Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

26.

„Doch eer het geloof kwam, waren wij onder de wet in bewaring gesteld.” Maar het volk des Heeren leefde onder de wet toch ook door het geloof van Abraham. Zelfs de niet geestelijke kinderen tot op de dag van de wedergeboorte door een historisch geloof vanuit de heilsopenbaring. En nu lezen wij hier: „Doch eer het geloof kwam waren wij onder de wet in bewaring gesteld.

In Galatië werd door de prediking van het Evangelie het woord des geloofs gepredikt. Met de uitstorting van de Heilige Geest moest naar het bevel van Christus het Evangelie alle creaturen gepredikt worden. Terwijl het volk onder de oude dag door de ceremoniële diensten gewezen werd op de komst van de beloofde Zaligmaker. Maar heel veel Joden hadden genoeg aan de onderhouding van de ceremoniële wet om daarmee de wet der zeden te bevredigen. Zodat het geloof in de gekruiste Christus, Die door Zijn voldoening de verzoening had verworven en door de volmaakte onderhouding van de wet het recht ten eeuwige leven, was voor velen nog een duistere zaak. En dat was te begrijpen daar men in de onderhouding van de ceremoniële wetten, zelf als middelaar optrad om de verzoening met God en het recht ten eeuwige leven in orde te brengen. Van die godsdienstige zelfbediening waren zij echt niet zo gemakkelijk af te brengen, want dat deden zij in gehoorzaamheid aan een Goddelijke opdracht, die geheel menselijk in toepassing werd gebracht. Want als Mozes beschrijft de rechtvaardigheid die uit de wet is, zeggende: „De mens die deze dingen doet, zal door dezelve leven,” dan is dat vanuit de Schrift niet mogelijk met een blote onderhouding van de wet. Reeds bij Kaïn en Abel lag in het geloof het wezenlijk onderscheid, want de Schrift zegt: „Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kaïn, waardoor hij getuigenis bekomen heeft dat hij rechtvaardig was, alzo God over zijn gaven getuigenis gaf; en door dit geloof spreekt hij nog nadat hij gestorven is.” En met „dit geloof” wordt verstaan het geloof dat opkomt vanuit de innerlijke en levende geloofsgemeenschap met Christus, dat door de Heilige Geest gewerkt wordt in het hart. En daarover bekommert het geslacht van Kaïn zich niet.

„Doch eer het geloof kwam, waren wij onder de wet, in bewaring gesteld,” en daar sluit Paulus zich ook bij in. Hij hield zich in zijn eertijds ook vast aan de letter van de wet, zocht het geloof, dat door de liefde werkt, niet voor zijn hart en leven. En daarom te meer, daar hij door de genade van de Heere Jezus tot het geloof gekomen was, recht van spreken had en kracht om de tegenstanders daarvan te overtuigen.

De Heere had hen onder de wet in bewaring gesteld. Het was op zichzelf geen straf, want de ceremoniële wetten waren gegeven tot verheldering in het geloof dat naar de beloofde Messias heilbegerig uitzag. Het was bij de oprechten een' blijmoedig en moedig bezig zijn in de onderhouding van de inzettingen des Heeren.

De Heere had hen door de onderhouding van Zijn wetten in bewaring gesteld om hen bezig te houden in de dingen der eeuwigheid, opdat zij geen tijd zouden hebben voor de afgoden daar die allerwege onderhouden werden. En daar de Heere woonde onder de lofzangen Israëls was het zijn in de weg van de inzettingen des Heeren hen dierbaar. Hij hield hen in Zijn zorgende hand besloten „tot op het geloof, dat geopenbaard zou worden.”

Het geloof in de beloofde Zaligmaker om Hem in Zijn lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid te omhelzen, is een Goddelijke openbaring door de dierbare werkingen van Zijn Geest.

En al hebben wij die volheerlijke openbaring van stuk tot stuk in de Schrift, dan nog is het en blijft het door Gods Woord en Geest een openbaring in ons hart tot zaligheid. Wij kunnen toch alleen door Gods Geest geleid worden in de Waarheid om die te verstaan opdat wij er door vrijgemaakt zouden worden van de wet die ons allen door die openbaring van haar dienstbaarheid kan verlossen.

Al zoeken wij de onderhouding van de ceremoniële dienst niet, daar die tijd voorbij is, dan zijn wij daarom nog niet bevrijd van de dienstbaarheid der wet.

Het zal bezwaarlijk gaan kinderen Gods aan te wijzen die zich kort of lang niet kwamen schuldig maken aan het zoeken van de zaligheid in de werken van de wet. Want dat komt niet slechts van buitenaf tot ons, maar van binnenuit komt het op. En dat vanuit de wortel van onze eigengerechtigheid.

Het is mogelijk dat men vast zit in een wettische rechtzinnigheid en dat men jaar en dag daarmee leeft onder Gods kinderen, zonder door hen daarin vermaand te worden, daar de oefeningen van het leven er zo in gemist worden.

Met een wettische rechtzinnigheid kan het heel duidelijk gezegd worden hoe men bekeerd en geleerd moet worden tot zaligheid en het is niet meer dan een blote beschouwing. Maar vanuit de innerlijke beleving wordt gesproken vanuit het geheim en dat is vanuit de verborgenheid des geloofs, hoe het gaat. Hoe het hart de Heere bevindelijk leert kennen tot verbinding aan Hem en aan Zijn zalige dienst.

Bij de eerste gaat het zoals hij dacht dat het gaan zou en dat precies zo en niet anders. Wat bij de oprechten niet het geval is. Men komt niet tot het geloof in de vervulling van Gods beloften zoals men dacht dat het gaan zou en gaan moest. Toen Abraham met die gedachte kwam te staan voor de dood van een totale onmogelijkheid, sloeg hij de weg van de berekening in en zie, daar werd een kind geboren, maar vanuit de dienstbaarheid van de wet, wat door de Heere niet werd aangenomen als het door Hem beloofde kind. Abraham werd door de Heere van die droggrond afgebracht en terug gezet in de dood der onmogelijkheden, opdat Gods belofte haar vervulling zou bekomen in de weg van het wonder van Gods openbaring.

Van de mens uit wordt het altijd gezocht in de weg van berekening en daarvan kan het hart alleen door de Heere gezuiverd worden door te leven door Zijn Geest vanuit Gods volheerlijke heilsopenbaring in Christus. Het geloof leeft door de onderwijzingen van de Geest ook bij de voortgang uit de bron van Gods heilsopenbaring. Hierin wordt men nooit meester, maar wordt men wel steeds meer leerling.

Galaten 3 : 23

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's