Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De sterkte van de geestelijke pelgrim op weg naar Sion (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De sterkte van de geestelijke pelgrim op weg naar Sion (3)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Welgelukzalig is de mens, wiens sterkte in Uis.

Ps. 84:6a

Geliefde lezer, Indien de dichter oordeelt dat alleen die mens welgelukzalig is, wiens sterkte in de Heere is, dan mogen we ook zeggen dat deze mens eerst geheel door de Heere ontkracht is geworden. De Heere gebruikt daarvoor Zijn heilige wet om hem als een ontkrachte te leren wanhopen aan alles wat buiten God geen waarde heeft. Dat is de reden, waarom we vorige week gewezen hebben op de noodzakelijkheid van het ontdekkende werk van Gods Geest. Zonder de zaligmakende bediening van de heilige wet, zal men nooit een verloren mens voor God worden. Heden ten dage zijn er wat een voorgangers, die beweren dat overtuiging van onze ellendestaat niet nodig is. Zij roepen de mensen op om Jezus aan te nemen, en niet via de omweg van overtuiging, want dit is volgens hen een strik van de vorst der duisternis! Echter, al hun kreten zijn behalve valse Schriftvoorstellingen, ook klare bewijzen van het opkomen uit het verbroken werkverbond. Zij verkondigen het arminiaanse gevoelen, dat de zaligheid beschikbaar wordt gesteld, en dat een ieder daarvan verzekerd wordt wanneer hijzelf aan bepaalde voorwaarden voldoet. Zij wekken de hoorders op om gebruik te maken van de aangeboden genade om de zaligheid uit te werken. Zij achten het geloof in predestinatie en soevereiniteit Gods een obstakel, omdat dit een ruim evangelie in de weg staan. Eigenlijk roepen zij de mensen op om de bewaakte weg naar de boom des levens te ontlopen, en van elders in te klimmen.

Christus Zelf is de Deur waardoor wij moeten ingaan, in de weg van waarachtige bekering. Zonder vernieuwing des har-ten, gaan we niet door de Deur, maar worden door Jezus als volgt geoordeeld: die is een dief en moordenaar (Joh. 10:1). Degenen die voorstellen, dat de mens zelf Jezus kan en moet aannemen, zijn vijanden van de leer van vrije genade en verdraaiers van de Schrift tot hun eigen verderf Zij zijn te vergelijken met vogelaars, die met zoet gefluit de vogels lokken om hen gevangen te nemen in hun warnet. Het is onze verzuchting dat onze jonge mensen zich niet zullen inlaten met zulke sprekers. Indien zij reeds in hun strikken vastzitten, dan wensen wij dat zij door genade mogen ervaren: Onze ziel is ontkomen als een vogel uit den strik der vogelvangers; de strik is gebroken, en wij zijn ontkomen (Ps. 124:7). Het is onze begeerte dat de Heere Zelf velen gevangen neemt in het visnet van het evangelie, want dan alleen zullen we gaan leren dat onze godsdienstige kracht ons teleurstelt, en dat we alleen door Gods kracht verlost kunnen worden. De Heere leert Zijn pelgrims dat de genade des geloofs in de wedergeboorte niet genoeg is om door dit tranendal te gaan, maar dat Hij hen gedurig de genade van versterking ter beoefening moet schenken. Zolang de geestelijke pelgrims door de Baka vallei, het tranendal reizen, zal de Heere hen de genade van versterking geven. Alhoewel alle geestelijke pelgrims de genade des geloofs bezitten, wil dat echter niet zeggen dat zij altijd de genade van versterking en vertroosting in beoefening hebben! Hun geestelijke toestand is dikwijls als die van Paulus en de zeelui, toen zij met het schip op weg naar Rome waren: En als noch zon noch gesternten verschenen in vele dagen, en geen klein onweder ons drukte, zo werd ons voorts alle hoop van behouden te worden benomen (Hand. 27: 20). Gods kinderen moeten dikwijls hun weg in duisternis vervolgen, zodat zij het licht van Zijn vriendelijk aangezicht niet zien. Zij mogen dan de genade des geloofs bezitten en geloofsoefeningen hebben gehad, doch zij kunnen hiermee echt hun weg niet vervolgen.

Waarom handelt de Heere op deze wijze met Zijn geestelijke pelgrims, zodat zij zich niet altijd welgelukzalig kennen? Er zijn verschillende oorzaken te noemen. We willen thans niet stil staan bij oorzaken die bij de pelgrims te vinden zijn, maar bij de Heere Zelf Hij toch heeft alleen het gezag en de soevereiniteit over Zijn volk, waardoor Hij het goed acht hen op Zijn tijd te beproeven en te versterken. Gelijk de Heere het beschikt heeft dat het overdag licht en 's nachts donker is, zo beschikt Hij ook het licht en de duisternis in het leven van de pelgrims die door de Baka vallei trekken. Er zijn tijden dat er licht en blijdschap in hun ziel is, maar ook tijden dat het naar en duister is. Het is niet alleen Gods welbehagen om op Zijn tijd geestelijke sterkte en vertroostingen te geven, maar ook om dit voor een bepaalde tijd in te houden. Vervolgens, mogen we daaruit opmaken, dat de sterkte, vertroosting en vrede in Christus niet afliangen van de gesteldheid van de pelgrims zelf, maar voortkomen uit Zijn soevereine vrijheid. Juist in zulke omstandigheden, leren de pelgrims dat zij dikwijls hun sterkte hebben gezocht in hun aangename gemoedsgesteldheden. Zij zien dan niet direct in dat de Heere beproevingen nodig acht om hen van alles af te brengen, opdat zij de sterkte alleen in Hem zullen vinden.

Vrienden, valt het u niet op dat de dichter als het ware daar de nadruk op legt: Welgelukzalig is de mens, wiens sterkte in U is? Wanneer de pelgrims goed en zalig gesteld zijn, dan kunnen zij vanwege hun gesteldheid concluderen dat het goed met hen is. Maar om nu te leren dat het alleen maar goed is, wanneer zij de sterkte in Hém mogen vinden. Ja, dat het ook goed is, wanneer Hij naar Zijn soeverein welbehagen ons langs een weg van duisternis en kruis leidt! Verder kunnen we hieruit leren, dat er voor de geestelijke pelgrims een groot verschil is tussen de aarde en de hemel; tussen het wandelen op de smalle weg door de Baka vallei naar het hemelse Sion, en het wandelen op de straten van goud m het hemelse Sion. Op aarde geeft de Heere Zijn pelgrims bij tijden en ogenblikken sterkte voorzover Hij dit nodig acht, echter is de hemel de plaats waar volkomen sterkte en troost wordt gevonden. Op aarde wil de Heere Zijn pelgrims oefenen en louteren in de smeltkroes der ellende, echter in de hemel mogen zij daarvan bevrijd zijn, en als goud helder schitteren vanwege de volkomen zaligheid in Christus. Op aarde geeft Christus de wandelaars naar Sion de beginselen van de eeuwige blijdschap en verheuging, echter is de hemel de plaats waar zij de volkomen blijdschap en verheuging in bezit ontvan-

Meditatie vervolg

gen. Op aarde laat de Heere zien dat zij blind zijn in Zijn wegen, doch geeft hen tevens ogenzalf zodat zij zowel Hem als Zijn weg mogen zien, echter is de hemel de plaats waar hun ogen storeloos en altoos op Christus mogen staren. Op aarde zullen de pelgrims veel tranen schreien wanneer zij door het Baka of tranendal gaan, echter is in de hemel geen plaats voor tranen. Bij hun zalige opneming in de hemel zal die dierbare Heere klaar staan, om de tranen van hun ogen af te wissen. Op aarde zullen zij gasten en vreemdelingen zijn, en kunnen hier hun thuis niet vinden, echter is de hemel de plaats van hun woning, waar hun Vader klaar staat om hun de volkomen erfenis van hun oudste Broeder te schenken.

We vroegen eens aan één van deze geestelijke pelgrims, die in het vernieuwde bejaardenhuis een mooie kamer had gekregen, of zij zich thuis voelde. Zij antwoordde: "O nee, hierboven (en zij wees met haar vinger naar boven), is mijn thuis." Op aarde zullen zij verdrukking hebben, zodat de ene verdrukking de andere opvolgt, en dit zal tot aan de hemelpoort toe doorgaan, echter is de hemel de plaats waar geen verdrukking meer zal zijn. Christus heeft in Zijn testament, in Zijn laatste wilsbeschikking het volgende vastgelegd: In de wereld zult gij verdrukking hebben; maar hebt goeden moed. Ik heb de wereld overwonnen (Joh. 16:33). Maar vervolgens lezen we ook, wat de pelgrims deelachtig mogen worden op grond van Christus' werk: Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen. Die Gij Mij gegeven hebt (Joh. 17:24).

O pelgrims, wat zal dat zijn, wanneer u dat verschil tussen de aarde en de hemel volkomen mag weten. Weet, dat de Heere u hier vreemdelingen en pelgrims maakt, en u zoveel genade en sterkte zal geven om door dit tranendal te kunnen gaan. Hij geeft u hier op aarde goede moed, echter het grote goed, de onverwelkelijke erfenis wordt door Christus Zelf voor u in de hemelen bewaard.

Vrienden, ziet u, hoe noodzakelijk het is om als pelgrims geleid te worden naar Sion? Hij roept u nog toe: Verlaat de slechtigheden en leeft; en treedt in den weg des verstands (Spr. 9:6). Zoek het niet in de wereld, want dan zult u de eeuwige dood zeker vinden. Alleen in Christus bent u welgelukzalig. We wensen u dit van harte toe!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 2002

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De sterkte van de geestelijke pelgrim op weg naar Sion (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 2002

De Wachter Sions | 8 Pagina's