Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leviticus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leviticus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(153)

Leviticus 25 : 1-4

1. Verder sprak de HEERE tot Mozes aan de berg Sinaï, zeggende: Hier is sprake van het Sabbat-en Jubeljaar. Dit voorschrift is op de berg Sinaï aan Mozes gegeven. Van dezelfde plaats waarvan de Wet des Heeren is afgekondigd, door de Heere Zelf met hoorbare stem en later geschreven op twee stenen tafelen.

Later heeft de Heere aan Mozes de ceremoniële wetten bekend gemaakt en aan het volk Israël bekend gemaakt om deze te houden. Ze hebben ongeveer eenjaar daar bij de Sinaï vertoefd. Door de vuur-en wolkkolom zijn zij toen vandaar geleid naar de woestijn Paran. Bovenstaand bevel en belofte zijn herhaald, dus gegeven op het ogenblik dat ze nog niet eens de helft van de afstand naar het beloofde land hadden afgelegd.

Want het is een voorschrift betreffende hun arbeid en eigendommen in het beloofde land, Kanaan. Nog in de woestijn bij de Sinaï werd gesproken van het ingaan en komen en wonen in Kanaan voor het volk van Israël. Daarin lag de belofte Gods die zeker zou vervuld worden.

Gold nu de belofte voor e/A: e Israëliet in het bijzonder, persoonlijk? Helaas, dat wijst ons de geschiedenis aan, dat niet allen de belofte gold. De apostel Paulus waarschuwt in de nieuwe bedeling, wijzend op dit voorbeeld. Wel allen uit Egypte geleid, maar niet allen ingegaan, door hun ongeloof.

2. Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij zult gekomen zijn in dat land, dat Ik u geef, dan zal dat land rusten, een sabbat den HEERE.

3. Zes jaren zult gij uw akker bezaaien, en zes jaar zult gij uw wijngaard besnijden, en de inkomsten daarvan inzamelen.

4. Doch in het zevende jaar zal voor het land een sabbat der rust zijn, een sabbat den HEERE; uw akker zult gij niet bezaaien en uw wijngaard niet besnijden.

Van de wekelijkse sabbat is reeds gesproken en van de wet daarvan. Nu wordt bevolen het sabbats/'aar. Immers, uit des Heeren mond is gehoord vanaf de top van de Sinaï: "Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods, dan zult gij geen werk doen." Op grond daarvan gelden ook deze ceremoniële voorschriften van het sabbatsjaar. Steeds komen we tegen het getal 6 en 1 of 7. Daardoor worden al de gezette hoogtijdagen gekenmerkt, zoals we voorheen hebben gezien.

Sommige Joodse verklaarders trekken daaruit de volgende verklaring. In Psalm 90 : 4 staat: Want duizend jaren zijn in Uw oog als de dag van gisteren" en in Petrus' tweede brief hoofdstuk 3:18 (wat wel niet erkend wordt door de Joden, immers zij kennen alleen het Oude Testament goddelijk gezag toe), dat één dag bij de Heere is als duizend jaren, en duizendjaren als één dag. Welnu, zoals ze zeggen: e wereld zal zesduizend jaar bestaan en dan zal aanbreken de eeuwige sabbat. Dit is niet alleen de opvatting van de Joden. Want al dikwijls is in verschillende geschriften daarop gezinspeeld. Ook nu, op het ogenblik, waar we het jaar 2000 naderen. Dan zou de zevende dag, de zevende maand en het zevendeyaar erop wijzen, dat na 6000 jaar bestaan van de wereld, met alle moeite en verdriet en zwoegen, de eeuwige rust zou aanbreken.

Welke veronderstellingen worden vandaag niet gedaan, betreffende de eindtijd en de tekenen, door Jezus Zelf voorzegd, daaraan voorafgaand! Gods Woord zegt bij monde van Jezus Zelf: "Van die dag en die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen."

Alle menselijke berekening daarin zal falen. Voor een ieder van ons geldt en laten we het ter harte nemen: "Waakt dan; want gij weet niet in welke ure uw Heere komen zal." Die dag komt naar Gods getuigenis, ook gepredikt door de ceremoniële voorschriften, voor een ieder van het menselijk geslacht. Daarvan spreekt ook de Apostolische geloofsbelijdenis, welke we elke zondag horen. "Van waar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden." Is dat ook voor ons, ons algemeen en ongetwijfeld Christelijk geloof? Van die komst gewagen ook de belijdenisgeschriften, gegrond op dat onveranderlijk Woord Gods. Te weten de Geloofsbelijdenis van Nicea (325) en de Geloofsvorm van Athanasius (333). Met de Formulieren van enigheid: De Nederlandse Geloofsbelijdenis (1561), de Heidelbergse Catechismus (1563) en de Vijf artikelen tegen de remonstranten of de Dordtse Leerregels (1618-1619).

In die ceremoniële wet hebben we ook de belofte Gods opgemerkt, betreffende het sabbatjaar. De beloften zijn in Jezus Christus ja en amen. Zalig hij die die dag (de eindtijd) verwacht met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods in Jezus Christus hun Heere. Rampzalig, die door hun ongeloof, hier in dit leven niet hebben gewild dat Christus Koning over hen ware. Dezen zullen niet in de rust ingaan, waarvan Gods Woord zegt: Er blijft dan een rust over voor het volk Gods.

De vromen zullen Uwen Name Die heerlijk is, prijzen o Heer! d'Oprechten zullen eeuwig t'zame Bij U wonen in alle eer.

Psalm 140, Datheen.

's Gravenpolder,

ds. J.C. Weststrate.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1991

De Saambinder | 12 Pagina's

Leviticus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1991

De Saambinder | 12 Pagina's