Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrienden uit de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrienden uit de kerk

Jeugdouderling W. van Dijk: „Is de grondhouding van ouders negatief, dan kun je de kinderen niets kwalijk nemen”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vaak is het voor ouders fijn als hun kroost aansluiting vindt bij kinderen uit de eigen kerkelijke gemeente. Maar het kan ook vragen oproepen: „Waarom mag ik dat niet? Die en die mogen het wel en die zitten toch ook bij ons in de kerk? Jeugdouderling W. van Dijk van de hersteld hervormde Ichthusgemeente in Soest, directeur Operations bij Postkantoren B.V., gaat in op een paar vragen.

Vanwaar uw betrokkenheid op de jeugd? „Het is mooi om jongeren over de Heere te vertellen en om daarover met ze in gesprek te gaan. Mijn gebed is om een klein radertje te zijn in het geheel van Zijn werk. Ze hebben namelijk allemaal een ziel te verliezen voor de eeuwigheid en dat maakt dat dit werk ook verantwoordelijk werk is. Het is onze roeping om het zaad te zaaien. Meer hoeven we niet te doen en meer kunnen we ook niet doen. Het is de Geest Die het geloof en de bekering werkt. De betrokkenheid op kinderen begint in het eigen gezin, eerst alleen voor onze vijf kinderen, maar later ook voor de drie kinderen van m’n zwager en schoonzus, die kort na elkaar zijn overleden. We hebben nu dus acht kinderen, in de leeftijd van 18 tot 29. Vier zijn er getrouwd en ik ben inmiddels opa. Als ik naar die jonge gezinnen kijk, voel ik me dankbaar dat het zo gegaan is. Ook zij zijn betrokken bij het jeugdwerk. Van geslacht tot geslacht gaat dat voort. Bijzonder om te zien. In 1980 ben ik in de hervormde gemeente in Zeist begonnen met jeugdwerk. Nu in Soest ben ik als jeugdouderling in het bijzonder verantwoordelijk voor de jeugd, maar ik benadruk altijd dat het jeugdwerk een zaak is voor de hele kerkenraad. Ieder huisbezoek waar kinderen bij zijn, is een mogelijkheid om met hen in gesprek te gaan. Dan is het niet fijn als de ouderling na zes bezoeken nog niet weet hoe de kinderen heten. Dan krijg je wat ik pas hoorde van een pastoraal medewerker. Een kind had gezegd: „Roep me maar even als ze naar m’n school en cijfers gaan informeren, dan kom ik wel even naar beneden.” Die jongen had dus het gevoel dat het gesprek hem verder niet aanging.
In de Hersteld Hervormde Kerk ben ik vanaf het begin betrokken bij het jeugdwerk, omdat de synode in 2004 onder anderen aan mij vroeg om de mogelijkheid van eigen jeugdwerk te onderzoeken. Daar is de Hersteld Hervormde Jongerenorganisatie (HHJO) uit voort gekomen, waarvan ik secretaris ben. Het mooie is dat ik met de jeugdwerkadviseurs regelmatig met andere kerkelijke gemeenten in gesprek ben over hoe ze met de jeugd omgaan.”

Dromen alle ouders van kerkelijke vrienden voor hun kinderen?
„Ik denk dat de meesten wel blij zijn als ze zien dat hun kinderen met kinderen uit de gemeente optrekken. Als ouders ben je bewogen met je kind. Je hoopt dat ze door het bloed van Christus gereinigd mogen worden. Alles wat daarbij helpt of ondersteunt, probeer je als ouders te doen of te stimuleren. Op die manier zoek je het beste voor je kind.”

Wat is de waarde van vrienden uit de kerk?
„Een groot voordeel is dat die kinderen in dezelfde traditie opgroeien. Samen naar club, samen naar catechisatie, samen naar de kerk, dat geeft een vertrouwd gevoel. Een voordeel is ook dat je de gezinnen waaruit de vrienden komen, zelf ook kent. Als er een hechte band is, houdt de jeugd elkaar onderling in de gaten. Als er een keer eentje wordt gemist in de dienst, vragen ze ’s avonds: Hé, waar was je vanmorgen? Een neveneffect dat uit de vriendschappen voort kan komen, zijn stelletjes. Onze vorige predikant, ds. R. van Kooten, was een ster in het koppelen.”

Hebben ze meerwaarde boven onkerkelijke vrienden?
„In eerste instantie ben ik geneigd ja te zeggen. De gelijkheid in handel en wandel en in traditie geeft rust. Maar er zit ook een risico aan, vooral naar de ouders toe. Die kunnen namelijk indutten, omdat ze denken: „Oh, het is een vriend van de kerk, dus dat gaat allemaal vanzelf goed.” Er is dan geen betrokkenheid meer op de vriendschappen.
Ik zou ouders willen vragen: Weet u wat er bij uw kind en zijn vrienden leeft, ook al lijken ze uiterlijk misschien netjes in het paadje te lopen? Als je kijkt naar de uitkomsten van de enquête “Om het hart van jongeren”, dan zie je wat er onder de catechisanten leeft. Problemen op het gebied van seksualiteit en alcohol zijn in onze gemeenten geen onbekend verschijnsel. Voor veel ouders en kerkenraden was de uitslag van deze enquête echt een eyeopener. Besef dat de wereld groter is dan je eigen kerkelijke gemeente.
Onkerkelijke vrienden roepen andere vragen op. Het dwingt je als ouders om je in die leefwereld te verdiepen en in gesprek te gaan. En dat zie ik als een voordeel, want je leert je kinderen om na te denken en bewuste keuzes te maken. Je kunt uitleggen waarom je bepaalde dingen niet wilt. Niet om je kind dwars te zitten, maar omdat je zijn heil er niet voor over hebt. Aan de andere kant wil ik niet zeggen: probeer zo veel mogelijk onkerkelijke vrienden te krijgen.
Waar ik nog voor wil waarschuwen, is het ons-soort-menseneffect. Alsof wij beter zijn dan anderen. Heb je oog voor de mensen buiten de kerk? Stimuleer je de jongeren om bijvoorbeeld mee te doen met de kinderevangelisatie?”

Hoe kun je als ouders vriendschappen in de kerk stimuleren?
„Dat kan alleen als je zelf positief meelevend bent in de kerk. Heb je als ouders wel vrienden uit de kerk? En hoe is je grondhouding ten opzichte van de gemeente, de preken? Is die negatief, dan kun je de kinderen niets kwalijk nemen. Stuur de kinderen van jongs af naar de club, als die er is. Laat ze er samen bezig zijn met het Woord en met ontspanning. Stel je huis open voor vrienden en leef met hen mee.”

Is dit alleen de taak van ouders of ook van de kerken?
„Vriendschappen hebben met alles in de gemeente te maken. Laat de predikant merken dat hij voor de jongeren openstaat? Heeft de kerkenraad oog voor problemen waar jongeren tegenaan lopen? Is een kerkenraadslid iemand in wie een jongere zich kan herkennen? Staat hij klaar met kant-en-klare antwoorden of luistert hij echt en gaat hij naast hem staan? Zijn er clubs waar de kinderen en de jeugd elkaar kunnen ontmoeten?
De invulling van het jeugdwerk in Soest is traditioneel. Specifiek voor de 16+-jeugd is er om de week een avond met een inleiding en vraagbespreking. De andere week is er een vrije invulling, zoals bowlen, een spel of iets anders. Het moet een gewoonte worden om op de zaterdagavond iets met de jongeren van de kerk te doen. Als je om de week vereniging hebt, zoeken ze de andere keer een andere invulling. Dan heb je kans dat ze een andere keer ook die invulling gaan kiezen. In de vakantie is er geen officiële vereniging, maar ontmoet de jeugd elkaar wel rond de vuurkorven.
Daarbij is ook altijd wel iemand van de leiding aanwezig. Jongeren hebben behoefte aan die ontmoeting. Als je elkaar bij ontspannende activiteiten ontmoet, is de kans groter dat er een band ontstaat waardoor jongeren zich in het hart laten kijken bij een Bijbelstudie. Wij proberen ze op alle mogelijke manieren te binden. En ook in Soest haken jongeren af. Het jeugdwerk blijft een zaak van heel veel gebed.”

Hoe leg je aan je kinderen uit dat de ouders van Klaas die ’s zondags dezelfde preken horen als jij, er geen moeite mee hebben dat hun kind een keet bezoekt en daar veel alcohol drinkt?
„Dat is een lastig opvoedkundig probleem. Bij al dit soort zaken moet je open en eerlijk met je kinderen praten. Leg met het Woord in de hand uit waarom je iets juist wel of niet wilt. Leg uit waarom bij jou in huis zaken gaan zoals ze gaan. Vergelijken met andere gezinnen moet je eigenlijk nooit doen. Het is heel makkelijk om een oordeel te vellen over hoe het bij de buren gaat, maar de Heere zal aan jou nooit verantwoording vragen over hoe het daar toeging, maar wel hoe het bij jou in huis toegaat. Praten over de buurman kan ook een veilige manier zijn om maar niet te hoeven zeggen hoe je er zelf in staat. Het gevaar is groot dat we al onze energie steken in dingen die mogen of niet mogen, om ze op het uitgestippelde paadje te laten lopen. Maar je bent er niet als ze uiterlijk netjes leven. De grote vraag is of ze al gereinigd zijn door het bloed van Christus. Laat dat ons vooral bezighouden!”


Oproep

Kinderen helpen met hun huiswerk. Voor veel ouders een worsteling om het goed te doen. Hoe gaat dat bij u in het gezin? We zijn benieuwd naar uw vragen en ervaringen rond het helpen bij huiswerk en hopen daar binnenkort in een artikel op terug te komen. Wilt u voor 22 juni reageren via redactie@terdege.nl?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 juni 2011

Terdege | 92 Pagina's

Vrienden uit de kerk

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 juni 2011

Terdege | 92 Pagina's