Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebed en handdruk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebed en handdruk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Omdat mij hierover een vraag gesteld is, wil ik hierover wat schrijven. Bij de toelichting op de D.K.O. heb ik vroeger hierover al eens geschreven, maar gaarne wil ik dit nog wel eens doen.

Het gebed dat in de kerkeraadskamer gedaan wordt vóór de dienst, is zeer waarschijnlijk ontstaan bij de Afscheiding. Het is niet zeker of het in de 16e, 17e en 18e eeuw wel voorkwam. Voetius, die over alle bijzonderheden van het kerkelijk leven geschreven heeft, spreekt er niet over als hij handelt over „de kerkelijke gebeden".

In de tijd toen de gemeenten der Afscheiding ontstonden, werden de diensten dikwijls verstoord door militairen of door een politiemacht. Men was van tevoren bijna nooit zeker of de dienst ongestoord kon plaatsvinden. Hierom gevoelde de kerkeraad behoefte om zich eerst in het gebed te verenigen vóór de dienst begon. Men bad de Heere of het Woord des Heeren in rust kon worden gepreekt, dat de Heere de prediker wilde sterken en dat de samenkomst der gemeente niet uiteengedreven zou worden. In de gemeenten der Afscheiding en ook in de gemeenten die uit de Doleantie ontstaan zijn is dit gebruik ook later gebleven, ook toen het gevaar van ordeverstoring er niet meer was.

Hoewel dit gebed dus niet strikt geboden is volgens de Gereformeerde liturgie, is het gebed in de consistorie niet overbodig. Voor dat de dienst in de kerk begint, is de kerkeraad met de predikant in de kerkeraadskamer aanwezig. Het is in deze ambtelijke kring dat de dienstdoende ouderling de zegen des Heeren afbidt over de dienst des Woord en over de prediker. Het bidden van de dienstdoende ouderling is een ambtelijk bidden. Namens de kerkeraad zoekt hij het aangezicht des Heeren, opdat het de Heere moge behagen de Dienaar des Woords te sterken in zijn arbeid. Dit gebed dat niet lang behoeft te zijn, is niet een gebed waarin „de gehele nood aller christenheid" wordt opgesomd. Het moet dus gaan om het afsmeken van een zegen Gods voor de prediker en om de zegen van het gepredikte Woord in het midden van de Gemeente. En wanneer het zo gedaan wordt kan het tot bemoediging en tot sterkte zijn van de prediker, op wie de taak rust het Woord Gods naar de mening des Geestes te prediken. Deze gevoelt zich dan gedragen in het gebed van de dienstdoende ouderling door de gehele kerkeraad, om in het besef van saamhorigheid en verantwoordelijk de kerkeraadskamer te verlaten om de openbare samenkomst aan te vangen.

Verder is het ook liturgisch het beste dat de ouderling die het gebed in de consistorie gedaan heeft, ook de predikant „opleidt" d.w.z. hem voor gaat tot aan de preekstoel en hem daar de hand geeft. En wanneer na de dienst de predikant van de kansel afdaalt is het dan dezelfde ouderling die hem opwacht en opnieuw de hand geeft en hem terugleidt naar de consistorie.

Wat de betekenis is van deze handdruk onder aan de preekstoel, daarover zijn ook op Geref. erf de meningen niet gelijk. In ieder geval moet in deze handdruk meer gezien worden dan een beleefdheidsformaliteit, een daad van vriendelijkheid en hartelijkheid.

Anderzijds kan niet gesteld worden dat door de handdruk van de dienstdoende ouderling de predikant nu de bevoegdheid krijgt om in Naam van God en in naam van Christus het Woord Gods te prediken. De ware prediker toch moet een van God Zelf geroepen prediker zijn. God de Heere heeft deze last aan Zijn knecht opgelegd, en dan zal deze pas in waarheid kunnen zeggen: Wij zijn gezanten van Christus' wege om het Woord Gods te prediken; om dan in de Naam van Christus de sleutels van het Koninkrijk der hemelen te bedienen. En eenmaal zal de prediker ook rekenschap voor God moeten afleggen hoe hij dat gedaan heeft.

Zo schrijft de apostel Paulus in 1 Kor. 3: „Want niemand kan een ander fundament leggen dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus. En indien iemand op dit fundament bouwt goud, zilver, kostelijke stenen, hout, hooi, stoppelen, eens iegelijks werk zal openbaar worden, want de dag zal het verklaren, dewijl het door vuur ontdekt wordt, en hoedanig eens iegelijks werk is, zal het vuur beproeven". Wie daar de zwaarte van gevoelt, en de van de Heere Zelf geroepen dienstknecht zal dit gevoelen, kan Gods Woord niet prediken zonder de gedurige ondersteuning en verlichting van de hemel, ook al „om het snode van het kostelijke te scheiden".

Maar de dienst des Woords is ook een ambtelijke taak. God is een God van orde die Zijn regels gegeven heeft waaraan de prediker zich moet houden en zich moet onderwerpen. Het Woord Gods moet gepredikt worden vanuit de kerkeraad, aan wie de Koning van Zijn kerk de leiding en besturing van de gemeente heeft opgedragen. Door de handdruk die de predikant nu onder aan de kansel-ontvangt, wordt voor het oog van de gehele gemeente tot uitdrukking gebracht, dat deze prediking nu een ambtelijke dienst is. De kerkeraad geeft de door God Zelf geroepen en gevolmachtigd dienaar des Woords gelegenheid zijn taak te volbrengen, en de dienst is dan meer dan een toespraak in een of ander gezelschap. Het is een ambtelijke verkondiging van Gods Woord in het midden van de gemeente.

Tevens wordt door de handdruk voor de gemeente getoond, dat de kerkeraad mede de volle verantwoordelijkheid op zich neemt en daardoor ook de verantwoordelijkheid draagt voor wat er in de kerkdienst plaatsvindt of gepredikt wordt. Tevens is de handdruk voor de prediker ook een bemoediging dat hij weet dat hij niet alleen staat in het verrichten van zijn zware en verantwoordelijke taak, de kerkeraad staat achter hem om hem te steunen.

Deze verantwoordelijkheid van de kerkeraad houdt ook in dat na afloop van de dienst door de ouderling een handdruk wordt gegeven. Deze handdruk houdt echter niet in dat nu elk woord en elke uitdrukking van de predikant door de kerkeraad wordt overgenomen. Natuurlijk kan een dominee in zijn preek wel eens wat zeggen waarover de dienstdoende ouderling wat anders denkt. Het kan ook voorkomen dat er over een bepaalde tekst een andere exegese wordt gegeven dan dat de ouderling zelf meent. Bovendien blijft er vrijheid van exegese, voor zover zij niet strijdig is met de Belijdenis der kerk.

Wanneer dit er echter wel is, mag dit geen reden zijn voor de dienstdoende ouderling om de handdruk na de dienst te weigeren. Dit mag hij alleen doen wanneer de prediking niet de toets van Gods Woord en de Belijdenis kan doorstaan. Bovendien zal de dienstdoende ouderling dan steeds moeten bedenken dat hij handelt niet alleen voor zichzelf, maar namens de gehele kerkeraad. Het geven van de hand-

druk is in naam van de gehele kerkeraad, maar dit geldt dan ook als hij deze handdruk weigert. Hiervan is hij dan verantwoording schuldig aan de gehele kerkeraad. Geen persoonlijke gevoelens en opvattingen mogen hiervoor de maatstaf zijn, maar de mening van de gehele kerkeraad.

Het weigeren van de handdruk is dan ook een zeer ernstige zaak en mag niet zo maar lichtvaardig gedaan worden. Zo het echter wel nodig mocht zijn, dan zal na afloop van de dienst, direkt of later, deze zaak in een volle kerkeraad met predikant moeten doorgesproken wor­den. Blijkt de dienstdoende ouderling naar de mening van de kerkeraad verkeerd gehandeld te hebben, dan zal deze ouderling daarover zijn leedwezen moeten uitspreken. Het zal dan ook in de gemeente meegedeeld moeten worden, omdat het voor de ogen van de gemeente heeft plaatsgevonden. Heeft de handeling van de dienstdoende ouderling wel de instemming van de kerkeraad, dan zal deze zaak met de predikant in het reine gebracht moeten worden om verdere ergernis en opschudding in de gemeente te voorkomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 1976

De Saambinder | 8 Pagina's

Gebed en handdruk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 1976

De Saambinder | 8 Pagina's