Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IMPRESSIES VANUIT NUNSPEET (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IMPRESSIES VANUIT NUNSPEET (4)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vorige keer schreef ik een en ander over de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV). Dat besluit werd aan het eind van de tweede vergaderweek genomen. Aan het begin van die week kwam een ander gevoelig liggend punt ter sprake. Dat betreft de vraag wat we in onze kerken mogen zingen. We weten allemaal dat er een groot aantal gemeenten is waar men zich niet houdt aan wat gesteld is in art. 69 van onze Kerkorde. Daar staat dat we alleen psalmen zingen en berijmde schriftgedeelten. In 1998 is door het moderamen van de toenmalige synode een voorstel gedaan om toch nog een keer een poging te doen om uit de impasse te komen. Welnu, deputa-ten Eredienst hadden de opdracht gekregen van de generale synode van 2001 om liederen te selecteren, maar ook onderzoek te doen naar de bereidwilligheid van kerkenraden om zich aan zo’n selectie geestelijke liederen te houden. Op grond van de uitslag van die enquête hebben ze daarvan afgezien. Te veel kerkenraden gaven aan daar niets in te zien. De synodale commissie heeft uiteindelijk toch een voorstel aan de vergadering voorgelegd, omdat niets doen de situatie rondom wat we zingen in ieder geval niet kan verbeteren. Een ruime meerderheid van de vergadering kon zich vinden in het uiteindelijke besluit. Wat is de hoofdlijn van dit besluit?

Wat zullen we zingen?

Ik geef u eerst het besluit nagenoeg in z’n geheel, omdat naar mijn mening het van belang is om het uiteindelijke besluit te kunnen begrijpen. Vervolgens zal ik er enkele kantteke ningen bij maken. U ziet dan trouwens nog eens hoe een officieel besluit opgebouwd is.

De generale synode

Kennis genomen hebbend van

1. het rapport van deputaten Eredienst alsmede het corresponderende rapport van de synodale commissie;

2. de eerder genomen besluiten en de daaraan ten grondslag liggende rapporten vanaf de generale synode van 1980 inzake het kerkelijk lied

constaterende

1. dat alle voor 1998 genomen besluiten inzake het kerkelijk lied niet die eenheid hebben gebracht die men gehoopt had;

2. dat de besluiten van de synoden van 1998 en 2001 inzake het kerkelijk lied werden genomen met de intentie een laatste poging te doen om een uitweg te zoeken in de onbevredigende situatie rondom het functioneren van art. 69 K.O.;

3. dat uit de enquête van deputaten blijkt dat inzake het kerklied de meerderheid van de kerken zich niet houdt aan de synodale bepalingen, met name vanuit de overtuiging dat de liedkeus behoort tot de vrijheid van de plaatselijke kerken;

overwegende

1. dat op de generale synode van 1980 inzake het kerkelijk lied uitgesproken is dat de Heilige Schrift het zingen van liederen die niet rechtstreeks berijmde Schriftgedeelten zijn niet verbiedt, noch gebiedt;

2. dat het de roeping van de kerken is om ook in het kerkelijk lied de kerken bij het Woord te bewaren;

3. dat de Psalmen een geheel unieke plaats innemen, zoals ook blijkt uit de vele citaten uit het boek der Psalmen in het NT;

4. dat de geschiedenis van de kerken laat zien dat ook via zogenaamde vrije liederen allerlei dwaalleer de kerken is binnen gekomen;

5. dat het calvinistisch beginsel is dat in het kerklied de Schrift zelf aan het woord komt;

6. dat al heel lang eenparigheid inzake het kerkelijk lied ontbreekt;

7. dat weliswaar van het huidige standpunt ten aanzien van het kerkelijk lied, zoals dat verwoord wordt in art. 69 K.O., nog nooit is aangetoond dat dit tegen de Schrift of de confessie ingaat en dat dit daarom als hoofdlijn gehandhaafd kan blijven;

8 dat echter in de gereformeerde traditie er ook een zijlijn is aan te geven waaruit blijkt dat wel een plaats werd gegeven aan het vrije lied, vanuit de overtuiging dat schriftuurlijke gezangen de mogelijkheid bieden het heil dat God in Jezus Christus heeft geschonken te bezingen in woorden geput uit héél de Schrift.

van oordeel

1. dat in het licht van het rapport van deputaten Eredienst het aanbieden van een selectie liederen geen uitkomst kan bieden in de ontstane situatie;

2. dat het zondermeer vrijgeven van het vrije lied binnen onze kerken een breuk betekent met onze eigen kerkgeschiedenis en gevaren in zich bergt voor het geestelijk welzijn van de kerken;

3. dat prediking en kerklied niet los van elkaar staan en dat daarom de keuze van kerkliederen in de praktijk ook iets blijkt te zeggen over de inhoud van de prediking;

4. dat elke oplossing in de impasse waarin onze kerken inzake het kerklied terecht is gekomen een schijnoplossing is zonder de erkenning dat het om een geestelijk probleem gaat:

5. dat de GS geroepen is om geestelijke leiding te geven om uit deze impasse te geraken;

spreekt uit

1. Dat de Psalmen van onschatbare waarde zijn.

2. Dat de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland het ‘vrijelied’ weliswaar toestaan (de Schrift verbiedt het niet), maar niet voorstaan (de Schrift gebiedt het niet);

4. Dat kerkenraden die andere geestelijke liederen laten zingen dan berijmde schriftgedeelten erop hebben toe te zien dat die liederen in overeenstemming zijn met Schriften belijdenis;

3. Dat het te betreuren is dat:

a. kerkenraden zich niet hebben gehouden aan het gestelde in art. 69 K.O.

b. het besluit van 1983 om de voorgestelde bundel niet vrij te geven geen recht blijkt te hebben gedaan aan wat beoogd werd, namelijk de eenheid der kerken;

besluit

1. De tekst van art. 69 K.O. als volgt te wijzigen:

’In de eredienst zullen in principe de psalmen gezongen worden, alsmede de berijmde Schriftgedeelten door de generale synode vastgesteld.

a. Ondereen berijmd Schriftgedeelte wordt verstaan de berijming van een aaneengesloten passage uit de Heilige Schrift. Tot de bedoelde berijmde Schriftgedeelten behoren de door de synoden van 1959, 1974 en 1989 vastgestelde liederen (zie bijlage..... K.O.)

b. Voor andere liederen gelden de volgende criteria:

1. de liederen moeten het heils-handelen van God zodanig vertolken dat zij met het geheel van Gods heilsopenbaring in overeenstemming zijn en van de Geest der Schriften doordrenkt zijn;

2. de liederen moeten confessioneel verantwoord zijn;

3. de liederen moeten liturgisch verantwoord zijn;

4. literair en muzikaal moeten de liederen op niveau zijn.

(Acta 1983, bijlage 46, p.211)

Zie voor een verdere uitwerking van deze criteria bijlage.....K.O.’

2. deputaten op te dragen zich verder te bezinnen op nadere concretisering van criteria waaraan een kerkelijk lied in het licht van Schrift en belijdenis dient te voldoen om zo een handreiking te bieden ter beoordeling van liederen.

3. in het reglement voor de kerkvisitatie (bijlage 25 K.O., onder I vraag 13) op te nemen dat ook over het kerklied gesproken dient te worden in het licht van de onder 1. en 2. genoemde besluiten, en wel als volgt:

a. Indien u in de eredienst ook andere liederen zingt dan alleen psalmen en berijmde Schriftgedeelten vindt er dan regelmatig toetsing plaats van bestaande en nieuwe liederen aan de hand van de in art. 69 K.O. genoemde criteria (en de uitwerking ervan in bijlage... K.O)?

b. Hoe waakt u erover dat in de eredienst het principe tot uitdrukking komt dat de psalmen en berijmde Schriftgedeelten prioriteit hebben boven andere liederen ?

4. de kerken van deze besluiten in kennis te stellen.

De principiële lijn vasthouden

Wat in ieder geval duidelijk dient te zijn, is dat de woorden in de hoofdtekst van art. 69 K.O ‘in principe’ duidelijk willen maken dat dit ons uitgangspunt dient te zijn. Men kan nooit met evenveel recht allerlei ‘vrije liederen’ (gezangen) zingen als dat er psalmen en andere direct uit de Schrift genomen liederen worden gezongen. ‘In principe’ geeft wel aan dat er een afwijking mogelijk is, maar dat die geen regel is. Bovendien verwijst dat naar de hoofdlijn binnen de gereformeerde traditie én ons eigen kerkverband, namelijk dat het een calvinistisch beginsel is dat in het kerklied de Schrift zelf aan het woord komt. De eerlijkheid gebiedt inderdaad te zeggen dat er ook altijd een ‘zijlijn’ geweest is in de kerken van de Reformatie, waarop men er van overtuigd was dat het zingen van vrije liederen wel verantwoord was.

Om daaraan recht te doen is dus in de ‘kleine letters’ onder art. 69 K.O. opgenomen dat er ook andere liederen zijn, die dan wel aan bepaalde criteria dienen te voldoen.

En laten we wel wezen. We zijn toch niet tégen gezangen? Hoe vaak wordt het ‘Vaste Rots van mijn behoud’ niet geciteerd in de prediking. Bovendien worden er thuis en binnen jeugdverenigingen ook onder ons heel wat gezangen gezongen. Waar het wél om gaat is dat de eredienst een plek is waar zoveel mogelijk de HEERE Zelf aan het Woord komt! Dat heeft uiteraard allereerst consequenties voor de prediking, maar ook voor de gemeentezang. En als we gezangen zingen dan is beslissend welke gezangen dat het zijn. Kunnen die de toets van Schrift en belijdenis doorstaan? Daarom is het ook goed dat er criteria zijn geformuleerd en verder zullen worden uitgewerkt. Dan doen we er tenminste alles aan om te voorkomen dat alles maar gezongen wordt wat zich aandient als gezang. Daarbij is het m i. ook van belang dat er tijdens de kerkvisitaties nadrukkelijk naar gevraagd wordt. Zal dat afdoende zijn? Dezelfde vragen kunnen gesteld worden bij de prediking binnen onze kerken. Die dient ook getoetst te zijn en te worden aan de Schrift en de belijdenis. En gebeurt dat altijd?

Is dit dé oplossing?

Is met het bovenstaand besluit alle kou uit de lucht genomen? Nee, natuurlijk niet. Zeker niet als we het gééstelijk probleem wat achter de hele ontwikkeling van 1980 (en al eerder) tot op heden zien. De keuze van kerkliederen staat niet los van de inhoud van de prediking. Een prediking die ‘eigen’ is (is dat zo?) aan de Chr. Geref. Kerken zal ook liefde tot de psalmen met zich meebrengen.

Maar we kunnen elkaar vanuit wat nu besloten is wel aan blijven spreken. En dat dient dan ook te gebeuren.

Tenslotte nog dit. Een dergelijk besluit heeft iets ‘dubbels’in zich. Er wordt een hoofdlijn aangegeven, maar daarnaast ook een zijlijn. Werkt een dergelijk besluit dan niet de verdeeldheid in de hand? Naar mijn stellige overtuiging moeten we deze redenering omkeren. Er is verdeeldheid en als gevolg daarvan krijgen besluiten soms een dergelijk karakter. Daarom kan inderdaad een diep verdriet zich van je meester maken na een dergelijk besluit, terwijl je eigenlijk opluchting zou verwachten. Misschien niet eens zozeer over het besluit als zodanig, maar wel over alles wat er aan vooraf gegaan is en er op zal volgen. Houdt u zich er echter van overtuigd dat er toch echt geworsteld is om temidden van allerlei opvattingen deze koers uit te zetten. Dat kost dan ook nog wel eens een slapeloze nacht. Dat is op zich helemaal niet erg als we maar iets van de betekenis van ons kerkelijk zegel zien, persoonlijk en als kerken: “En toch niet verteerd....”!

Weet u, als we meer over deze besluiten zullen praten dan dat we ermee worstelen voor Gods Aangezicht, dan zal alles tevergeefs blijken te zijn.

Ondanks alles: “Om ’s HEEREN huis in u gebouwd, waar onze God Zijn woning houdt, zal ik het goede voor u zoeken”. Eén was er - en Hij lééft toch nog?! - Die dit volmaakt in prak tijk bracht. Zullen we dan met al onze zorgen over ontwikkelingen binnen onze kerken aan Zijn troon te vinden zijn?!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's

IMPRESSIES VANUIT NUNSPEET (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's