Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De openbaring van de vreze des Heeren in het Kerkelijk leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De openbaring van de vreze des Heeren in het Kerkelijk leven

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op een gemeente-avond werd ergens een inleiding ;houden over bovengenoemd onderwerp. Deze erd welwillend ter beschikking gesteld voor aatsing in ons blad. We geven de inleider het oord.

B.

De financiele balans is opgemaakt. Inkomsten en tgaven, het is op de cent berekend. De uitslag niet ongunstig.

Nu de geestelijke balans. Dat wordt moeilijker. Wie moet die opmaken? De kerkeraad, na een rondgang door de gemeente is niet in staat een zuiver verslag uit te brengen. Misschien bij benadering min of meer gunstig of ongunstig. We zouden gezamenlijk een poging kunnen doen door onszelf persoonlijk en gemeenschappelijk te toetsen aan een bijbels voorbeeld. Er zijn ons verschillende verslagen beschreven van verscheiden gemeenten. Bij voorbeeld de zeven gemeenten in Azie, de eerste Christengemeente te Jeruzalem. En dan lezen we nog in Handelingen 9:31: „De gemeenten dan door geheel Judea en Galilea en Samaria hadden vrede en werden gesticht en wandelende in de vreze des Heeren en de vertroosting des Heiligen Geestes werden vermenigvuldigd.” Een gemeente, die wandelt in de vreze des Heeren, dat is het voorbeeld. En hoe die vreze des Heeren in het kerkelijke leven openbaar komt, dat is ons onderwerp.

Gezien de uitgebreidheid van het onderwerp beknopt en bijgevolg dan ook onvolledig.

De vreze des Heeren. Deze woorden komen veelvuldig in de bijbel voor. De betekenis daarvan is wel duidelijk. Het woord vreze moet men niet verstaan in de zin van angst, maar wil zeggen hoogachting, eerbied en ontzag, gepaard met liefde voor de allerhoogste majesteit Gods. Romeinen 3, waar ons aller beeld getekend staat, vermeldt: „daar is geen vreze Gods voor hun ogen”. Wij kunnen derhalve die dan ook alleen deelachtig worden door hartvemieuwende genade door de Heilige Geest, in de bijbel genoemd wedergeboorte of bekering. Ze is niet afhankelijk van de leeftijd, ze wordt gewerkt zowel in kinderharten als in volwassenen. De beleving daarvan is ook niet afhankelijk van de maat van het geloof. Ze wordt beoefend zowel door eerstbeginnenden in het gegenade-leven als door de verstgevorderden. Ze waarborgt geen bestendige beleving van de gelovige. „Maar ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde verlaten hebt.” Openbaring 2 : 4. Ze moge dan — bij wijze van spreken — op de bodem van het hart blijven liggen, maar het wordt niet meer in praktijk gebracht. Ze waarborgt ook geen tijdelijk voorspoedig leven, maar wel een geestelijk vruchtbaar en veilig leven met vergenoeging. Ze wordt beoefend zowel in duistemis als in het licht, zowel in droefheid als in blijdschap, zowel in het gevoel van geestelijke verlatenheid als in de nabijheid des Heeren. Ze wordt in de bijbel genoemd „het beginsel der wijsheid en der wetenschap”. Ook wordt ze genoemd een schat: „de vreze des Heeren zal zijn schat zijn”. Er is in dit leven dan ook geen groter schat denkbaar.

De vreze des Heeren zal zijn schat zijn”, al wat het doen en laten, spreken en denken beheerst, is richting-gevend in geheel de levens-openbaring, al is er in deze ook verscheidenheid in maat. Nehemia vermeldt van Hananja, dat hij godvrezende was boven velen. Het is een zeer groot voorrecht als ze reeds in de jeugd-jaren wordt beoefend. Tegenwoordig hoort men nog wel eens: de jeugd moet ingeschakeld worden in het kerkelijke leven. Dat is ook zo. Arm is de gemeente, waar de jeugd niet is ingeschakeld. Dan heeft ze geen toekomst meer. Maar dit is een werk van de Heilige Geest, als Hij de vreze des Heeren in hun hart plant.

Wat moeten die jeugdigen dan doen? Zij moeten niets gaan doen, maar ze gaan wel wat doen. Maar dat doen ze niet op commando. Ook niet in de eerste plaats als opdracht of op verzoek. Maar uit de innnerlijke drang van het hart.

De kerk heeft alleen maar vrijwilligers. Het is een kenmerk van de vreze des Heeren dat men verbonden wordt aan de inzettingen des Heeren. De plaats, waar men het liefste verkeert, is onder de bediening van het Woord. De lektuur, die men leest, de bijbel en de verklaring daarvan. Het gezelschap, dat men verkiest, zijn Gods kinderen, en de aangenaamste bezigheid het verborgen gebed.

Heilbegerig, onbevooroordeeld verkeert men onder de prediking van het Woord. Geen gelegenheid laat men passeren. Onachtzaamheid, traagheid, laksheid en afbrekende kritiek van anderen stemt tot droefheid. Het welzijn van de gemeente wordt gezocht. De leraar, de ambtsdragers, de zieken, de ongeregelden, de afwijkers krijgen een ruime plaats in hun gebed.

Onbewust zijn deze jeugdigen reeds steunpilaren van de kerk. Ze zien dit zelf niet. Ze zouden er ook niet voor aangezien willen worden. Het godvrezende hart stelt zich altijd verdacht op tegen zichzelf. Het oogmerk is heilig voor God te leven, in Zijn gunst te delen en zijn gemeenschap te ervaren en Hem te leren kennen, die de enige grond der zaligheid is. Maar ze bevinden zoveel in zichzelf, dat daar tegen strijdt, dat dikwijls eigen oprechtheid betwijfeld wordt.

Het zijn ook trouwe catechisatie-bezoekers. De vreze des Heeren komt openbaar in hun gedrag, oplettendheid, leergierigheid, in de vragen, die ze stellen en de antwoorden, die men geeft, al is het dan in zeer bescheiden vorm. Alweer, ze zien het zelf niet, het voorbeeld, dat ze geven, en de invloed, die van hen uitgaat. Wat moet het een vreugde zijn voor de catecheet zulke catechisanten te hebben.

Geeft men zich aan het verenigingsleven, ook daar zijn ze leidinggevend en voorbeeldig, tot een zegen. Waar een levende begeerte en belangstelling is naar bijbels onderwijs, is geen kunsten vliegwerk nodig om een jeugdvereniging in stand te houden.

De problemen van een losgeslagen jeugd, die verzadigd van overdaad en van vleselijke vrijheid, die men zichzelf veroorlooft, het in de kerk niet meer vindt en het tenslotte ook in de wereld niet vindt zijn niet der zielen, waar Zijn vrees in woont. Zij hebben een leegte en een vervulling, een blijdschap en een droefheid, begeerten en verlangens, die de wereld niet kent.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juli 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's

De openbaring van de vreze des Heeren in het Kerkelijk leven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juli 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's