Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met de ambtsdragersverkiezingen in zicht...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met de ambtsdragersverkiezingen in zicht...

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDARTIKEL

Het winterwerk staat weer voor de deur, en daarmee komt ook snel het einde van het kalenderjaar in zicht. Dat betekent voor vrijwel alle gemeenten dat er kerkeraadsverkiezingen zullen moeten worden gehouden. Immers, aan het eind van ieder oneven jaar is de helft van de kerkeraad aftredend. WeUswaar zijn in veel gevallen de aftredende broeders terstond herkiesbaar, maar ook zijn er altijd één of meer van wie de ambtstermijn afloopt. Dat kan zijn omdat ze al twee keer herkozen zijn, of omdat ze de 70-jarige leeftijd hebben bereikt, of omdat ze zich om persoonlijke redenen niet meer herkiesbaar stellen. In al deze gevallen moet er in de vakatures worden voorzien, en in diverse gemeenten kost dat veel tijd, werk en zorg.

Misverstand

Laat ik eerst nog maar eens proberen een wijd verbreid misverstand uit de weg te ruimen. In de gemeenten, soms zelfs binnen de kerkeraden, wordt nogal eens beweerd dat een ouderling of een diaken hoogstens twaalf jaar in de kerkeraad mag zitten. In z'n algemeenheid is dat onzorgvuldig uitgedrukt. Het gaat niet om het aantal jaren dat men gediend heeft, maar om het aantal keren dat men herkozen is. Een ouderling en een diaken is maximaal twee keer herkiesbaar.

Nu kan het echter zijn dat hij gekozen is in de vakature van iemand die tussentijds is afgetreden. Zat die persoon bijvoorbeeld al drie jaar, dan maakt de nieuw-gekozene met één jaar die periode vol, en is zijn eerste ambtstermijn al geëindigd. Daarna is hij twee maal herkiesbaar, zodat hij in dat geval ten hoogste negen jaar deel kan uitmaken van de kerkeraad.

Verplicht aftreden

Het stemt altijd wat droevig wanneer we afscheid moeten nemen van bekwame ambtsbroeders, die hun werk met veel ijver, üefde en trouw hebben verricht. In de gemeenten leeft dan ook vaak de gedachte: waarom toch die verplichte aftreding? Mannen die er de tijd en de gaven voor hebben worden op die manier gedwongen hun ambt neer te leggen, terwijl soms lang moet worden gezocht naar geschikte opvolgers.

Toch zitten we met onze drie perioden van vier jaar nog erg gunstig, vergeleken met de termijn van de Dordtse Kerkorde, die bepaalde:

„De ouderlingen en diakenen zullen twee jaren dienen, en alle jaar zal het halve deel veranderd en anderen in de plaats gesteld worden, ten ware dat de gelegenheid en het profijt van enige kerken anders vereiste" (Art. 27 DKO).

Wie eens oude kerkeraadsakta doorbladert kan zien hoe onze vaderen aan die bepaUng de hand hebben gehouden! Steevast vindt men aan het eind van ieder kalenderjaar verslagen over , , het vermaken des kerkenraads". (Vermaken dan in de betekenis van vernieuwen, vervangen). De vaderen waren daarin erg rigoreus. Wel kwamen dezelfde personen - uiteraard - later weer eens terug in de kerkeraad, maar na twee jaar moest men onverbiddelijk aftreden.

Achter dat verpUchte aftreden zat natuurlijk, zoals we vandaag zeggen, , , een filosofie". De ambtstermijn was met opzet zo kort gesteld omdat men vuurbang was voor heerszucht, die bij een lange diensttijd gemakkelijk kan binnensluipen.

Het doet dan ook altijd wat merkwaardig aan dat in sommige gescheiden kerken, die toch willen leven en handelen volgens de Dordtse Kerkorde, ouderhngen soms hun 40of 50-jarig ambtsjubileum vieren! Dat zou in de oude Gereformeerde Kerk ondenkbaar zijn geweest!

Eerste vereiste

Wat zijn de criteria voor een kerkeraad die zich gesteld ziet voor de taak om de opengevallen plaatsen op te vullen? De bijbel laat ons niet in het onzekere wat betreft de eisen die aan toekomstige ambtsdragers mogen worden gesteld. Met name in zijn pastorale brieven (Timotheüs en Titus) heeft Paulus daarover het nodige geschreven. Het formulier voor de bevestiging van ouderlingen en diakenen spreekt van , , mannen van goede getuigenis en die begaafd zijn met Uw Geest”.

Wanneer een kerkeraad candidaten moet stellen voor het ambt zal dit het zwaarste moeten wegen: of zij - voor zover dat althans door mensen kan worden beoordeeld - het beginsel van de vreze des Heeren kennen en daarnaar leven.

Ik heb weleens de indruk dat ook onder ons soms andere motieven een rol spelen bij de benoeming. Bijvoorbeeld of een candidaat niet te jong of te oud is, of een bepaalde groep of partij in de gemeente wel in de kerkeraad vertegenwoordigd is, enzovoorts.

Al deze overwegingen vallen in het niet bij dat éne: of er een levende band is aan de Hee- re, en of er een leven is bij Zijn Woord. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat andere dingen niet meetellen, maar ze mogen niet doorslaggevend zijn.

Variatie

In dit verband mag ik nog wel opmerken dat een zekere variatie binnen een kerkeraad wel gewenst is. De broeders hoeven niet allemaal even oud, en bepaald niet allemaal even jong te zijn. Ouderen hebben vaak meer ervaring en hopelijk ook levenswijsheid, terwijl jongeren soms meer organisatiedrift en enthousiasme hebben. Het is daarom goed, wanneer jong en oud elkaar aanvullen en in evenwicht houden. Ook maatschappelijk gezien mag die variatie er zijn. Alle broeders hoeven geen intellectuelen te zijn. Er was eens een kerkeraad waarin nogal wat leraren en ingenieurs zitting hadden. Toen er op een bepaald moment enkele vakatures vervuld moesten worden zei één van de broeders: , , Het wordt hoog tijd dat er weer eens een slager of een melkboer of een timmerman bijkomt...”

Geen nieuweling...

Uit de lezerskring werd me nog een ander onderwerp aangereikt. Er zijn kerkeraden - en misschien zijn het er nog niet eens zo weinig! - die een voorkeur blijken te hebben voor , , nieuwelingen". Dat woord moet dan op twee manieren worden uitgelegd. Er kan mee bedoeld worden mensen die zich nog slechts kortgeleden van buitenaf in de gemeente hebben gevestigd. Het kunnen ook mensen zijn die zijn overgekomen uit andere kerken. Onze Nederlandse Hervormde Kerk is nu eenmaal een beetje een toevluchtsoord, enerzijds voor mensen uit de Gereformeerde Kerken, anderzijds voor mensen uit de Gereformeerde Gemeenten en aanverwante groeperingen. En in beide gevallen ziet men soms deze mensen al gauw in de kerkeraadsbank zitten.

Een en ander is natuurlijk wel verklaarbaar. Vooral wanneer een gemeente zelf niet zo rijk is aan , , kader" komt iemand uit een andere plaats, van wie men minder weet dan van de eigen gemeenteleden, al gauw in aanmerking om candidaat te staan voor een ambt. Dat geldt ook van mensen uit andere kerken, die vaak - het moet eerlijkheidshalve worden gezegd - meer kennis van Schrift en belijdenis in huis hebben dan onze eigen mensen...

Ik vind het een beetje penibel om daarover uitspraken te doen. Uiteraard geven we onszelf wel een , , testimomium paupertatis" (een getuigenis van eigen armoede) wanneer meteen de import of de mensen uit andere kerken de ouderlingen-en diakenenbanken bevolken en daarin zelfs soms overheersen.

Maar dat is toch een kwestie waarvoor geen algemene regels te geven zijn, en die van geval tot geval bekeken moeten worden. En dan ben ik toch weer terug bij mijn uitgangspunt, dat allereerst van belang is of mensen , , vol zijn van het geloof en van de Heilige Geest”.

W.v.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Met de ambtsdragersverkiezingen in zicht...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's