Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Catechisatieseizoen beëindigd

In veel gemeenten is het aanbreken van de zomertijd het aflopen van de catechisatietijd. Slechts enkelen zetten de catechisatie tot Pinksteren voort. Twintig tot vijfentwintig lessen per winter per groep horen tot de gebruikelijke regelmaat in een kerkelijke gemeente. In „Koers" van 16 maart werd ruim aandacht gegeven aan de catechese. Verschillende predikanten uit onderscheiden kerken geven hun gedachten over hun visie op de catechese. Ik 'oen zo vrij enkele centrale citaten uit de verschillende gesprekken te lichten. We beginnen met een vraag die gesteld wordt aan drs. W. Verboom (Hierden).

uit het hoofd leren

„Komt dat niet omdat de catechisatie vaak een volstrekt individuele zaak van de dominee is geworden? Bijna niemand weet toch wat zich in zo'n lokaal precirs afspeelt? "

Ds. Verboom: „Dat is ook het foute. Catechiseren is niet alleen een zaakje van die ene dominee. Het is een zaak van de kerkeraad en de gemeente. En als het dan niet goed gaat, dan zijn niet de catechisanten de schuldigen of de predikant, maar dan heeft de gemeente gefaald. Ik ben van mening dat de predikant zijn catechisaties bespreekbaar moet stellen. Hij moet zélf bij de kerkeraad aan de bel trekken. Want laten we eerlijk wezen: een kerkeraadslid die eens wat catechisatie-uurtjes bezoekt, zal niet zo gauw kritische vragen durven te stellen. Misschien is hij bang dat de dominee het verkeerd opvat. Maar dan blijft de catechisatie wel een blinde vlek in het ambtelijk werk van de gemeente en dan blijft het maar wat doorsudderen als er werkelijk problemen zijn."

De predikant wil desgevraagd nog wel een voorbeeld geven: „Ik weet van predikanten, met name oudere predikanten, die verzuchten: was het maar voorbij. Die zeggen: voor mijn gevoel kan je beter helemaal geen catechisatie meer geven. Want zoals het nu moet, verknoei je meer, dan dat je goedmaakt. Die zijn het zicht op het catechisatie geven helemaal kwijt; die zitten vast."

Dat er een probleem gegroeid is is alleszins te begrijpen. Jarenlang hebben deze predikanten gecatechiseerd volgens een bepaald stramien dat functioneerde. De jongelui leerden hun vragen en zij hielden hun toespraak. „En dat ging écht goed hoor, " zegt ds. Verboom, „maar de laatste jaren is dat anders geworden. Je bereikt ze met deze oude methode niet meer. Ze vertikken te leren." Sommigen spreken daarom van een „inflatie van de geheugenfunctie". Met andere woorden, jongeren weigeren de vragen en antwoorden uit de Heidelbergse Catechismus te memoriseren, ofte wel uit hun hoofd te leren en op te zeggen.

Aan ds. Verboom wordt verder dit nog gevraagd: „Beschouwt u het aloude vraag-en-antwoordleren als afgedaan en verouderd? " Ds. Verboom meent dat dit gedeeltelijk waar is. „Ik denk dat het steeds meer de taak van de catecheet is om aan te geven dat de vragen die dé catechismus stelt ten diepste te maken hebben met de vragen van vandaag de dag. Welke wegen en middelen kun je dan vinden om dat zo bij de jongelui te brengen, dat ze zich daarin herkennen. Als dat gebeurt, heb je goede catechisaties. Dan ben je bezig met de diepe geloofsvragen waar zij ook mee bezig zijn. Dat vraagt ook een soort bewustwordingsproces bij de catecheet. Namelijk dat hij zich realiseert dat je er niet bent als je Zondag 1 van buiten laat leren."

„Ik zie heus de waarde van het vraag en antwoord leren wel, maar dan op een heel andere manier. Ik denk ook dat in de reformatietijd die vragen niet geleerd werden door jongelui van 16 jaar. Dat gebeurde door kleine kinderen. Die leerden de vragen en antwoorden. En daarmee legden zij een basis in hun allerjongste levensjaren tot ongeveer 12 jaar. Als ik de jongelui van 15-16 jaar alleen uit hun hoofd zou laten leren, weet ik zeker dat ik finaal langs ze heen schiet. Op een enkele uitzondering na hebben ze daar weinig aan. Ik Laat het wel op latere leeftijd doen, bijvoorbeeld bij belijdeniscatechisatie, maar dan zijn ze ook werkelijk gemotiveerd."

doel van de catechisatie

Over het doel van de catechese wordt ook een vraag gesteld aan ds. Verboom:

„Wat behoort het doel van de catechisatie te zijn? „Lid worden van de kerk", „belijdenis doen" of „het hart aan Jezus geven", om maar enkele varianten te noemen? "

Drs. Verboom zegt er dit van: „Je kan eigenlijk drie lijnen ontdekken. De eerste lijn is, hoe sta je persoonlijk tegenover de Heere God. Het gaat er in het catechisatielokaal om dat jongeren gebracht worden tot een persoonlijke relatie met God. Dit door de kracht van de Heilige Geest.

Dat heeft ook direkt te maken met het belijdenis doen. Daar moet het op uitlopen.

Dat haakt meteen in op de tweede lijn: de gemeente. De band met God is nauw verbonden met de gemeente. Jongeren moeten in de gemeente ingeleid worden. Vragen die dan beantwoord moeten worden zijn: wat is gemeente-zijn en wat betekent het om lid van de gemeente te zijn. Prof. Dingemans spreekt in dit verband over „participatie in de gemeente", namelijk dat ze levende leden worden. Dat wordingsproces begint al op de catechisatie. Vandaar dat ik ze bepaalde taken geef. Zo heb ik de catechisanten eens het blad Echo laten verspreiden of een ander evangelisatieblad.

De derde lijn loopt naar de maatschappij toe. Daar leven ze in. Het onderdeel van de „dankbaarheid" van de Catechismus is toch helemaal gericht op die maatschappij en hoe je daarin Zijn geboden houdt?

„Maar als ik veel catecheses naga, moet ik constateren dat ze veelal zo eenzijdig horizontaal zijn gericht en politiek gevuld. Dan laat men wezenlijke dingen liggen. Ze zitten met de diepste vragen, onze jongeren. Wie is God, bestaat God (dat zijn voor ons bijna vloeken, maar jongeren stellen deze vragen) en hoe weet je dat God bestaat? En daar moet je niet omheen draaien met als smoes „dat is nü niet aan de orde."

catechesewerkgroep

In het hier geciteerde artikel komt voorts ook aan de orde de vraag of de predikant alleen verantwoordelijk is voor de catechisatie. Daar over citeren we tenslotte nog dit fragment: Het besef groeit dat de catechese niet een verantwoordelijkheid is van de predikant alleen. De hele gemeente moet erbij betrokken worden. In dat licht zijn de catechesewerkgroepen ontstaan, waarin bijvoorbeeld een predikant, enkele catecheten en mensen uit het onderwijs zitting hebben. Zo'n groep denkt na over de aard, inhoud en vorm van de catechese. Verder behoort tot de taak het opstellen van een catecheseplan en de werving van catechisanten. Leden van de catechesewerkgroep kunnen ook daadwerkelijk ingeschakeld worden bij het geven van catechese.

Drs. Verboom heeft ook ervaringen met een plaatselijke werkgroep catechese en die ervaringen zijn zeer positief. In zijn huidige gemeente functioneert zo'n groep nog niet. „Dat moet langzaam uitkristalliseren", zegt hij. „In m'n vorige gemeente Waddinxveen had ik er wel een, die me begeleidde met catechese en als het ware om me heen stond. We vergaderden één keer in de maand. Daar hebben we bijvoorbeeld ook het hele ordeprobleem doorgesproken. En dan komen er dingen uit, waar je op je eentje nooit helemaal klaar mee zou zijn gekomen."

„Kunt u daar wat voorbeelden van noemen? " Drs. Verboom: „We hebben een enquête gehouden onder de catechisanten om te kijken of de stof bij ze landt en wat ze er verder van vinden. Daar kwam dus van alles uit. Ik heb daar veel van geleerd, ook in m'n aanpak. Groot bleek de behoefte aan een eigen inbreng. Ik gebruikte destijds een vragen-boekje waarvan ze zeiden: dat vinden we maar niks. Maar is kennis dan niet belangrijk? , vroeg ik. Daar waren ze allemaal wel van overtuigd. Maar die kennis moet functioneren in hun leven. Daarom ben ik ook tot het schrijven van eigen methodieken gekomen met ondermeer voorbeelden waarin ze zich herkennen kunnen. We hebben bovendien regelmatig catechese-avonden met de ouders."

De christelijke gereformeerde predikant, dr. Brienen, probeert er ook alles aan te doen om de catechese in te bouwen in het geheel van de gemeente. Ook hij roept, de ouders aan het begin en het eind van het leerseizoen bij elkaar. Volgens Brienen moet een kerkeraad dit onderdeel van de gemeentevorming regelmatig als een apart punt op de agenda plaatsen. „Dat is zeer belangrijk, want je vormt immers de gemeente van de toekomst? Kerkeraad en predikant moeten zich samen over de vraag bezinnen: hoe kunnen we dat het beste doen."

„Hebt u de indruk dat de catechese in veel gemeenten ivat stiefmoederlijk bedeeld wordt? " Dr. Brienen: „Dat geloof ik wel. Wie denkt aan een predikant die soms een hele avond vanaf vijf uur 's middags catechisatie geeft? Wie bidt er voor zo'n predikant? Let er maar eens op: hoe weinig wordt er in de kerkdiensten voor de catechese gebeden, die elke week plaatsvindt, de hele winter door. Ik heb zeker de indruk dat een predikant vaak in een geïsoleerde positie staat. En als er moeilijkheden zijn, dan heeft hij het óók nog gedaan..."

Tot zover enkele flarden uit het zeer lezenswaardige artikel in „Koers" van 16 maart. Misschien een aanzet tot gesprek en evaluatie van de afgelopen periode binnen onze kerkeraden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's