Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Koningin-regentes Emma moderniseerde monarchie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Koningin-regentes Emma moderniseerde monarchie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar acht jaar heeft ze gerel^/p geerd, koningin-regentes X, 4 M, „ Emma. Een te korte tijd, lijkt het, om een stempel te kunnen drukken op het koningschap. Zeker voor een vrouw. En zeker voor een vrouw wier optreden valt tussen een weerbarstige koning als Willem III en een wilskrachtige koningin als Wilhelmina. Maar toch. Maar toch presteerde de op het oog zo fragiele Emma het om in korte tijd van Willem III niet zomaar een voorganger, maar een voorbeeld te maken en van Wilhelmina niet zomaar een opvolgster, maar meer nog een navolgster.

Breekbaar dametje

Het beeld dat van Emma is blijven hangen is dat van een be- M, , M, . zorgd en breekbaar, lief oud dametje. Dat beeld wordt bevestigd door de omslag van het boek „Koningin Emma", waarvan de ondertitel luidt: opstellen over haar regentschap en voogdij. De koning-regentes staat er wat zoetjes op afgebeeld. Des te verrassender is het in het binnenwerk van dat boek te zien dat dat oude, vertrouwde beeld niet klopt. Eerst iets over het boek zelf. Vorig jaar was het honderd jaar geleden dat koningin Emma haar overleden echtgenoot Willem III op moest volgen om voor haar nog minderjarige dochter het koningschap waar te nemen. Dat feit is aanleiding geweest om een symposium over het regentschap van koningin Emma ter organiseren. Uitgever Bosch & Keuning zag er wel wat in de bij die gelegenheid door diverse deskundigen gehouden referaten te laten uitwerken en vervolgens in boekvorm te bundelen. Aldus geschiedde.

En zo ontstond, onder redactie van de bekende historicus, kenner van de dynastieke geschiedenis dr. C. A. Tamse, „Koningin Emma." Tot de deskundigen die een bijdrage leverden behoren o.a. Tamse zeLf, de kerkhistoricus P. L. Schram, de medisch-historicus M. J. van Lieburg, Marcel Verburg, die al eerder een monografie over de staatkundige aspecten van Emma's regentschap schreef (zie Baniernr. 17 van 1990) en B. Woelderink, directeur van het Koninklijk Huisarchief te Den Haag. Alle scribenten, waaronder ook de directeur van het Hessisch Staatsarchiv in het Duitse Marburg, belichten vanuit hun eigen discipline of belangstellingsgebied, een stukje van het leven en werken van de nog zo jonge (ze was 32 jaar oud toen ze regentes werd) in en voor Nederland vreemde vorstin.

Zwakke vrouwenhanden

Eén van de sterkste stukken in i„ de bundel is van de hand van M, -J, H. te Velde, historicus aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Onder de titel „Het roer van staat in

zwakke vrouwenhanden" waagt hij zich aan Emma en het imago van Oranje. Zijn stelling is dat, ondanks het feit dat de monarchie in ons land onomstreden is, iedere vorst(in) zijn (haar) populariteit moet verwerven. Die populariteit is niet zozeer het gevolg van absoluut goede eigenschappen, maar komt tot stand in samenspraak met de tijd waarin betrokkene tot het regeerambt wordt geroepen. Emma is daar een uitstekend voorbeeld van. Ze kreeg, toen ze als jong meisje aan de zijde van een oude koning naar Nederland kwam, geen warm onthaal. Conrad Busken Huet, een vooraanstaand literator uit de negentiende eeuw, verwoordde wat velen in die tijd dachten: wat moet die „Keulsche pottemeid" hier? Huet was bang dat eerzucht en heerszucht deze buitenlandse prinses ertoe hadden gebracht haar jeugd op te offeren aan een oude man. Ook de toonaangevende liberale hoogleraar Buys zag de toekomst somber in: de politieke conflictstof van die dagen kon in zijn ogen alleen opgelost worden als het roer van staat in handen zou zijn van een doortastende vorst.

Reserves leefden ook onder het volk dat traditiegetrouw tot de Oranjeklanten werd gerekend: de antirevolutionairen. Hun opvattingen over de plaats van de vrouw in kerk en politiek verzetten zich immers tegen een koningin als hoofd van de regering. In dit conflict van opvattingen won de gehechtheid aan Oranje het echter al snel van het principiële geluid. Dat Kuyper desalniettemin op minder goede voet leefde met de vorstinnen van Oranje had een andere achtergrond.

Complicatie in dit geheel was dat Emma Duit.se was. Tegen de achtergrond van het opkomend nationalisme aan het eind van de negentiende eeuw, vreesden velen dat ons land wel eens in gevaarlijk Pruisisch vaarwater zou kunnen belanden. Die vrees werd niet bewaarheid. Integendeel. Emma trachtte zich zoveel mogelijk te identificeren met haar nieuwe vaderland. Het Nederlands werd de officiële hoftaal en de verrichtingen van het (Nederlands-Indisch) leger werden door haar van zeer nabij gevolgd. Waar ze zich maar verdienstelijk kon maken voor de Nederlandse zaak, of dat nou was in de wereld van de kunst, de wetenschap, de gezondheidszorg of de liefdadigheid, de oorspronkelijke Duitse prinses gaf overal blijk van haar nationale, d.w.z. Nederlandse gezindheid.

In dit verband waren van niet te onderschatten belang de reizen die Emma, al dan niet met haar dochter Wilhelmina, maakte door heel het land. Deze strekten ten doel ook de streken die verder van Holland af lagen (denk aan de gebrekkige communicatiemiddelen in die dagen) te binden aan het centrum. Niet dat de koningen voor haar niet door het land waren getrokken, maar Emma deed dat systematischer en meer doelbewust dan al haar voorgangers. Ze bereikte ermee en dat was natuurlijk mooi meegenomen, dat Oranje's populariteit geweldig steeg.

Gratie Gods

De al gememoreerde P. L. p É Schram leverde een lezens- M, „, ^ waardige bijdrage over de geestelijke achtergronden en positie van de koningin-regentes. De titel „Bij de gratie (iods" klinkt vertrouwd in de oren en doet goed. De kennis­ making van de Evangelisch-Luthers opgevoede prinses met het Nederlandse calvinisme was voor Emma niet altijd even gemakkelijk. Een belangrijk figuur in dezen was dr. L R. Beynen, rector van het Gymnasium Haganum en een vooraanstaand lidmaat van de Nederlandse Hervormde gemeente van Den Haag. Hij was door de koning hoogstpersoonlijk naar Waldeck-Pjrmont gestuurd om zijn aanstaande vrouw wegwijs te maken in de Nederlandse taal, cultuur en geschiedenis. Schram schrijft dat Beyen een man was die in de traditie stond van het Reveil; een man ook die met het gedachtengoed van Groen bekend, was zonder Groeniaan genoemd te kunnen worden. Over het gezin waaruit Emma voortkwam schreef Beynen uit Waldeckaan een Nederlandse vriend: een geloovig Hofgezin en wel op Lutherschen of liever evangelisch-Unirten trant, dus niet lastig; waren zij calvinistisch, dan zouden zij steeds spreken over de zui\erheid \'an de leer; dit nu hoort ge hier niet, maar men kan met iedereen op, zooals wij zeggen, positieve wijze over 's menschen hoogste belangen spreken."

’S Menschen hoogste belangen

In dit verband past nog een citaat uit Schrams beschouwing, mede in het licht van de reserves die bij haar komst naar Nederland werden geuit. Heerszucht en eerzucht werden verondersteld. Was het — en is het — om dat men geen kennis meer heeft van wat gelovigen ten diepste kan bewegen. Schram schrijft ener het inderdaad opvallende huwelijk: „Er moet een besef geweest zijn dat het de (eervolle) gratie van de vrouw is zichzelf weg te cijferen. Haar levensbestemming , staat in Genesis 3: 16. Zij behoort op weg te gaan als huipe tegeno\'er haar man die over haar heersen mag. Daarbij vertrouwt zij zich toe aan Hem Die Zijn beloften heeft voor de nederigen \'an hart." Deze geloofstaal kwam niet op bij scherpe literatoren als Huet en geleerde professoren als Buys.

De conclusie die Tamse trekt als hij alle bijdragen heeft laten passeren, is te vinden op de flap van het boek: „Emma was een plichtsgetrouwe, respectabele en hardwerkende persoonlijkheid en voelde zich nauw betrokken bij persoonlijke problemen. Met Emma's regentschap begon de modernisering van de Nederlandse monarchie: het koningschap kreeg een nationale symboolfunctie, wat een onvoorziene compensatie was voor de reductie van de staatkundige fimcties." Een conclusie waar Emma's achterkleindochter koningin Beatrix tot op de dag van vandaag op voort kan bouwen.

N.a.v. C. A. Tamse (redactie): Koningin Emma, opstellen over haar regentschap en voogdij Uitgeverij Bosch & Keuning Baarn, 1990, 244 pag. Prijs ƒ 39, 50

M. de Bruyne

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 oktober 1991

De Banier | 20 Pagina's

Koningin-regentes Emma moderniseerde monarchie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 oktober 1991

De Banier | 20 Pagina's