Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog eens de attestatie

Op het gevaar af te gaan vervelen, willen we nog eenmaal aandacht geven aan de attestaties in het kerkelijk leven. Een attestatie wordt dus nooit door de kerkeraad per post overgestuurd naar de kerkeraad van de nieuwe gemeente, maar persoonlijk meegegeven. Het lid moet zich zelf bij de kerkeraad in zijn nieuwe woonplaats melden en daar verzoeken om toegelaten te mogen worden, en daarbij wordt de attestatie overhandigd. Het blijft een vrijwillige persoonlijke zaak.

Wel kan het het soms goed zijn, wanneer de kerkeraad even een berichtje stuurt naar de kerkeraad in de nieuwe woonplaats dat men een attestatie afgegeven heeft aan die en die - met het nieuwe adres. Zou de betrokkene om de een of andere reden wat nalatig zijn met het indienen van de attestatie, dan zou de nieuwe kerkeraad zelf ook contact kunnen zoeken.

Meestal zal het gaan om een gezin, dat verhuist. Hoe moet de attestatie er dan uitzien? Het beste is dan, dat elk belijdend lid van dat gezin een eigen attestatie meekrijgt: dus een voor vader, een voor moeder (als ze beiden belijdend lid zijn) en een voor elk kind dat al belijdenis gedaan heeft. Dit laatste uiteraard alleen voor hen die nog bij hun ouders wonen. De doopleden krijgen geen eigen attestatie. Zij worden bijgeschreven op de attestatie van het hoofd van het gezin.

En hoe gaat het, wanneer een dooplid zónder zijn ouders verhuisd naar een andere plaats ?

Doopattestaties kennen wij niet in ons kerkelijk leven. Dat kan ook niet. Doopleden zijn immers onmondige leden, voor wie hun ouders nog de volledige kerkelijke verantwoordelijkheid dragen. Komt zulk een dooplid in verband met studie of beroep in een andere plaats te wonen, dan dient men dooplid te blijven in de gemeente waartoe de ouders behoren, totdat men daar belijdenis heeft gedaan.

Meestal zal het toch wel mogelijk zijn, de zondag bij de ouders thuis te zijn. Wel kan het in sommige gevallen wenselijk zijn, de kerkeraad in de plaats waar het dooplid is gaan wonen, daarvan op de hoogte te brengen (b.v. als het volgen van de catechisatie thuis niet mogelijk is).

Er kunnen zeer bijzondere omstandigheden zijn, waarin een doopattestatie toch nodig is, b.v. wanneer de ouders niet meer leven. Maar dat zijn hoge uitzonderingen. De regel is, dat men als dooplid kerkelijk blijft behoren tot de gemeente waartoe de ouders behoren. Tenslotte de vraag, wat de nieuwe kerkeraad verder nog doet met de attestatie, nadat besloten is, het nieuw ingekomen gezin toe te laten tot het lidmaatschap van de gemeente. Uiteraard wordt zondags in de kerk afgelezen dat die en die met attestatie zijn overgekomen uit die en die plaats. Pas wanneer blijkt dat er uit de gemeente geen geldige bezwaren zijn binnengekomen, is de toelating definitief. Maar wat gebeurt er dan nog verder met de attestatie(s) ? Zij hebben hun dienst gedaan en hebben daarmee hun betekenis verloren. Zij dienden immers alleen als getuigschrift van de kerkeraad van A aan de kerkeraad van B. Het laatste wat ermee gedaan wordt, is, dat de gegevens die erop staan, overgenomen worden op de (gezins)ledenkaart, die de scriba van de kerkeraad van B maakt van de nieuwingekomenen. Wij nemen tenminste aan, dat elke kerkeraad wel een kaartenbak heeft, waarin alle gegevens van de belijdende leden en de doopleden worden bijgehouden op gezinskaarten. Als het goed is, staan alle gegevens die voor die kaart nodig zijn (naam, voornamen, geboortedatum, gegevens over doop, belijdenis, huwelijk, enz.), op de attestatie.

De praktijk zal dan meestal wel zo zijn, dat de scriba ook de attestatie nog bewaart in het archief van de kerkeraad, en dat is goed, als men maar wel bedenkt, dat de attestatie nu géén betekenis meer heeft.

Waarom benadrukken we dat? Om twee redenen.

Het gebeurt wel, dat iemand die van A naar B verhuisd is, betrekkelijk kort daarna wéér gaat verhuizen, nu naar C, en dus weer een attestatie vraagt, nu bij de kerkeraad van B. Dan zou het kunnen zijn, dat de scriba van B denkt: Het gemak dient de mens; ik heb nog altijd de attestatie van A bewaard; de persoonsgegevens daarop zijn volgens mij nog steeds juist; ik geef die maar mee. Maar dat kan natuurlijk nooit. Het belangrijkste van de attestatie zijn niet de persoonsgegevens, maar is het getuigenis van de kerkeraad aangaande de belijdenis en de levenswandel. En dan is de attestatie van de kerkeraad van A alleen niet genoeg. De kerkeraad van B dient een eigen attestatie af te geven.

Het gebeurt ook wel, dat iemand die van A naar B verhuisd is, om de een of andere reden het toch niet kan vinden in zijn nieuwe gemeente, en dan naar de kerkeraad stapt en zegt: „Ik vraag mijn attestatie terug." Ook dat kan nooit. De attestatie is immers een brief van de ene kerkeraad aan de andere en kan dus nooit door het lid „opgevraagd" worden alsof het stuk „eigendom" van het lid zou zijn. Bedanken als lid van een gemeente kan dus nooit door „zijn attestatie terug te vragen". Een kerkeraad die de ingekomen attestaties niet bewaart, handelt uit oogpunt van archiefbeheer wellicht niet zo wenselijk, maar kan kerkrechtelijk vanuit het oogpunt van de leden niets verweten worden.

Nog een laatste vraag: omen attestaties al in de Bijbel voor? Inderdaad is dat het geval. Paulus spreekt van , , brieven van voorschrijving" (2 Kor. 3 : 1). Apollos kreeg van de kerkeraad van Efeze een attestatie mee, toen hij naar Achaje verhuisde (Hand. 18 : 27). In de verwarde tijd van de Tachtigjarige Oorlog waren attestaties wel zeer belangrijk, om bedrog tegen te gaan. En zo staat thans nog in onze kerkorde (artikel 82): Aan degenen die uit de gemeenten vertrekken, zal een attestatie of getuigenis van hun wandel bij advies van de kerkeraad meegegeven worden onder het zegel der kerk, of waar geen zegel is door twee ondertekend."

Wij kennen dit gebruik van een zegel niet meer, zodat thans attestaties altijd twee handtekeningen (gewoonlijk van de praeses en de scriba) dragen. Tot zover over de attestaties.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1988

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1988

De Wachter Sions | 8 Pagina's