Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Faillissement: wat nu?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Faillissement: wat nu?

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze aflevering wil ik ingaan op het misbruil< maken van het recht om het eigen faillissement aan te vragen en op het zogenaamde doorstarten van failliete ondernemingen.Het gerechtshof te 's-Gravenhage moest in januari 1996 een door de werknemers van een failliete onderneming ingesteld hoger beroep beoordelen tegen het vonnis tot faillietverklaring van hun onderneming. De werknemers betoogden dat hun werkgeefster alleen maar het eigen faillissement had aangevraagd om te voorkomen dat zij hoge vergoedingen aan de werknemers zou moeten betalen bij een ontbinding van hun arbeidsovereenkomst door de kantonrechter.

Sectie Handel en Dienstverlening

Het stond vast dat werkgeefster de kantonrechter had gevraagd de arbeidsovereenkomsten met de werknemers te ontbinden. De werkgeefster rekende erop dat de kantonrechter slechts een geringe afvloelingsvergoeding aan de werknemers zou toekennen. De kantonrechter was evenwel van mening dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst onvoldoende was onderbouwd. Het leek er op dat - hoewel het niet in het arrest van het gerechtshof werd vermeld - het om een reorganisatie ging in verband met een onvoldoende renderen van de onderneming. De kantonrechter stelde de werkgeefster in de gelegenheid het verzoek tot ontbinding nader te onderbouwen. Van een nadere onderbouwing van die ver­ zoekschriften Is het echter niet gekomen. Op dezelfde dag dat de zitting bij de kantonrechter plaatsvond werd 's avonds een buitengewone vergadering van aandeelhouders bijeengeroepen waarin werd besloten het faillissement van de onderneming aan te vragen.

Het gerechtshof 's-Gravenhage besliste dat werknemers terecht stelden dat de werkgeefster het eigen faillissement had aangevraagd met het vooropgezette doel afbreuk te doen aan de arbeidsrechtelijke bescherming waarop werknemers aanspraak hebben. Onder die omstandigheden leverde de faillissementsaanvraag misbruik van bevoegdheid op. Het vonnis faillietverklaring werd door het gerechtshof vernietigd. Niet van belang was volgens het gerechtshof of de werkgeefster al dan niet verkeerde In de toestand van te hebben opgehouden te betalen. Is die toestand er namelijk wel, dan zal het gerechtshof een uitgesproken faillissement in hoger beroep niet vernietigen.

Dit arrest kan eveneens van belang zijn voor werknemers die geconfronteerd worden met een doorstart van de failliete onderneming waar zij werken. Bij een doorstart worden de gezonde, levensvatbare, delen verkocht en gaat een aantal werknemers mee over of de onderneming gaat in sterk afgeslankte vorm verder De schuldenposities blijven in het faillissement achter..Crediteuren hebben het nakijken. Een uitkering kan veelal niet plaatsvinden in verband met onvoldoende baten. Volgens de Hoge Raad, ons hoogste rechtscollege, zijn dergelijke transacties slechts acceptabel indien een reële prijs is bedongen voor het verkochte en de opbrengst beschikbaar komt voor crediteuren.

Zoals gesteld kan het arrest van belang zijn voor werknemers die met een doorstart worden geconfronteerd. De aandeelhouders kunnen Immers bij een goed voorbereide doorstart bewerkstelligen dat zij op een zeer goedkope manier van duur en overtollig personeel afkomen. De enige onzekerheid is of de curator kan instemmen met de voorgestane wijze van doorstart en bereid is de doorstart voor te leggen aan de rechtercommissaris. Is dat het geval dan lijkt succes verzekerd. Is dat niet het geval dan glipt de onderneming de aandeelhouders tussen de vingers. De curator zal dan een andere gegadigde moeten zoeken.

Komt in rechte die opzet vast te staan of is die zeer aannemelijk te maken, dan kan naar mijn mening een door werknemers ingesteld beroep succesvol zijn. Onzeker is of in een dergelijk geval alle werknemers die niet met de doorstart meegaan, beroep moeten instellen of dat het voldoende is dat een individuele werknemer dat doet. Ik ben van mening dat elke werknemer dat recht heeft. Een onterechte faillissementsaanvraag levert immers ook ten aanzien van de individuele werknemer misbruik van recht op.

Mr. drs. S. Visser

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1998

RMU Contact | 28 Pagina's

Faillissement: wat nu?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1998

RMU Contact | 28 Pagina's