Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schriftgeleerden 3.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schriftgeleerden 3.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Mattheüs 13 staat een opvallende tekst, die van betekenis is voor ons onderwerp. De Heere Jezus zegt tot Zijn discipelen: “Daarom een iegelijk schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt”. Mattheüs 13 : 52.

Het is ons bekend, dat er onder Israël vele schriftgeleerden waren. Ze waren in de Schriften thuis en onderwezen het volk erin. Om hun werk, door hun werk stonden zij bij het volk in hoog aanzien. Maar zij werden door de Heere Jezus gestriemd. Herhaaldelijk klonk het: “wee u”. We hebben gezien waarom. Ze gingen eigenzinnig, eigenwillig, eigenmachtig te werk. Nu is het opvallend, dat Jezus Zijn discipelen schriftgeleerden noemt. Ze zijn daaraan zelfs te herkennen. Hun identiteit blijkt hierin, dat zij als schriftgeleerden leerlingen zijn. Voor joodse begrippen was dat een ongehoorde zaak. Een schriftgeleerde, een rabbi, zoals hij ook wel genoemd werd, was geen leerling, maar een leermeester. Jezus doorbrak het geijkte kerkelijke patroon en zegt: “echt schriftgeleerde ben je pas, als je tevens leerling bent”. En dan leerling van het Koninkrijk der hemelen. Met nadruk wordt dit erbij vermeld. Wie nu leerling van dat rijk is, is leerling van Christus. En leerling van Christus te zijn betekent: open staan voor Zijn onderwijs. Een open oor hebbend voor dat onderwijs. Daartoe komt men niet uit zichzelf. Dat luisteren naar en aandacht hebben voor gaat niet vanzelf. De oren zijn van nature dichtgestopt voor de stem van de Heere en het hart is afkerig van Zijn onderwijs. Men wil niet onderwezen worden. Men weet het zelfs beter dan de grote Onderwijzer, de hoogste Profeet en Leraar. Nu vindt dit grote wonder plaats, de Heere doorboort oren en Hij opent harten. Hij geeft aandacht voor en behoefte aan onderwijs. Het verkeren aan ’s Heeren voeten wordt het leven. En hoe verder men komt op de weg van onderwijs, hoe meer men wil zitten aan de voeten van de Heere. Het leerling zijn en leerling blijven is de begeerte en de behoefte van het hart.

Dus schriftgeleerden, echte schriftgeleerden, zijn leerlingen en blijven leerlingen. Men raakt nimmer uitgeleerd. Want het onderwijs des Heeren is zo rijk. Zo diep. Zo breed. Zo geladen. Zo gevuld. Het maakt rijk. Het verrijkt het leven. Het adelt het leven. Het geeft kennis, die alle verstand te boven gaat. Waar het verstand ophoudt, mag het geloof verder gaan. Waar het intellect laat staan, daar weet het geloof raad. Het geloof laat nimmer in het onzekere. Het geeft steun. Het geeft rust. Het geeft zekerheid. En dat door het onderwijs, want het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God. Rom. 10 : 17.

Door Zijn Woord geeft de Heere onderwijs. En door het inzicht in het Woord en het verstaan van het Woord wordt men een schriftgeleerde. De Schrift gaat dan ook het leven beheersen. De schrift krijgt het dan voor het zeggen in het leven. In heilige gebondenheid aan de Schrift wil men leven en door het leven gaan.

De vraag naar het Woord is er steeds. Het Woord van het Koninkrijk. Het Woord van de Heere van het rijk. En nu zegt Jezus met nadruk: “een iegelijk schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt”. Welk een vergelijking wordt er door Jezus gemaakt. Hij wijst op een huiseigenaar. Een voornaam, niet onbemiddeld man. Hij is rijk, zelfs schatrijk. Want in zijn schatkamer bevinden zich heel wat schatten. Kostbaarheden. Oude en nieuwe dingen. Nu laat hij het zijne niet slechts zien aan anderen, maar hij geeft ook van zijn schatten aan anderen. Gasten hebben het goed bij hem en zij gaan niet met lege hand naar huis. De heer is gastvrij en hij geeft een gastgeschenk.

Nu de schriftgeleerde, de leerling van het Koninkrijk der hemelen, verzameld niet alleen, maar geeft ook door. Voor de echte schriftgeleerde is de Schrift een schatkamer, vol rijke, onovertrefbare schatten. Juwelen! Hoe meer hij ze bekijkt, hoe meer waarde ze voor hem krijgen. Welk een rijkdom ligt er in het Woord van de Heere. Men komt van de ene verwondering tot de andere.

In de schatkamer nu zijn oude en nieuwe schatten. Door de Heere Jezus wordt allereerst op het nieuwe gewezen. Waarom? Omdat nieuw altijd beter is? Zo denken wij. En zo is het veelal ook. Hier gaat het nieuwe om een andere reden voorop. Er moet gedacht worden aan het nieuwe, namelijk de komst van het koninkrijk in Jezus Christus. Het evangelie des Heeren is in en door Jezus Christus gekomen. Het heil Gods is geopenbaard in Jezus Christus de Heere. De ontvouwing van het heilsplan des Heeren. Zijn Goddelijk besluit. Zijn eeuwig welbehagen. De volle raad Gods tot zaliging van zondaren. De komst van het koninkrijk der hemelen op aarde, de uitbreiding en de completering ervan. Dit alles is door Hem. Naast het nieuwe, wordt het oude genoemd. Het staat naast het nieuwe. Het is niet van geringer waarde en minder van betekenis. Het oude behoudt haar waarde. Het oude Testament is niet nabij de verdwijning. Het was Gods Woord en het blijft Gods Woord. Het oude spreekt van de wet. Mozes, de profeten en de psalmen. In alles spreekt de Gods openbaring. In alles ligt de Messias. In haar werkt en spreekt de Messias. Zij getuigen van Hem. Vandaar dat de Christus op de weg naar Emmaüs de Schriften uitlegde. En daardoor werden harten in vlam gezet. Hoe rijk werd de Schrift voor de Emmaüsgangers. Gaat het hart open voor de rijkdom die ligt in het Oude Testament, het hart komt dan geheel te liggen in het Nieuwe Testament. Want het nieuwe spreekt van de vervulling. Het spreekt van Hem op Wie het oude wees en van Wie het oude sprak.

En hoe gaat nu de ware schriftgeleerde te werkt? Jezus zegt het, Hij houdt niets voor zichzelf. Hij vult de handen en vult lege handen. Hij deelt uit. Hij wil uitdelen. Aan zulke schriftgeleerden heeft de kerk wat. Wat zeg ik, veel! Alles! Zulke schriftgeleerden heeft de kerk nodig. Dienaren van het Woord. Uitdelers van het Woord.

Iemand schreef eens: de kerk heeft nodig mannen als Saulus van Tarsen, de apostel des Heeren, die van stad tot stad de Schriften van het Oude Verbond doorwandelend, de Joden betuigde dat Jezus was de Christus. Als die geleerde Jood uit Alexandrie, Apollos, machtig in de Schriften. Een man, die bij al zijn geleerdheid toch niet zichzelf te goed vond om zich door een paar eenvoudige lieden als Aquila en Priscilla de weg des Heeren nauwkeuriger te laten uitleggen”.

Zulke mannen worden niet geboren! Men kan geleerd zijn, maar niet bekeerd. Men kan zich opwerken tot een behoorlijk wetenschappelijk niveau. Men kan wetenschappelijk theologisch bezig zijn, zelfs zeer rechtzinnig, maar missen de vreze des Heeren. De bekende regels van psalm 25zijn niet traditioneel, maar voluit Bijbels. Trouwens de onberijmde tekst geeft het duidelijk aan. “De verborgenheid des Heeren is voor degenen, die Hem vrezen en Zijn verbond om hun die bekend te maken”.

Vandaar dat die mannen in prediking en pastoraat tot zegen zijn, die weet hebben van: de verborgen omgang met de Heere. Want


Gods verborgen omgang vinden
zielen daar Zijn vrees in woont
’t Heilgeheim wordt aan Zijn vrinden
Naar Zijn vreeverbond getoond.


De Heere heeft ook beloofd die Schriftgeleerden te zenden. In Mattheüs 23 lezen we: “Ik zende tot u profeten en wijzen en geschriftgeleerden”.

Aan ware schriftgeleerden heeft de kerk dus behoefte vandaag en morgen. Er zij gebed voor. “Dat de Heilige Geest op het voortdurend gebed van Gods volk krachtig werke onder hoogleraren en studenten, onder dienaren des Woords, opdat alom in de gemeenten het levende Woord van de levende God gepredikt worde. Opdat de harten der gelovigen niet vermoeid worden door de dwaasheden van een Schriftgeleerdheid, die wel geleerd, maar niet uit de Schrift is, opdat ze geen stenen voor brood krijgen, maar opdat men als een stem veler wateren de grote werken Gods predike en opdat van Axel tot Roodeschool en van Maastricht tot Den Helder en op de zendingsvelden in enigheid des waren geloofs vergaderd worde Gods heilige algemene christelijke kerk”!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1987

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Schriftgeleerden 3.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1987

Bewaar het pand | 6 Pagina's