Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ARCHIEVEN VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ARCHIEVEN VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

ARCHIEFDIENST

De archiefdienst van de Gereformeerde Kerken in Nederland in zijn huidige opzet ging op 1 september 1980 van start. Globaal kunnen de taken van de archivaris als volgt worden omschreven:

- het beheren van de archieven van de generale synoden, alsmede de archieven van de landelijke deputaatschappen 1 , van een aantal gereformeerde instellingen en van personen, die een rol hebben gespeeld in de gereformeerde kerken;

- het adviseren over het beheer van de archieven die berusten onder de particuliere synoden, de classes en de plaatselijke kerken; deze advisering geschiedt in samenwerking met vrijwilligers die door de Deputaten voor de Archieven (en het kerkelijk kunstbezit) tot archiefconsulent zijn benoemd in een bepaald ressort (één of meerdere classes).

Een lijst van consulenten wordt jaarlijks gepubliceerd in het landelijk jaarboek van de Gereformeerde Kerken in Nederland 2 ;

- het begeleiden van het beheer van de dynamische archieven die berusten bij de bureaus in het Dienstencentrum te Leusden en bij de deputaatschappen.

De eerste twee taken worden in het onderstaande artikel nader toegelicht, omdat deze van belang kunnen zijn voor het onderzoek naar de geschiedenis van het Nederlandse Protestantisme in de negentiende en twintigste eeuw.

Een beschrijving van de dynamische archieven van de generale deputaatschappen en landelijke bureaus kan evenwel achterwege blijven, omdat deze bronnen zonder toestemming van de eigenaren (nog) niet toegankelijk zijn voor het historisch onderzoek.

In het algemeen kunnen twee opmerkingen vooraf worden gemaakt. De eerste opmerking betreft de onvolledigheid van de negentiende-eeuwse archieven 3 . De organisatie van het gereformeerd kerkelijk leven met talloze deputaatschappen, commissies en verenigingen bracht mee dat de archivalia over tal van personen en plaatsen verspreid waren.

Het ontbreken van een centrale bewaarplaats had tot gevolg dat vele kerkelijke papieren en documenten bij de mensen thuis werden bewaard, en soms na tientallen jaren in het vuilnisvat terecht kwamen.

Ook het feit dat in 1897 pas goed is begonnen met het verzamelen van de synodale archieven uit vroegere jaren (vanaf de eerste afgescheiden synode te Amsterdam in 1836), is oorzaak van onvolledige negentiende-eeuwse bronnen 4 . S. van Velzen had weliswaar bij de Theologische School te Kampen al enig archiefmateriaal met betrekking tot de uit de Afscheiding voortgekomen kerken verzameld, maar van een systematische archiefvorming was toen nog geen sprake.

Helaas moet worden aangenomen dat veel materiaal is verloren gegaan, maar toch zullen in verschillende gereformeerde families vrijwel zeker nog kerkelijke papieren uit vroeger dagen aanwezig zijn. Het blijft daarom van belang ook in de komende jaren te streven naar mogelijke aanvullingen van de archieven en documenten van de uit Afscheiding en Doleantie ontstane kerken.

Een tweede algemene opmerking betreft de moeilijkheid dat het bronnenmateriaal inzake de negentiende-en twintigste-eeuwse kerkgeschiedenis, zowel landelijk, regionaal als plaatselijk, als gevolg van kerkscheuringen thans verspreid is over de diverse gereformeerde kerkengroepen.

Voor het kerkhistorisch onderzoek zou het van groot belang zijn als in de komende tijd een overzicht samengesteld kan worden van wat zich bevindt bij de verschillende gereformeerde denominaties.

Nog beter zou zijn als in de nabije toekomst deze kerken bereid zouden zijn, onder bepaalde voorwaarden, hun archivalia en documenten in bewaring te geven op een centrale plaats, bijvoorbeeld bij het Rijksarchief in Utrecht 5 . Dit rijksarchief is namelijk uitgegroeid tot een centrale bewaarplaats van kerkelijke archieven. Reeds eerder waren hier de archieven van de apostolische vicarissen en aartspriesters door resp. de oud-katholieke aartsbisschop en de rooms-katholieke aartsbisschop van Utrecht in bewaring gegeven, waardoor aansluiting bij de al in rijkseigendom zijnde archieven van de middeleeuwse bisschop en kapittels van Utrecht werd gerealiseerd. Voorts zijn in de laatste decenniën ook overgebracht de bijzonder omvangrijke en veelzijdige archieven van de Evangelische Broedergemeente (Hernhutters) te Zeist en van het Zeister Zendings-Genootschap, die van de Remonstrantse Broederschap in Nederland, van de Unie van Baptistengemeenten in Nederland, van de Vereniging van vrijzinnige Hervormden in Nederland, van de Gereformeerde Bond in de Nederlands Hervormde Kerk en van de Raad van Kerken in Nederland.

Als de kerken van Afscheiding en Doleantie de afspraak zouden kunnen maken dat zij hun archieven en documenten van de landelijke vergaderingen en commissies uiteindelijk ook gaan bewaren op één centraal punt dan zal dit m.i. grote voordelen bieden, o.a. voor het wetenschappelijk kerkhistorisch onderzoek.

Bovendien zal dan bij particulieren die over kerkelijke papieren en documenten beschikken, meer bereidheid komen om deze stukken eveneens daarheen over te brengen. Het is van groot belang te stimuleren dat de in persoonlijke en familiearchieven nog aanwezige papieren en documenten die van belang kunnen zijn voor de kerkhistorie (o.a. dagboeken en brieven), eveneens in veiligheid worden gebracht en toegankelijk worden gemaakt voor het onderzoek.

In ieder geval is thans bij de Deputaten voor de Archieven het voorstel in overweging om de oudste gedeelten van de archieven van de Gereformeerde Kerken in Nederland binnen afzienbare tijd over te brengen naar het Rijksarchief in Utrecht.

ARCHIVALISCHE BRONNEN VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN

Op dit moment, bijna twee jaren na de start van de archiefdienst in zijn huidige opzet, is nog geen volledig overzicht te geven van al de archivalische bronnen van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Er is nog zeer veel te ordenen en beschrijven (inventariseren). Pas over een aantal jaren kan een vollediger opsomming worden gepubliceerd. In deze bijdrage volgt daarom een eerste bescheiden overzicht van het in de Gereformeerde Kerken aanwezige archiefmateriaal.

1. Archieven synodale-(landelijke) vergaderingen (1836-1970)

Deze archieven zijn enkele jaren geleden geïnventariseerd. De inventaris is in druk verschenen en nog steeds verkrijgbaar bij uitgeversmij. J. H. Kok B.V. te Kampen 6 .

In deze inventaris zijn beschreven de archivalia van de achtereenvolgende generale synoden (vroeger om de drie jaar, thans om de twee jaar gehouden) van de volgende kerkengroepen:

a. de Christelijke Afgescheiden (Gereformeerde) Kerk (1836-1869),

b. de Gereformeerde Kerk onder het kruis, die vrijwel elk jaar een algemene kerkelijke vergadering hield (1844-1869) 7 ;

c. de Christelijke Gereformeerde Kerk (1872-1892);

d. de Nederduitse Gereformeerde Kerken (dolerend), die elk jaar een voorlopige synode hielden (1888-1892) en

e. de Gereformeerde Kerken in Nederland (1892-1970).

Toegevoegde documentatie:

- collectie brochures, rapporten e.d., waarvan de inhoud betrekking heeft op onderwerpen die behandeld zijn in de vergaderingen;

- serie 'jaarboekjes, handboeken en jaarboeken' van de Gereformeerde Kerken in Nederland (1856-heden) 8 ;

- tijdschrift 'Het Kerkblad' (officieel orgaan van de Gereformeerde Kerken in Nederland), 1892-1908(7) (niet compleet aanwezig) en

- tijdschrift 'Kerkinformatie' (maandelijks orgaan van de generale synode ten dienste van de Gereformeerde Kerken), 1971-1980.

Inmiddels zijn een aantal aanvullingen op bovengenoemde archieven binnengekomen. Wellicht zal hiervan binnen afzienbare tijd een supplement bij de inventaris kunnen worden samengesteld.

2. Zendingsarchieven (1861-heden)

Een omvangrijke categorie archieven is die van de zending van de gereformeerde kerken.

Met de ordening van deze papieren en documenten is enige tijd geleden een begin gemaakt. Over de inhoud kan op dit moment nog niet zoveel geschreven worden. Daarom wordt volstaan met het volgende globale overzicht van aanwezig bronnenmateriaal.

a. Nederlandse Gereformeerde Zendingsvereniging (1861-1894). Deze vereniging werd opgericht op 6 mei 1859 te Amsterdam. Na 1892 besloot men de zendingsarbeid over te dragen aan de Gereformeerde Kerken in Nederland.

b. Zendingscommissie Christelijke (Afgescheiden) Gereformeerde Kerk (1861-1892).

De voorbereiding van de 'bevordering der zendingstaak' bij de Afgescheidenen was opgedragen aan de Curatoren van de Theologische School te Kampen. Dezen begonnen in 1861 met hun werkzaamheden. De eerste synode van de Christelijke Gereformeerde Kerk (Groningen, 1872) besloot een nieuwe zendingscommissie te benoemen, 'afgescheiden van het Collegecuratoren der Theologische School, omdat het laatste, bij veelvuldige werkzaamheid met betrekking tot de School, meermalen aan de Zending niet de nodige aandacht heeft kunnen wijden'.

Bij de Vereniging van 1892 is het werk overgenomen door het hierna vermelde deputaatschap.

c. Deputaten tot de Zending onder Mohammedanen en Heidenen, thans deputaten voor de Zending (Centraal Orgaan), 1892heden.

Na een uitgebreide discussie over de vraag van centralisatie of decentralisatie van de organisatie van het zendingswerk, werd op de Synode van Middelburg (1896) vastgesteld, dat volgens het decentralisatie-beginsel zou worden gehandeld. Zo ontstonden acht zg. zendende kerken, waarmee de kerken in de ressorten samenwerkten, t.w. Amsterdam, Arnhem, Delft, Leeuwarden, Middelburg, Rotterdam, Sneek en Utrecht. De kerken in de provincies Groningen, Drenthe en Overijssel vormden samen met 'die Altreformierten Kirchen in Niedersachsen' de zg. Soembazending. De eerstgenoemde acht verdeelden het zendingsterrein Midden-Java, terwijl de drie provincies Soemba voor hun rekening namen.

Toen in het begin van 1958 onzeker werd, of de kerken het zendingswerk in Indonesië zouden kunnen blijven voortzetten, ging men uitzien naar andere zendingstaken. Nadat de generale synode van Utrecht 1960 zich in principe had uitgesproken voor een voorlopige aanvaarding van nieuwe taken, werd de 'Paruba--commissie' opgericht, die de opdracht kreeg om de belangen van de zending in West-Pakistan, Ruanda, Urundi, Brazilië en Argentinië te behartigen, met de uitdrukkelijke bedoeling om tot taak-of terrein-verdeling onder de zendende Kerken over te gaan, zodra de tijd daarvoor rijp was.

Op 20 februari 1946 werd het Zendingscentrum opgericht, eerst "" gevestigd te Baarn, thans te Leusden. De archieven van de generale deputaten, het zendingscentrum en van de zendende kerken (m.u.v. de Friese zending, dat zich bij het Rijksarchief in Friesland bevindt) worden bewaard in de archiefbewaarplaats te Leusden.

3. Archief van de Deputaten voor Kerk en Israël, 1875-heden

De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerk, die in 1875 in 's-Hertogenbosch werd gehouden, benoemde een 'Commissie voor de Zending onder Israël'. De taak van deze commissie was aanvankelijk 'zeer beperkt'. Kennelijk was er enige aarzeling of dit initiatief wel voldoende zou aanslaan in de gemeenten. Daarom moest de commissie allereerst 'afwachten

of die zaak genoegzamen bijval en geldelijke ondersteuning vindt'. Dan pas mocht zij 'omzien naar de beste middelen om tot het doel te komen, Israël te brengen aan de voeten van zijn Messias'. In 1892, toen de Gereformeerde Kerken ontstonden, werd de commissie een deputaatschap en in de naam werd 'Israël' veranderd in 'joden'.

Gelukkig keerden de deputaten in 1961 weer terug naar de oude naam Israël en vervingen de term 'zending' door 'evangelieverkondiging'. En de bezinning op de verhouding van Israël en de kerk gaat nog steeds door. De naamsveranderingen van het deputaatschap vertellen ook iets van de veranderde visie op het werk. De neerslag van het werk over een periode van meer dan een eeuw is terug te vinden in dit archief, dat zich bevindt in de archiefbewaarplaats in het Dienstencentrum te Leusden.

Bij het archief is een uitgebreide documentatie opgenomen; o.m. de volgende tijdschriften:

- Zendingsblad voor de zending onder de joden, later 'Evangelie onder Israël' en thans 'Evangelie en Israël', (1925-heden)

- De Messiasbode (vanaf 1917), later 'Licht en Leven', (1949-1966)

- 'Verkenning en Bezinning', serie brochures over de verhouding van de kerk tot het Joodse volk, (1966-heden)

- De Hope Israëls, (1909-1941)

- Nieuw Israëlietisch Weekblad, (1918-heden)

- De Joodse Wachter, (1917-1939)

- Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen, (1918-1939)

- Centraal blad voor Israëlieten in Nederland, (1918-1940)

- The Jewish Chronicle, (1917-1940)

- Israëlitisches Familienblatt, (1917-1938)

4. Overige deputaatsarchieven

Naast de archieven van genoemde zendingsdeputaatschappen zijn er vele andere deputatenarchieven aanwezig in de archiefbewaarplaats in het Dienstencentrum te Leusden.

Hier wil ik volstaan met het opsommen van alleen die archieven van deputaatschappen die vóór 1932 (dus meer dan 50 jaar geleden) zijn ingesteld:

a. deputaten voor de correspondentie met de Hoge Overheid, 1892-1952;

b. deputaten voor correspondentie met Buitenlandse Kerken, 1892-ca. 1965;

c. deputaten Algemene kas ten behoeve van emeritus-predikanten enz., 1894-1896;

d. deputaten voor Argentinië, ca. 1908-1917,

e. deputaten voor de oefening van het verband met de theologische faculteit van de Vrije Universiteit; ca. 1913-ca. 1972;

f. deputaten voor de verstrooide Gereformeerden in Nederlands-Indië, 1916-ca. 1950;

g. deputaten voor de geestelijke verzorging van Zee-, Land-en Luchtmacht (voorheen: deputaten militairen), 1917-heden;

h. deputaten voor de hulpverlening aan Hongaarse Studenten en vluchtelingen, 1921-ca. 1970;

i. deputaten voor evangelisatie in België, 1927-1977;

j. deputaten voor de geestelijke arbeid in de IJsselmeergebieden en het Lauwerszeegebied, 1930-1979 (voorloper: Algemeen Gereformeerd Zuiderzeecomité).

5. Archief van de Nederlandsche Vereeniging van Vrienden der Waarheid, 1854-1934

Deze vereniging heeft in de strijd voor kerkherstel in de Nederlandse Hervormde Kerk van de 19e eeuw een belangrijke rol gespeeld. Zij heeft zich ingezet voor de 'handhaving van de leer en de rechten der Gereformeerde Kerk'. De beweging begon in 1853 met een plaatselijke vereniging te Rotterdam, breidde zich spoedig uit over andere delen van het land, totdat in 1863 door fusie één landelijke vereniging tot stand kwam. Het archief bevat stukken van de landelijke vereniging, alsmede van de afdelingen Amsterdam en Rotterdam.

Dit archief bevindt zich thans nog bij de gemeentelijke archiefdienst te Rotterdam, alwaar de heer J. C. Okkema bezig is met de inventarisatie.

6. Archief De Cock, 1822-ca. 1939

Deze collectie bevat brieven en andere documenten van ds. Hendrik de Cock (1801-1842), zijn echtgenote Frouwe Venema (1803-1889), hun zoon Helenius de Cock (1824-1894); voorts van Prof. Maarten Noordtzij (1840-1915), ds. W. H. Gispen (1833-1909), dr. G. Keizer (1869-1943), dr. L. H. Wagenaar (1855-1910), en tenslotte gegevens over de begintijd van de Afscheiding (o.a. instituering gemeenten).

Deze collectie bevindt zich thans nog bij de gemeentelijke archiefdienst te Rotterdam, alwaar de heer J. C. Okkema de laatste hand legt aan de inventarisatie.

Na gereedkoming van de inventaris zal deze collectie worden overgebracht naar de Gemeentelijke Archiefdienst te Kampen, omdat daar ook de archieven van de Theologische Hogeschool in bewaring zijn gegeven.

7. Archief van het Comité tot herdenking van de Afscheiding, 1933-1943

Dit archief is aanwezig in de archiefbewaarplaats in het Dienstencentrum te Leusden.

8. Archieven van de Theologische Hogeschool te Kampen, 1854-1940

Van deze archieven is in 1978 een (voorlopige) inventaris opgemaakt 9 , waarin o.m. de volgende archieven zijn beschreven:

a. College van Curatoren;

b. Commissies, ingesteld door het College van Curatoren;

c. redactie van 'De Bazuin';

d. College van Hoogleraren;

e. de bibliothecaris;

f. studentenvereniging 'Res parvae crescunt';

g. gedeponeerde archieven en verzamelingen, o.a. van Prof. S. van Velzen, prof. A. Brummelkamp, ds. G. F. Gezelle Meerburg, J. van Andel en D. K. Wielenga. ,

Deze archieven zijn te raadplegen bij het Gemeentearchief te Kampen 10 .

Bij de archivaris van de Theologische Hogeschool te Kampen (Oudestraat 6) zijn verder nog in beheer de archieven van

h. het studentencorps 'Fides Quaerit Intellectum' (1863-1968);

i. de persoonlijke archieven van G. M. den Hartogh, K. Dijk, en G. B. Wurth en

j. het archief van het Gereformeerd Traktaatgenootschap 'Filippus' (1878-heden).

9. Archieven van (semi)kerkelijke verenigingen en organisaties 11

Hiermee wordt een categorie archieven bedoeld van organisaties, waarvan de werkzaamheden zich geheel of in belangrijke mate afspelen op het werkterrein van de kerk, zoals bijvoorbeeld op het gebied van evangelisatie, zending, onderwijs, jeugd-, vrouwen-en mannenverenigingen. Het is van groot belang dat in de komende jaren deze archieven zoveel mogelijk worden opgespoord en in een goede archiefbewaarplaats worden ondergebracht.

10. Archieven van plaatselijke en regionale vergaderingen en organen

De archieven van de plaatselijke kerken, classes en particuliere synoden worden in toenemende mate in bewaring gegeven bij overheidsarchiefdiensten, te weten rijksarchieven in de provincies, gemeentelijke en streekarchiefdiensten. Hiervan is een eerste overzicht opgenomen in het 'Verslag 1980/81 van de Archiefdienst van de Gereformeerde Kerken in Nederland', januari 1982.

Voor een aantal gegevens over alle gemeenten en predikanten wordt verwezen naar het boekje 'Honderdveertig jaar gemeenten en predikanten van de Gereformeerde Kerken in Nederland' (uitgave Dienstencentrum GKN te Leusden, kosten f 14, - -).

Over het ontstaan van vele Gereformeerde Kerken in de tijd van de Afscheiding van 1834 en de jaren daarna wordt op 't ogenblik veel vastgelegd. In dit verband wordt gewezen op de volgende series boeken:

C. Smits, De Afscheiding van 1834. Eerste deel: Gorinchem en 'Beneden-Gelderland' (Oudkarspel, 1971). Tweede deel: Classis Dordrecht (Dordrecht, 1974). Derde deel: Documenten uit het archief ds. H. P. Scholte, bewaard te Pella, Iowa, U.S.A. (Dordrecht, 1977). Vierde deel; Provincie Utrecht (Dordrecht, 1980).

J. Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Groningerland. Deel I: De Classis Middelstum. Deel II De Classes Appingedam en Pekela van de Afgescheiden Kerken (Groningen, z.j.). Deel III: De Classis Groningen van de Afgescheiden

Kerken (Groningen, 1978). De Afscheiding van 1834 in Friesland. Deel I: De Classis Wanswerd (Dokkum) van de Afgescheiden Kerken (Groningen, 1980). Deel II: De Classes Drogeham (Drachten) en Leeuwarden van de Afgescheiden Kerken (Groningen, 1981).

Beide heren hebben vervolgdelen in voorbereiding.

De boeken van Smits en Wesseling geven een overzicht van de stichting en de beginperiode van de in de vorige eeuw ontstane Afgescheiden gemeenten. Uitgaande van de vroegere classicale indeling bij de Afgescheiden kerken wordt hier systematisch de geschiedenis van alle gemeenten beschreven. En daarvoor zijn uit vrijwel alle mogelijke bronnen gegevens te voorschijn gehaald. Niet alleen uit de archieven van de betreffende gereformeerde kerken, want die zijn vaak heel onvolledig over de beginperiode. De waarde van deze boeken is vooral, dat de gegevens uit zoveel andere bronnen zijn geput, zoals de archieven van de Nederlandse Hervormde gemeenten, van de gemeentebesturen, de rechterlijke archieven en last but not least uit vele persoonlijke archieven en documenten.

Als de heren Smits en Wesseling hun levenswerk zullen kunnen afronden, dan zullen wij over een aantal jaren beschikken over een volledig en goed gedocumenteerd overzicht van de ontstaansgeschiedenis van veel Gereformeerde kerken, namelijk van die gemeenten die geïnstitueerd zijn in de periode 1834-1860 (soms tot 1869).

Voorts zijn vele historische gegevens over de plaatselijke kerken vastgelegd in herdenkingsboekjes en artikelen. '

De heer A. P. Crom te Naarden, die als vrijwilliger werkzaam is bij de hieronder genoemde archiefdienst, is op dit moment bezig met het samenstellen van een zo volledig mogelijke bibliografie over de plaatselijke en regionale kerkgeschiedenis. Dit overzicht wordt in 1984 gepubliceerd in de nieuwe uitgave '150 jaar gemeenten en predikanten van de Gereformeerde Kerken in Nederland'.

Archiefdienst Gereformeerde Kerken in Nederland Postadres: ostbus 202, 3830 AE Leusden bezoekadres: urg. de Beaufortweg 18 te Leusden (bezoek na telefonische afspraak) telefoonnummer:033 - 94 32 44


1. Deputaatschappen zijn commissies door de generale synode benoemd tot uitvoering van bepaalde kerkelijke besluiten.

2. Zie Jaarboek 1982 G.K.N., blz. 440 en 441.

3. Zie ook G. Puchinger, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden) aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, in: DNK, februari 1977 (nr. 1), blz. 55.

4. Zie o.m. 'Het Kerkblad', officieel orgaan van de Gereformeerde Kerken in Nederland, van 23 april 1897, 6e jaargang no. 17. (oproep archivaris H. W. van Loon).

5. Rijksarchief in Utrecht, Alexander Numankade 201, Utrecht, tel. 030-7100 44.

6. Okkema, J. C., Inventaris van de synodale archieven van de Gereformeerde Kerken in Nederland, Kampen, 1975.

7. Notulen van de Algemene Kerkelijke Vergaderingen van de Gereformeerde Kerk onder het kruis (1844-1869) met inleiding, bijlagen en registers, Utrecht (Den Hertog); 1982 (heruitgave van de complete serie notulen).

8. Eigenlijk zijn hier drie series te onderscheiden: - 'Jaarboekjes' vanuit de Afgescheiden kerken (1856-1916); 'Handboeken' vanuit de Dolerende kerken (1888-1916) en - 'Jaarboeken van de Gereformeerde Kerken in Nederland' (1917-heden), m.u.v. 1945 dat niet is verschenen).

9. J. Grooten, Inventaris van de Archieven der Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Nederland te Kampen, (1854-1940), Gemeentelijke Archiefdienst Kampen (1978).

10. Gemeentelijke Archiefdienst Kampen, Molenstraat 28, Kampen, tel. 05202 - 198 52.

11. Zie ook J. P. van Dooren, 'Archivalische bronnen voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme in de Negentiende Eeuw', DNK, oktober 1977 (nr. 2), blz. 6 v.v.

Dit artikel werd u aangeboden door: Archief en Documentatiecentrum van de Gereformeerde kerken in Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1982

DNK | 46 Pagina's

ARCHIEVEN VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1982

DNK | 46 Pagina's