Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vriend van Luther

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vriend van Luther

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

Eerste kennismaking Daar stond hij dan, 21 jaar oud nog maar. Een jonge man met een smal gezicht, een Griekse neus en een hoog voorhoofd. Een beetje met zijn figuur verlegen. Gespannen: zijn ene schouder zakte wat naar beneden en toen hij begon te spreken, stotterde hij wat. Geen wonder dat hij zenuwachtig was: op die dag, 29 augustus 1518, moest hij zijn inaugurele rede houden als professor in de Griekse taal en letterkunde aan de universiteit van Wittenberg, een Duits provinciestadje aan de Elbe. De grote gehoorzaal zat stampvol. Onder het nieuwsgierige publiek bevond zich ook Maarten Luther, de theoloog die leiding gaf aan de universiteit. Bijna eenjaar geleden had hij de wereld op haar grondvesten doen schudden door zijn 95 stellingen over aflaat en boete aan te slaan aan de deur van de slotkapel, hier in deze stad. Luther was benieuwd naar het eerste optreden van de jonge man, die helemaal uit Tubingen was gekomen om hier hoogleraar te worden. Philippus Melanchthon was door keurvorst Frederik de Wijze naar Wittenberg gehaald op advies van Melanchthons oudoom Johannes Reuchlin, de beroemde humanist die een grammatica had geschreven voor de Hebreeuwse taal. Luther was met de komst van Melanchthon niet zo ingenomen geweest; hij had liever een beroemde geleerde uit Leipzig naar Wittenberg gehaald. Luthers reserves namen bij het zien van de wat stuntelige jongeman alleen maar toe. Moest zo'n man hier nu een van de bijbelse talen komen geven, nog maar nauwelijks ouder dan de studenten die aan zijn zorgen werden toebetrouwd?

Luthers aarzelingen duurden niet lang. Reeds na de eerste zinnen vergat hij - en heel de zaal met hem! - al zijn bezwaren. Melanchthon sprak over het onderwerp Herziening van het leerprogram der universiteit. Heel bescheiden, maar bezield gaf hij in mooi Latijn zijn mening over de studiemethode zoals die gedurende de Middeleeuwen gebruikelijk was geweest op de universiteiten. Schandelijk noemde hij het dat de kennis van het Grieks en het Hebreeuws - de bijbelse grondtalen! - in het hoger onderwijs helemaal teloor was gegaan. De jonge professor hield een gloedvol betoog waarin hij zijn gehoor opriep weer terug te gaan 'ad fontes' ('naar de bronnen'). We komen op die uitdrukking nog terug. Aan het einde van zijn rede deelde Melanchthon mee dat hij van plan was colleges te gaan geven over Homerus en over Paulus.

Luther was in één slag voor de onbekende jonge man gewonnen. Aan een vriend schreef hij: 'Melanchthon heeft een hoogst geleerde en buitengewoon fijn uitgewerkte oratie gehouden en er was zoveel applaus en bewondering aan alle kanten, datje hem nu heus niet meer bij ons hoeft aan te bevelen. Wij hebben de indruk die we kregen toen we hem voor 't eerst zagen, radicaal herzien (...) Ik zelf heb besloten mij onder zijn leiding in het Grieks te gaan bekwamen, ik wens geen andere leraar...'.

'Zwarte aarde' Wie was toch deze jonge hoogleraar, die in één slag de harten van de Wittenbergers voor zich won? Zo rond Hervormingsdag 2005 willen we in een paar artikelen stilstaan bij de persoon van Philippus Melanchthon. Voor deze artikelen maakte ik onder meer gebruik van het boek van prof dr. WJ. Kooiman, Philippus Melanchthon (Amsterdam 1963) en dat van prof dr. Derk Visser, Niets menselijks is mij vreewö? (Kampen 1995). Luthers vriend (hoewel Luther vele vrienden had, mogen we Melanchthon toch wel dé vriend van Luther noemen) werd in 1497 geboren als Philip Schwarzerd. Hij werd opgevoed door zijn grootouders en vooral door zijn oudoom, de al genoemde grote geleerde Johannes Reuchlin. Toen Philip tien jaar oud was, kreeg hij van zijn oom, die al spoedig de buitengewone begaafdheid van de jongen had ontdekt, een Griekse grammatica cadeau... voor die tijd een geweldig geschenk! Omdat een echte geleerde toentertijd geacht werd zijn naam in het Latijn of Grieks te vertalen, veran­ derde oom Johannes de naam van de jongen van Schwarz-erd (zwarte aarde) in het Griekse Melan-chthoon, dat dezelfde betekenis heeft. De begaafdheid van de jonge Philip kwam uit in het feit dat hij nog maar twaalf jaar was toen hij zich liet inschrijven als student aan de universiteit van Heidelberg. Hij zag er bovendien nog erg kinderlijk uit. Dat zal er wel de oorzaak van zijn geweest dat men hem niet wilde toestaan dat hij reeds twee jaar later de magisterstitel wilde gaan verwerven. Toen vertrok Philip op advies van zijn oom naar de universteit van Tubingen. Na het behalen van zijn magisterstitel (hij was toen zestien), schreef hij zijn eerste werk: een Griekse grammatica. Er zouden 44 drukken van verschijnen! Op 21-jarige leeftijd ontving Melanchthon de kroon op zijn werk: een benoeming door keurvorst Frederik de Wijze tot hoogleraar in de Griekse taal te Wittenberg. Zijn eerste optreden in die functie werd - we hoorden het al - een groot succes.

Homerus en Paulus... Zoals gezegd deelde Melanchthon aan het einde van zijn inaugurele rede mee dat hij colleges wilde gaan geven in Homerus en Paulus. Voor ons besef een vreemde combinatie. Maar dit feit was toch tekenend voor de situatie waarin Melanchthon destijds verkeerde. Hij was een echte humanist. Opgevoed door de vermaarde Hebraïcus Reuchlin, had hij reeds jaren geleden een lofdicht geschreven op de beroemdste van alle humanisten, Desiderius Erasmus van Rotterdam. Die had dat erg gewaardeerd. Men verwachtte in humanistische kringen veel van de jonge professor van Wittenberg. Nu moeten we goed beseffen dat het woord humanist vandaag een andere klank heeft dan in de vijftiende en zestiende eeuw. In onze tijd is het humanisme een vorm van denken die veelal aan het christendom vijandige trekken vertoont. Het Humanistisch Verbond heeft zich soms in deze zin uitgelaten. In de tijd waarin de jonge Melanchthon opgroeide, lag dat iets anders. Een humanist was iemand die over de middeleeuwen heen terug wilde naar de bronnen van de klassieke oudheid. We hoorden al dat dit thema een grote rol speelde in Philippus' inaugurele rede. Men wilde de Griekse dichter Homerus, de geschiedschrijver Herodotus, de Latijnse dichters Ovidius en Vergilius, de Romeinse geschied­ schrijver Tacitus en vele anderen uit de klassieke oudheid weer gaan lezen in de talen waarin zij hadden geschreven. Maar - en dat is heel belangrijk - men wilde ook de kerkvaders én de Heilige Schrift weer gaan lezen in de oorspronkelijke vorm! Vandaar dat de studie van het Hebreeuws en Grieks, de bijbelse talen, weer in aanzien kwam. Ook wat de Schrift betreft, was de leuze: 'Ad fontes', 'Naar de bronnen'! We spreken in dit verband ook wel van bijbels humanisme.

Toch moeten we niet vergeten dat er een wezenlijke en diepe kloof bleef gapen tussen een humanist als Erasmus en een bijbels theoloog als Luther. In het jaar 1524 zou dit heel pijnlijk aan het licht komen door het conflict dat beide mannen kregen over de vrije wil. Toen Melanchthon in Wittenberg arriveerde, kwam hij in feite reeds met dit conflict in aanraking. Rashumanist als hij was, had hij nog niet zo door dat tussen Homerus en Paulus - over hen beiden wilde hij college geven! - een diepe kloof gaapte...

Gewonnen voor de Schrift Het is de omgang met Luther geweest die Melanchthon middellijkerwijs heeft gewonnen voor de leer van vrije genade, voor de leer van het absoluut gezag van de Heilige Schrift. Kooiman schrijft in zijn genoemde boek: 'Hij werd door Luther gegrepen, geboeid. Het is merkwaardig hoe snel de humanistische filoloog (taalgeleerde, A.M.) zich gewonnen gaf aan de bijbelse theoloog (...) Hij ging door zijn gesprekken met Luther verstaan dat de Schrift iets meer wil zijn dan een stuk klassieke literatuur, dat zij het getuigenis is van Gods openbaring hier en nu...' {Philippus Melanchthon, blz. 16). De grote beslissing viel in 1519, tijdens het beroemde godsdienstgesprek dat Luther toen in Leipzig voerde met de fel roomse Johannes Eek, de vice-kanselier van de universiteit van Ingolstadt. Deze man had een galbittere en honende brief geschreven over de 95 stellingen van Luther. Tijdens de felle woordenwisselingen met Eek kwam Melanchthon meer dan eens Luther te hulp door hem bepaalde gegevens over exegese of kerkgeschiedenis in te fluisteren. Nu kwam de grote verandering openbaar die zich in het hart van Melanchthon had voltrokken. Dit tot ergernis van Eek, die op een gegeven moment uitriep: 'Hou je mond, Philippus, bemoei je met je eigen zaken en hinder me niet.' Veel erger dan de vijandschap van Eek woog Melanchthon echter het verUes van de vriendschap van zijn oudoom Reuchhn. Deze was hevig geschrokken toen hij merkte dat zijn neef onder de invloed van Luther was geraakt. Hij deed er alles aan om Melanchthon weer onder zijn hoede te krijgen - maar tevergeefs. Tegen een vriend verklaarde Melanchthon: 'Ik zou liever sterven dan me van Luther te laten wegtrekken.' Toen Reuchlin merkte dat hij voor een verloren zaak streed, verbood hij zijn neef hem ooit nog een brief te schrijven. Het moet Melanch­ thon erg hebben bezeerd dat zijn oom zijn bibliotheek, die hij in zijn testament aan zijn neef had nagelaten, aan de monniken van het klooster van Pforzheim cadeau gaf Erger nog was het voor hem, de genegenheid en liefde van zijn oom, aan wie hij toch zoveel te danken had, te moeten missen. Maar God had hem er een andere vriend voor in de plaats gegeven: de hervormer van Wittenberg! (wordt vervolgd) Capelle aan den IJssel,

ds. A. Moerkerken

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 2005

De Saambinder | 12 Pagina's

De vriend van Luther

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 2005

De Saambinder | 12 Pagina's