Moet genade geléérd worden?

Genade krijgen of leren?

Genade is nooit goedkope genade. Immers er is voor die genade zeer duur betaald. Waarmee? Met de hoge prijs van Jezus' bloed. Christus moest lijden en bloeden, opdat er voor schuldige zondaren bij God genade zou zijn. Want God bewijst nooit genade ten koste van Zijn heilig recht, maar altijd in de verheerlijking van Zijn recht. In Zijn bitter lijden en sterven heeft Christus dat recht verheerlijkt en daarom worden in het zaligen van zondaren recht en genade verheerlijkt. Onder Gods genade ligt dan ook een rechtsgrond.

Voor Gods genade moet plaatsgemaakt worden.

Voor Gods genade is bij ons geen plaats. Waarom niet? Omdat wij van onszelf onze schuld niet kennen. Omdat wij onszelf denken te kunnen helpen, hebben wij geen genade nodig. Ons hart is zo vol met de wereld en de zonde, met de dingen van beneden of met onze eigen godsdiensten eigengerechtigheid, dat er voor het wonder van Gods genade helemaal geen plaats is. Hoe komt er dan plaats in ons hart? Dat is het werk van de Heilige Geest. Wij spreken over het plaatsmakend werk van de Heilige Geest. Die Geest gaat ons dan onze verlorenheid en schuldigheid leren. Wij weten natuurlijk allemaal met ons verstand, dat wij zondaren zijn, maar beleven wij het ook? Door Gods Geest gaan wij dat beleven, zodat wij persoonlijk als zondaar leren buigen voor God, onze schuld leren belijden voor Hem en het gaan leren, dat wij het niet verdiend hebben, dat de Heere nog ooit naar ons omziet. De Heilige Geest gaat ons dan ook leren, dat er van ons uit geen weg meer is tot God, omdat onze beste werken nog vol zonde zijn. Zo leren wij wanhopen aan onszelf en aan onze verdienste. Als wij dat in ons hart geleerd hebben, dan zeggen wij: Heere als U ooit naar mij omziet, dan zal het nooit kunnen om iets in mij, dan zal het alleen genade kunnen zijn. Zo maakt nu de Heilige Geest plaats in het hart voor Gods genade. Wat een wonder als zo'n verloren mens dan mag geloven dat er voor zo één bij God genade is. De Heere werkt altijd zo, dat moetje altijd heel goed bedenken, dat het wonder overblijft. Het wonder van Gods genadig ontfermen.

Maar wat is er in Gods genade dan ook een ruimte. Een ruimte zo groot, dat niemand te slecht is en dat niemand te diep verloren is. Er is genade voor de grootste zondaren. Dat is nu juist het wonder. En wat zou je gelukkig zijn als dat ook in jouw leven een wonder zou worden!

Kunnen wij genade dan wel leren?

Je begrijpt nu deze vraag wel. Als het alleen Gods werk is, als het alleen door het plaatsmakend werk van de Heilige Geest is, kunnen wij genade dan wel leren? Is die vraag wel een juiste vraag? je vindt het misschien wel vreemd om deze vraag te stellen. Genade krijg je toch? Hoe zit dan dan?

Wel, het is waar, dat je genade krijgt. Dat je het niet kunt verdienen, je hoeft het je niet waardig te maken. Gelukkig niet, want dan was het onmogelijk om zalig te worden. Het is alleen en uitsluitend Gods werk en daarom kan het. Daarom zou het ook voor jou kunnen, al is je leven nog zo vol zonde en schuld.

Toch moeten wij ook bedenken, dat de Heilige Geest middellijk werkt. Hij gebruikt middelen om plaats te maken in het hart voor Gods genade. En de Heere bindt ons ook aan die middelen. Door het gebruik van die middelen leert Gods Geest een zondaar wat genade is. Het eerste middel, dat ik noem, is het Woord Gods. Allereerst de prediking van het Woord. Vervolgens ook het lezen en onderzoeken van het Woord. Onze Dordtse Leerregels zeggen het zo duidelijk in Hoofdstuk V, artikel 14: "Gelijk het God nu beliefd heeft dit Zijn werk der genade door de prediking des Evangelies in ons te beginnen, alzo bewaart, achtervolgt en volbrengt Hij het door het horen, lezen en overleggen daarvan, mitsgaders door vermaningen, bedreigingen, beloften en het gebruik der heilige sacramenten." Is het goed tot ons doorgedrongen, wat de Leerregels hier zeggen? Zij zeggen ten aanzien van het Woord van God: horen, lezen, overleggen. Over elk van die drie woorden moet je eens goed nadenken. Daardoor wil de Heilige Geest leren wat genade is. Laten wij dan ernst maken met het horen, lezen en overleggen van Gods Woord. Laten wij de genademiddelen niet verwaarlozen, want dan verwaarlozen wij de leermiddelen van de Heilige Geest.

Beseffen wij wel waar het om gaat?

Wat is genade? Besef je waar het om gaat? je krijgt soms de gedachte dat men denkt: je voelt je schuldig; er komt een tekst uit Gods Woord tot je; dat Woord is voor jou; je twijfelt dan niet meer; je gelooft dat ook jij genade hebt ontvangen.

Als je zo denkt, dan moet ik je ernstig waarschuwen. Zo bouw je op verstandelijke conclusies. Of op wat gevoelsindrukken. En ik vrees, dat er ook veel jongelui zijn, die daarop bouwen. Op grond van bepaalde stemmingen en gevoelens concludeert men dan, dat men genade heeft ontvangen. En het gevaar is groot, dat men dat elkaar dan ook gaat aanpraten, dat men allerlei opgeklopte gevoelens bij elkaar gaat opwekken. Levensgevaarlijk om zo met elkaar om te gaan!

Wat is genade? Niet wat gevoeligheid of opgeklopte gemoedsbeweging. Wat zegt de Schrift? Dat God de goddeloze genade bewijst! Zijn wij ooit een goddeloze voor God geworden? Dat is heel wat anders dan gevoeligheid. Dan ben je een verloren mens geworden, die God niet meer missen kan, maar de Heere door eigen schuld missen moet. Dan ben je het waard geworden, dat de Heere nooit meer naar je omziet. Dan kan de Heere je geen onrecht meer doen. En dat is dan niet in de sfeer van wat gevoeligheid en het leven bij verstandelijke conclusies want dat is uiteindelijk verschrikkelijk oppervlakkig, maar in de diepe doorleving van je hart. Gevoelig

heid gaat weer over, maar wat diep in je hart ligt niet. Zie, zo maakt de Heilige Geest plaats voor genade, zo leert Hij je wat genade is. Altijd op een manier, dat je er zelf met al je gevoeligheid en godsdienstigheid totaal buitengezet wordt. Er zijn zoveel mensen, die zichzelf erin zetten. Maar God zet Zijn kinderen erbuiten om ze er dan als buitenstaanders in te zetten. Dan wordt genade een wonder. En hoe leren wij dat? Wel, zeggen de Dordtse Leerregels, daarvoor gebruikt de Heere het horen, lezen en overleggen van Gods Woord.

Is het dan geen wonder dat wij dat Woord mogen hebben? Daardoor moeten wij leren wat genade is. En Gods kinderen moeten het steeds opnieuw leren en al dieper leren. Nooit komt iemand daarin uitgeleerd.

Kan dat (eren al op jonge leeftijd beginnen?

Wij zijn nooit te jong om te leren wat genade is! Ik krijg wel eens de vraag: is het juist wanneer jonge mensen in de prediking alleen als onbekeerd worden aangesproken? Kunnen er geen jonge mensen zijn, die de Heere vrezen en Gods genade kennen? Ik geloof, dat de Heere bij de meeste van Zijn kinderen Zijn werk begonnen is in hun jeugd. Wij hoeven er niet aan te twijfelen of de Heere wel onder jonge mensen werkt. Dat doet Hij! Maar als de Heere Zijn werk begint, dan is niet het eerste dat je zegt: nu ben ik een kind van God, nu ken ik Gods genade. Nee, dan ga je jezelf als een zondaar leren kennen, die overal buiten staat. Dan komen er stille plaatsen in je leven, waar niemand je ziet dan God alleen en waar je je verlorenheid gaat uitzeggen en uitwenen voorde Heere, maar waar je ook gaat bedelen om genade. Dan maakt de Heere je tot een bedelaar aan Zijn genadetroon. Bedelaars kunnen alleen van genade leven! De tollenaar achterin de tempel was zo'n bedelaar: O God, wees mij zondaar genadig! De Kananese vrouw was zo'n bedelares: O Heere, help mij! De psalmist was zo'n bedelaar: Gena o God, gena, hoor hoe een boeteling pleit.

Zo leer je genade op de hoogste waarde schatten. Zo krijg je behoefte aan genade. Maarzo wil de Heere ook leren wat genade is en dat er genade is. En wat is een kruimeltje genade dan groot. Ik heb een geoefend kind van God gekend, die altijd tegen de mensen zei: Bedel maar om een kruimeltje!

Een bedelaar heeft geen recht. Een bedelaar heeft het niet verdiend. Maar een bedelaar kan ook niet loslaten. Ik hoop dat er onder jullie veel van zulke bedelaars zijn! Voor bedelaars valt het bij de Heere mee. Dan doet Hij wel eens een kruimeltje vallen van Zijn genadetafel. Wat wordt het wonder dan groot, als ik het leren mag: nu moest Gods eigen Zoon de dood in, opdat ik zou leren leven van genade alleen.

Als ik eenmaal binnen mag komen, dan zal het alleen genade kunnen zijn. Maar bij God is een volheid van genade. En Hij deelt die genade uit om Christus' wil. Aan wie? Aan bedelaars!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen