Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT 126

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT 126

De Dordtse Kerkorde, art. 31b.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hetgeen door de meeste stemmen goed gevonden is, zal voor vast en bondig gehouden worden, tenzij dat het bewezen worde te strijden tegen het Woord Gods, of tegen de artikelen in deze Generale Synode besloten, zo lang als dezelve door geen andere Generale Synode veranderd zijn.

BESLUITEN VAN DE MEERDERHEID ZIJN GELDIG.

De meerdere vergaderingen hebben geen hoger gezag of bestuursmacht. Ook tijdens de zitting van een classis of een synode blijft de macht van de kerkeraden dezelfde. Maar voor de gevallen, die naar de orde der kerken op een meerdere vergadering behoren of daar gebracht zijn, laten de mindere vergaderingen de beslissing over aan haar afgevaardigden, die er vertegenwoordigd zijn. In de meerdere kerkelijke vergaderingen geldt dan de regel, dat de besluiten van de meerderheid geldig zijn, indien Gods Woord geen duidelijk uitsluitsel geeft en er na voldoende overweging en diskussie besluiten gevonden moeten worden.

Aan een beslissing der meerderheid moet men zich onderwerpen. Niet alsof de kerkelijke vergadering onfeilbaar is en gevrijwaard is voor dwalingen. De oude uitdrukking: Roiha locuta est, causa finata est, dw.z. Rome heeft gesproken en daarmee is de zaak beëindigd, is nooit door de gereformeerden overgenomen. Maar toch weldat in het algemeen de regel behoort te gelden dat de minderheid zich heeft te konformeren naar de meerderheid, en dat wat door de meeste stemmen goedgevonden is, zal voor vast en bondig gehouden worden. Indien men deze algemene regel niet aanvaardt, komt men terecht in de wateren van de independenten, die de mening zijn toegedaan, dat kerkelijke vergaderingen alleen maar adviezen kunnen geven en er verder voor de gemeenten een vrijheid is deze adviezen op te volgen of te verwerpen. De kerkorde verwerpt dit standpunt beslist. Een geordend kerkelijk leven zou niet mogelijk zijn, indien men de vrijheid der plaatselijke gemeenten zo zou opvatten.

Het beginsel dat de besluiten der meerderheid geldig zijn, is van het begin vein de Reformatie in ons land af reeds uitgesproken. De eerste Synode van Emden (1571) bepaalde reeds: "De praeses vrage het oordeel van de ganse vergadering of verzamele de stemmen, zette het gevoelen van het grootste en beste deel uiteen; dat neme de scriba op; hij leze het opgenomene duidelijk voor, opdat het met aller instemming worde goedgevonden". Liefst nam men de besluiten met gemeen akkoord. Bleek er in de diskussie verschil van gevoelen, dan werd er aanvankelijk blijkbaar tweemaal gestemd. De eerste keer om uit te maken wat het gevoelen van , , het meeste en beste deel" was, en nadat de scriba het nog eens voorgelezen had nog een keer „opdat het met gemene bewilliging bestendigd worde". De minderheid konformeerde zich door deze aanvaarding met gemeen akkoord aan het gevoelen der meerderheid. In het gevoelen der meerderheid werd gerekend de meeste waarborg te liggen voor een juist besluit. Later werden er formeel geen twee stemmingen meer gehouden, maar rekende men dat de minderheid zich stilzwijgend bij het gevoelen der meerderheid aansloot. In 1581 werd door de synode van Middelburg de redaktie gemaakt zoals die is overgenomen in de •D.K.O. 1618-1619.

Het beginsel dat het gevoelen der meerderheid geldigheid heeft, rust op de Schrift, o.a. Hand. 15 en Hand. 16. Op het apostelkonvent werd een besluit genomen inzake de besnijdenis van de heidenchristenen met een bindende kracht voor Antiochië en voor de gemeenten in Syrië en . Galicië. En Paulus en Timotheüs, die de steden doorreisden , , gaven hun de verordeningen over, die van de apostelen en de ouderlingen te Jeruzalem goedgevonden waren om die te onderhouden". Wel is over het apostelkonvent van Hand. 15 niet een eenparige opvatting over de konklusies ten aanzien van meerdere kerkelijke vergaderingen. Sommigen zien er een soort Gen. Synode in, anderen niet, daardoor de aanwezigheid van de apostelen het besluit de kracht kreeg van Gods Woord. Hoe het dan moge wezen, dit is waar dat het besluit van het apostelkonvent als een bindend besluit en als een last en opdracht van de gemeenten ook de heidenen werd opgelegd. We vermelden alleen nog de mening van Calvijn over het apostelkonvent: „Wij moeten weten, dat hier van Gods wege worden voorgeschreven de vorm en orde, die gehouden moeten worden in het samenroepen van de Synode, wanneer er een verschil is ontstaan, dat op een andere wijze niet bijgelegd kan worden".

's-Gravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 1967

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT 126

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 1967

De Saambinder | 4 Pagina's