Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kiesrecht voor de vrouw in de kerk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kiesrecht voor de vrouw in de kerk?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

3.

Om het ambt der gelovigen?

We hebben gezien in ons laatste artikel, dat het bij het kiesrecht van de gemeent gaat om de verhouding kerkeraad-gemeente. Alle tirannie of diktatuur moet geweerd worden in het midden van de gemeente. Die verkeerde overheersing zou er licht kunnen zijn, als alleen aan de kerkeraad de verkiezing van ambtsdragers zou zijn. Maar daarbij wordt het oog niet gericht op het lid van de gemeente, maar op de gemeente in het geheel. In dit verband is het treffend, dat Calvijn in de Institutie, boek IV-5-13 schrijft over de toestemming van het volk. Tegen het einde lezen we daar: „Zo zien wij dan dat deze beroeping van een Dienaar, volgens Gods Woord, wettig is, wanneer degenen, die bekwaam bevonden zijn, door de eenstemmigheid en goedkeuring van het volk verkozen worden. En dat de andere Herders de verkiezing leiden en besturen moeten.....„

Helaas wordt door de voorstanders van het kiesrecht voor de vrouw in de kerk juist de nadruk gelegd op het lid van de gemeente afzonderlijk en niet op de gemeente in het geheel. Zij zullen dit ten stelligste ontkennen, zoals het ook gedaan wordt in de toelichting op de instruktie van Amsterdam-West. Zodra echter de vraag naar het kiesrecht voor de vrouw in de kerk geen aparte vraag meer is, heeft men al de nadruk op het lid van de gemeente afzonderlijk gelegd! Wij voor ons wensen niet zonder meer vanuit het kiesrecht der gemeente te komen tot het kiesrecht van alle leden. Dit is een zaak apart. Echter niet zo bij hen, die zich beijveren om de vrouw te laten deelnemen aan de verkiezing van ambtsdragers. De gemeente bestaat immers uit „broeders en zusters”, die krachtens het ambt der gelovigen het stemrecht gegeven moet worden. We kunnen dit heel duidelijk lezen in de toelichting van de bekende instruktie: „In dit verband kan terecht de vraag gesteld worden waarom hier volgens de tegenstanders van het vrouwenkiesrecht aan de man meer ambtsvoorrechten gegeven worden dan aan de vrouw. Het ene ambt der gelovigen valt toch niet in tweeën uiteen: één met en één zonder het recht aan de stemming der gemeente deel te nemen. Zijn ook hier niet de zusters der gemeente naar het apostolisch woord „mede-erfgenamen van de genade des levens” (1 Petrus 3 : 7)?

Voelt u hier de redenering? De gedachtenkonstruktie? U kunt het zo achter elkaar opschrijven hoe deze redenering is. Allereerst: de gemeente is de vergadering van de ware gelovigen. Ten tweede: die gelovigen staan in het algemene ambt der gelovigen. Ten derde: de zusters staan ook in dat ambt. Ten vierde: de zusters delen in alle ambtelijke rechten, dus mogen ook deelnemen aan de verkiezing. Nu is het alle eeuwen door al gebleken, dat met redeneren en konkluderen de eenvoudige lijn en praktijk van Gods Woord zo vaak verlaten is. Daarvan geeft de geschiedenis maar al te sprekende voorbeelden.

De verbintenis van het kiesrecht met de zgn. ambtsgedachte wordt niet vanuit Gods Woord aangetoond. Dit zou toch wel allereerst dienen te gebeuren. En - gesteld dat dit waar zou zijn, hetgeen wij niet aannemen - dan zou toch nog uit Gods Woord aangetoond moeten worden, dat de vrouw gelijke rechten heeft als de man krachtens dit ambt. Maar deze toelichting blijft eenvoudig in gebreke om dit alles op schriftuurlijke gronden voor te stellen. Het redeneert alleen over de gedachte van het ambt der gelovigen en stelt het voor, alsof dit onder ons algemeen aangenomen is.

Dan willen we ook niet verbergen, dat we hier vrezen voor een al te idealistische beschouwing. Het stemmen van predikanten, ouderlingen en diakenen behoort in geloof en vooral met gebed te gebeuren. Dit raakt de wijze, waarop ieder lid van de gemeente aan de stemming deel moet nemen. Dat het vaak anders betracht wordt, weten we heel goed. Het lijkt vaak meer op het stemmen van een bestuur van één of andere vereniging. Soms is het zelfs nog minder. De bezwaren van sommige vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie tegen de verkiezing, zoals die in de praktijk plaats vond, zijn dan ook best te begrijpen. Van Lodensteyn oordeelde, dat eigenlijk alleen het geestelijke deel van de gemeente kon stemmen. Koelman achtte het merendeel in vele gemeenten onbekwaam om te oordelen, omdat het onvroom, goddeloos en natuurlijk was. Hier komen echter toch gevaren in de richting van de gemeente van enkel wedergeborenen van De Labadie. Licht komt de fundering van het kiesrecht zo te liggen in de enkele gelovige.

Echter: moeten we ervan uitgaan, dat het allen kinderen Gods zijn, die krachtens het ambt der gelovigen hun stem uit komen brengen? Ik kan alleen maar vrezen voor zo’n idealistische gemeente-beschouwing. Gods Woord gaat ons daarin niet voor. De realiteit van de gemeente wordt ons in de Heilige Schrift maar al te vaak getekend.

En dan: wie het zó stelt, dat krachtens het ambt der gelovigen het kiesrecht aan al de belijdende leden der gemeente toekomt en dus ook aan de vrouw, moet geen voorstel doen als gedaan door de kerkeraad van Amsterdam-W. Deze was nl. van oordeel, dat in geval een kerkeraad overtuigd is, dat het kiesrecht aan alle belijdende leden toekomt, dat zo’n kerkeraad vrijheid moest krijgen om het ook zo te verwerkelijken. Dit voorstel kwam dus hier op neer, dat een kerkeraad dit kan doen en het niet behoeft te doen.

Een vreemde zaak. Volgens de toelichting is het het recht, dat krachtens het ambt der gelovigen toekomt ook aan de vrouw. Dat recht behoeft niet eens gegeven worden in dat geval, maar heeft de vrouw. Dan zou het de plicht zijn van alle kerkeraden om dit recht niet te onthouden. Het is volgens de toelichting allesbehalve een middelmatige zaak. En moeten de vrouwen onder een kerkeraad. die er tegen is of de zaak niet rijp acht, maar blijven wachten?

Deze fundering deugt niet. Het kiesrecht is aan de gemeente gegeven. En het is een aparte vraag of dit recht toekomt aan de vrouw.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 1968

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Kiesrecht voor de vrouw in de kerk?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 1968

Bewaar het pand | 4 Pagina's