als ze deze keuze doen. Voor hen is het pakket te zwaar; anders gezegd het pakket sluit niet aan bij hun gaven en talenten.

We moeten dus vaststellen dat maatschappelijk gezien een bepaald pakket ideaal kan zijn, zonder dat dit goed is voor een leerling.

In plaats van een ideaal vakkenpakket is het daarom beter te spreken over een kansrijk pakket. Daarmee bedoelen we dan een pakket, dat zo goed mogelijk aansluit bij de capaciteiten en interessen van de leerling en bovendien nog zoveel mogelijk wegen naar de toekomst open houdt. Uitgaande van deze omschrijving kunnen zeer verschillende pakketten kansrijk genoemd worden. Omdat ieder leerling verschillend is, is er dus verschil in pakketkeuze mogelijk. En iemand die bij zijn pakketkeuze gestreefd heeft naar het samenstellen van een kansrijk pakket mag niet verweten worden een pretpakket gekozen te hebben, hoe de samenstelling van dit pakket ook zijn moge. Helaas - en dat moet ook gezegd worden - zijn er leerlingen die liever lui dan moe zijn en dat ook in hun pakketkeuze laten blijken.

Ieder is uniek

„We zijn allemaal mensen." Deze woorden worden nogal eens gebruikt om aan te geven dat we allen dezelfde fouten maken, dezelfde gebreken hebben. Het wordt dan gezegd om ons daarmee te verontschuldigen. De Bijbel zegt ook dat we mensen met fouten en gebreken zijn. Alleen dat gegeven wordt dan niet als een soort excuses gebruikt. De Bijbel velt over alle mensen hetzelfde oordeel! Het zijn allen zondaren en daarmee Gods oordeel waard.

Dat wil zeggen dat we in het licht van Gods Wet allen tekort schieten. Niemand uitgezonderd. Alle mensen zijn gelijk als we moeten antwoorden op de vraag of we leven tot Gods eer. Allen schieten het doel van hun schepping voorbij; allen zijn zondaren, er is geen verschil!

Tegelijkertijd spreekt de Schrift ervan dat ieder mens uniek is. Iedere leerling dus ook. Lees 1 Kor. 7 er maar eens op na. waar staat: „Ieder mens heeft zijn eigen gave van God, de een wel aldus, maar de ander alzo." Ieder mens heeft dus zijn eigen gaven en talenten ontvangen. Daarin is groot onderscheid. De een heeft meer intellektuele gaven, terwijl de ander meer met de handen presteert; een derde is erg goed in het omgaan met mensen. Tot de gaven moeten we ook de persoonlijkheid en de karakterstruktuur rekenen. En wat een verschillen zie je daar.

In het toedelen (dat wil zeggen: geven en onthouden!) toont de Heere Zijn wijs bestuur. Wij zien dat meestal niet en wat we ervan zien, bekijken we door een verduisterde bril. Hoe vaak beoordelen we de mate waarin iemand gaven heeft ontvangen niet aan de hand van de leerprestaties en het onderwijstype waar iemand gebruik van maakt? Een LBOleerling wordt (vaak onbewust) minder hoog aangeslagen als een HAVO-leerling.

Leerlingen, ouders en leerkrachten zijn daar maar al te veel toe geneigd. Helaas. Bij gaven en talenten gaat het echt om meer dan alleen de leerprestaties.

De Heere vraagt ons om te woekeren met die gaven. Dat wil zeggen dat niet het eindresultaat als zodanig het belangrijkste is. maar veelmeer de manier waarop het resultaat tot stand gekomen is! Met veel of met weinig inzet. Zij die luieren schieten schromelijk tekort. Wees getrouw in je werk. Dat vraagt de Heere van ons en daarvoor zullen we eens verantwoording af moeten leggen. Daarvoor heb je hulp en kracht van boven nodig. Alleen in Zijn kracht — die Hij door genade aan zondaren wil schenken — kun je op de juiste manier woekeren met je talenten.

Drie vragen

Wil je serieus zoeken naar een antwoord op de vraag, wat voor jou het meest kansrijke pakket is, dan moet je proberen een antwoord te geven op drie vragen:

- wat wil ik? - wat kan ik? - wat mag ik?

De eerste vraag houdt verband met je belangstelling. Voor sommige leerlingen is dat zondermeer duidelijk. Zij willen een bepaald beroep gaan uitoefenen, bijvoorbeeld politieagent of verpleegkundige. Vaak zijn ze geneigd hun pakketkeuze helemaal te richten op dit beroep. Toch kan dit gevaarlijk zijn. Hoewel ik waardering kan hebben voor die jongelui die recht op een doel afgaan, wil ik — heel in het algemeen — waarschuwen tegen een eenzijdige interesse en pakketkeuze. Er kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor het werken in dit beroep onmogelijk wordt.

Je kunt bijvoorbeeld een handicap krijgen, waardoor het werk als politieagent onmogelijk wordt. Als je een pakket moet gaan kieken is het beter te zoeken naar een of meerdere sektoren waar je belangstelling naar uitgaat. Met een sektor duiden we bijvoorbeeld alle beroepen in de agrarische wereld aan. Vaak zijn de pakketeisen binnen zo'n sektor bijna gelijk. Om nu te weten welke sektoren je interesseren, is het belangrijk je grondig te oriënteren.

Gebruik het materiaal, dat op school aangereikt wordt. Bezoek de open dagen en praat met mensen uit de wereld van de beroepen.

Diezelfde raad zou ik ook aan de leerlingen, die geheel nog niet weten wat ze

later zullen gaan doen, willen geven. Op zich is het niets verontrustends datje op veertien-, vijftienjarige leeftijd nog niet precies weet watje wilt worden. Maar je moet er wel over gaan nadenken. En door kennis te nemen van de mogelijkheden die er zijn, kun je op een spoor komen waar je nog nooit aan gedacht hebt.

De tweede vraag gaat over je capaciteiten. Dat vereist een kritisch onderzoek van jezelf. Probeer eerlijk te beoordelen of je prestaties het resultaat zijn van noeste vlijt of van weinig inzet. Leer je lang of kort? Kun je jezelf goed concentreren? Wees daarbij vooral eerlijk. Schuif niet te snel de schuld van mindere resultaten af op een minder prettige leerkracht. (Waarmee ik niet zeggen wil dat er geen onplezierige leerkrachten zijn.) Ga bij het kiezen er niet bijvoorbaat vanuit dat je een vak toch niet kunt. Dat kan soms hard meevallen.

Kom je tot de konklusie, dat je - ondanks hard werken - voor bepaalde vakken echt geen aanleg hebt, probeer dat nuchter onder ogen te zien. Sommige leerlingen (en ouders) denken nogal eens dat er nauwelijks nog toekomstmogelijkheden over zijn, als bijvoorbeeld wiskunde niet in het pakket is opgenomen. Dat is echter behoorlijk overdreven. Weliswaar zijn veel, maar lang niet alle wegen afgesneden. Weet dat iedereen beperkingen heeft. Leer die van jou aanvaarden. Dat maakt je rijper.

Tenslotte de vraag: wat mag ik? Daarbij gaat het niet alleen om de kwestie welke beroepen wel en welke niet principieel aanvaardbaar zijn. Natuurlijk moetje daaroover nadenken. Ik ga daar nu niet op in. Dat zou teveel ruimte vergen.

Als toetssteen bij deze bezinning moge de vraag dienen: Kan ik in dat beroep werken tot eer van de Heere?

Maar ook op veel direkter wijze heeft deze vraag met de pakketkeuze te maken. Datje niet mag lanterfanten is al aan de orde geweest. Maar er is ook een keerzijde van deze regel: je hele leven mag niet alleen uit werken bestaan. Het leven is meer. Ga eens na of je niet een streber bent en vanuit die houding tot, een pakketkeuze komt. Natuurlijk ijver is goed, maar teveel....? Heb je nog wel oog voor je medemensen? Blijft er nog wel tijd over voor ontspanning en bezinning? Ga bij je pakketkeuze niet te ver!

De verkeerde keus

Als eenmaal het pakket gekozen is, dan zit je er meestal aan vast. Wijzigen gaat nauwelijks meer. Toch kan het voorkomen dat je tot de ontdekking komt dat je verkeerd gekozen hebt. Soms gebeurt dat nog voordatje het examen hebt afgelegd, vaker nadat het examen is gedaan. Dat kan heel vervelend zijn. Graag wil ik enkele opmerkingen maken, die je in zo'n geval misschien enige hulp kunnen bieden:

-Ga in de eerste plaats na waarom en hoe je destijds dit pakket gekozen hebt. Als je het weloverwogen gedaan hebt, dan behoef je jezelf in ieder geval geen verwijten te maken.

- Mis je een vak in je pakket dat geëist wordt door vervolgopleidingen van je keuze, ga dan na of er geen bijspijkerkursussen zijn. Veel instituten kennen die. Soms zul je een deelcertificaat voor het ontbrekende vak moeten halen aan een avondscholengemeenschap. Bedenk wel dat zoiets tijd kost en dus vooral voor doorzetters een oplossing zal bieden. Bovendien moetje je wel afvragen of je enige kans van slagen hebt. Verstand komt met de jaren, maar aanleg voor talen groeit niet altijd gelijk op.

- Kom je tot de konklusie dat je echt niet verder kunt in de gewenste richting, ga dan niet bij de pakken neerzitten. Probeer je aandacht op andere beroepen te richten. Kun je dat niet omdat je bijvoorbeeld geen mogelijkheden ziet, dan kan een gesprek met een beroepskeuzeadviseur erg goed zijn. Soms kan hij door middel van een gesprek je op een ander spoor zetten, soms zal hij adviseren om je te laten testen.

Vraag om raad

In alle gevallen wil ik je de raad geven om niet te denken datje je eigen boontjes wel kunt doppen. Of je nu een pakket moet gaan kiezen, of dat je het al gekozen hebt, praat met anderen erover!

In dit verband wil ik vooral je ouders noemen. Ook al weten ze niet alle mogelijkheden, ze kennen je vaak erg goed. Zij zijn bekend met je sterke en je zwakke kanten. Vaak zullen ze je waardevolle adviezen kunnen geven. Vraag hun raad.

Daarnaast zijn er de leerkrachten, de mentoren en dekanen die je kunnen adviseren. Natuurlijk weten ze niet alles. Maar als het goed is hebben ze wel enig inzicht in je capaciteiten.

Tenslotte vergeet vooral niet om deze dingen in het gebed aan de Heere voor te leggen. Hij wil je ook in dezen helpen. Weet dat Hij je leven leidt en besef dat Zijn Raad zal bestaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1987

Daniel | 32 Pagina's

Een weloverwogen keus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1987

Daniel | 32 Pagina's