Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Ierse venen zijn rijk aan planten en insecten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Ierse venen zijn rijk aan planten en insecten

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een groot deel van zijn aantrekkingskracht ontleent Ierland aan de uitgestrekte veenlandschappen, met hun heel aparte sfeer. Eenzaam en verlaten, meest kaal en boomloos, soms triest en somber, altijd weids en woest, met jagende wolken over het golvende land. Toch leven er veel Iplanten en insecten.

Aan de veenvorming in Ierland hebben verschillende dingen bijgedragen. Het klimaat is wel de belangrijkste oorzaak, met zijn hoge luchtvochtigheid (80 tot 90), de vele regen en de relatief hoge temperaturen. Ook de bodem draagt letterlijk zijn steentje bij, doordat graniet en keileem ondoordringbare lagen vormen en het regenwater slecht kan worden afgevoerd. De bossen, die eerst grote delen van het land bedekten, werden bovendien door de vroege bewoners gekapt om bouwgronden te verkrijgen. Daardoorkon erosie ontstaan. In de loop der tijden nam de bevolking toe en werd het bosareaal steeds kleiner. De veenvorming breidde zich explosief uit, waarschijnlijk ook onder invloed van een zeer natte periode. Daar hadden de mensen eerst geen antwoord op. Ze wisten geen raad met die zure, natte grond, totdat ze ontdekten dat turf kon branden. De veenbranden in hete zomers waren daar het bewijs van. De behoefte aan alternatieve brandstof werd ook groter, want het hout raakte op en de bevolking bleef groeien. Bovendien ontdekte men dat veengronden na goed afwateren en bemesten best geschikte bouwlanden konden opleveren. Turf werd en wordt nog steeds met een speciaal gevormde turfspade in langwerpige blokken afgestoken en op een droger stuk grond gegooid. Het vochtgehalte van de turt is dan 95 procent.
Na een week is het gehalte gedaald naar 25 tot 30 procent. Dan worden de blokken gekeerd en daarna in kleine groepjes rechtop gezet, zodat er ucht omheen kan circuleren. Gemiddeld is de droogtijd een maand; dan worden de blokken vervoerd naar de woningen en daar opgestapeld voor gebruik in de winter. Eeuwenlang is turfde belan rijkste brandstof geweest voor koken en verwarmen. In afgelegen streken zoals Connemara is dat nog steeds het geval. Het grote voordeel is dat het geen cent kost, want ieder huisgezin heeft een stukje veengrond om voor eigen gebruik af te graven. Het is alleen heel zwaar en moeizaam werk. Na de Tweede Wereldoorlog begon men turf machinaal af te graven en vanaf die tijd is de hoeveelheid
veengrond tempo afgenomen. Tegenwoordig is ongeveer 16 procent van het landoppervlak bedekt met hoogveen, waarvan nog geen 2 procent onaangetast is. Omdat in Europa verder vrijwel alle veengronden al verdwenen zijn, is in 1983 de Stichting tot behoud van de Ierse Venen opgericht.

´Deken´
Er zijn twee hoofdsoorten hoogveen in Ierland. In het midden van het land vind je de klassieke vorm van hoogveen, die vanuit een kom naar boven groeit en lenshoogveen wordt genoemd, omdat het oppervlak gewelfd is. Aan de westkust zijn net land en de bergen bedekt met een laag spreihoogveen, een veel minder voorkomende soort is. De Ierse benaming is "blanketbog". Een heel beeldende naam want het ligt als een deken over het landschap.  Lenshoogveen wordt gevormd doordat op de bodem van een meertje eerst rietveen ontstaatuit afgestorven plantenresten die niet volledig verteren. Aan de oppervlakte het veen kan uiteindelijk variëren van 3 tot 12 meter. Spreihoogveen ontstaat onder invloed van het klimaat; veel regen en een voedseiarme, ondoorlaatbare bodem zt)rgen voor de groei van veenmossen. De dikte van deze soort veen is gemiddeld 3 kenmerkend in het veenlandhap is het veenpluis, dat lange ortels heeft, die tot 60 cm iep kunnen komen, zodat de lanten zich stevig kunnen verinkeren in de slappe grond. Naast veenpluis zijn natuurlijk de veenmossen de belangrijkste veenvormers. Er zijn veel verschillende soorten. Ze zijn vaak geel of donkerrood. veenmos en op plaatsen waar het veen is afgegraven, kun je grote plakkaten zonnedauw vinden, een vleesetend plantje dat insecten vangt met de kleverige tentakeltjes langs de ranc van ieder blaadje. Doordat dcz^ planten leven op heel voedselar-l me, zure grond, vormen die dierlijke voedingsstoffen een welkome aanvulling op hun dieet. Ook vetblad is zo'n plantje. De mooiste soort is het Groot vetblad, met heel grote blauwe bloemen. Waterdrieblad staat soms in grote hoeveelheden op plaatsetij waar veenplassen wat verzander en verdrogen. Prachtige bloemen versieren in mei en juni d^l plassen en poelen. Langs de randen van het veen groeit echte koekoeksbloem, in het Engels zo aardig "Ragged Robin" geheten, vanwege de slordig gc-| rafelde bloembladen die wel door de wind gescheurd lijken. Ook orchideeën komen voor in; die randstroken! De mooiste is de moeraswespenorchis. Op drogere veengronden groeit veel; dophei en op nog wat drogere plaatsen struikhei. Er zijn maar , liefst 7 soorten dophei. Daarvan zijn de gewone dophei en de rode dophei het meest alge-; meen.

Nachtvlinders
Struikhei herbergt vele nachtvlinders, want heel wat rupsen eten van de hei. De grootste van die vlinders is wel de nacht-^ pauwoog, met zijn opvallende vleugeltekening. Opvallend is ook de rups van de hermelijnvlinder, die overal waar wilgestruiken groeien te vinden is. Naast vlinders zijn er verschillende soorten libellen in het veen. Een veel voorkomende soort is de zwarte heidelibel, di ook in Nederland vliegt. LibelJ len vallen op door hun snelle i elegante vlucht, met onverwachte wendingen. Een mooiej soort is de viervlek, zo genoemd naar de opvallende donkere vlekken op de vleugels. Er /.ijnï zo'n 22 soorten libellen in Ier-; land. Het veenlandschap mag dan kaal en levenloos lijken, er is leven genoeg.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 september 1998

Terdege | 84 Pagina's

De Ierse venen zijn rijk aan planten en insecten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 september 1998

Terdege | 84 Pagina's