Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezinsleed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezinsleed

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gezin is een gave van God, om mensen in hun beginperiode bij te staan en te leiden naar de volwassenheid. Een harmonisch gezin is een weldaad; velen mogen met vreugde terugdenken aan hun afkomst. Daarnaast echter is een christelijk gezin in deze tijd ook een toneel van veel strijd. Een loopgravenoorlog. Mensen die van nature met liefde aan elkaar verbonden zijn, kunnen ten prooi vallen aan verruwing en verharding. We zien het overal om ons heen.

In De Wekker kwamen enkele ouders aan het woord, die spraken over teleurstellingen in verband met hun kinderen. Deze ouders spreken er op een waardige manier over. Een goed initiatief om ook aandacht te geven aan deze vormen van stil verdriet. De dingen kunnen heel hard aan komen. Grote gezinnen kunnen geheel uiteenvallen; het gebeurt dat vrijwel niet een kind nog naar de kerk gaat. Een eerste probleem m het gezin is immers de toegeslagen kerkverlating. Voor kerkenraden een moeilijke zaak, voor de ouders nog te meer een onverteerbaar gegeven. Er worden dan heel wat lijnen verbroken. Allereerst valt de verbondenheid met de God van onze doop uit handen. Kinderen kiezen er voor alleen te staan. Dat is een harde realiteit. Zonder God geraken we in een isolement. Er ontstaat een leegte. Zeker, er zijn relaties, om deze vage term te gebruiken. Maar ook deze hebben niet zelden te lijden onder de grote leegte die er in het leven gekomen is. Er komt een dag waarop ouders alleen nog maar kunnen toekijken hoe het verder gaat. Een woord teveel of te weinig kan dan al grote gevolgen hebben. Terwijl de kinderen leven bij de gedachte dat ouders er niet over tobben moeten, voelen ouders dat er iets geknapt is. Het lijkt nooit meer te worden zoals het was. Jongeren kunnen tijdens de aanloop naar volwassenheid met heel veel moeilijke vragen in aanraking komen, vragen die te maken hebben met God en met Zijn kerk. Ook jongeren breken niet zo maar van de een op de andere dag met alles. Er is, soms verborgen, veel aan voorafgegaan. Ze stellen vragen die de ouders niet kunnen oplossen en die ook de predikant maar tot op zekere hoogte kan benaderen. Een groot deel van onze kinderen gaat studeren en zodoende komen zij in aanraking met heel andere opvattingen. Redeneringen zoals deze in de grote wereld gehoord worden, kunnen diepe indruk ma ken. Daarbij lijkt het verweer van de kerk en van kerkmensen soms maar heel stuntelig en onzeker. Hoe gaan we daar nu mee om? Het zal zelden gaan zoals het in de bekende gelijkenis toeging. "De Vader deelde hun het goed". Hij verbiedt zijn zoon niet om te vertrekken. Hij zegt niet: red jezelf maar. Hij gaat zelfs niet allerlei zwaarwegende argumenten voor de dag brengen. Dit laatste is heel opmerkelijk. Dat heeft hij ongetwijfeld eerder wel gedaan, maar nu met meer. Het staat er tenminste niet. Eindeloos argumenteren zal maar zelden tot het gewenste doel leiden. Het kan zelfs zijn dat het verzet alleen maar toeneemt. Uw argumenten zullen nu, in deze situatie, de kinderen niet bereiken, omdat de tiener in een andere wereld leeft dan u. U spreekt een verschillende taal. In Amishkringen krijgen jongeren op een bepaalde leeftijd de gelegenheid om de wereld in te trekken. Zo alleen kan dan blijken of men werkelijk overtuigd is. En dikwijls lijkt het te gebeuren dat kinderen weer terugkeren naar de bescherming van de kolonie. De vader deelde het goed. De jongen nam zijn erfenis al mee. Het moet wel een hard verdriet geweest zijn voor zijn vaderhart dat zijn eigen kind vooruitgreep naar de erfenis en naar zijn dood. Toch is het, ook voor natuurlijke verhoudingen in een gezin, een feit van betekenis dat dit ook in de Bijbel staat. Het kan ouders ontlasten van overmatige bezorgdheid. In een zeker opzicht laat deze vader zijn kind los. Hoe kunnen ouders dat en hoe kunnen we daartoe komen? Dat kan omdat er andere wegen zijn om de kinderen toch vast te houden. Er blijft dan immers over de overgave aan God en de weg van het gebed.

Als het zover komt, heeft dat consequenties voor de ouder alsook voor het kind. Voor de ouder omdat deze met vragen achterblijft. Moeilijke vragen zijn dan wel: hoe gaan we nu verder, met onze kinderen op verre afstand? Als kinderen niet meer in God geloven, kun je dan nog een open band met elkaar hebben? Als je kind zegt homo te zijn, geeft dat niet een grote distantie? Als huwelijken uiteen gaan, hoe gaan we daar dan mee om? Daar is ook de klemmende vraag: Heb ik in mijn opvoeding gefaald? Het antwoord is voor ieder verschillend. De een zal meer steken hebben laten vallen dan de ander. Er zijn ook nu heel veel ernstige opvoeders, die helder inzetten op de opvoeding van hun gezin. Toch moet onze (oudere) generatie zich wel vragen stellen. Problemen bij jongeren zijn feitelijk problemen van ouderen en ouders. Er komt in deze tijd veel aan het licht dat wijst op wantoestanden in huisgezinnen. Maar ook al is dat niet zo, er kan sprake zijn van "het lege testament" (gebrek aan geestelijk gehalte) en ook dan is de oorzaak duidelijk. Gods Woord geeft daar ook voorbeelden van: Eli met zijn beide zonen, Abraham onzeker worstelende met gezinsverhoudingen, Jakob met de lange lijst vanovertredingen door zijn kinderen, David die met Absalom al heel lang geen raad wist Ook in een godvrezende sfeer gaat er veel mis. De jongere generatie groeide op in de tijd dat de TV zijn intrede deed in gezinnen. Kinderen mochten niet door de buren worden opgevoed, dus werden ze misschien wel, nog erger, door de wereld opgevoed. In veel gezinnen hebben de media verwoestend gewerkt. Ik weet echter niet of het in gezinnen zonder TV tot gunstiger resultaten heeft geleid. De wereld kan immers ook op heel veel andere manieren binnenkomen. We zouden ons ook kunnen spiegelen aan positieve voorbeelden in de Schrift, zoals bijvoorbeeld Hanna. Haar worstelingen om een kind, haar overgave van Samuel aan de Heere, haar gebeden en zorg die het kind bleven omringen. Of denk aan de moeder en grootmoeder van Timotheus, die hem hebben mogen behoeden voor de zuigkracht van de wereld. Afval begint al generaties eerder. Als ik denk aan mijn generatie, dan moet ik zeggen dat die juist de grootste veranderingen aan zich voorbij zag gaan en over zich heen voelde komen. In mijn jeugd was de bioscoop de kortste weg naar de afgrond, was er in de meeste gezinnen nauwelijke sterke drank, werd er gewaarschuwd tegen afgeknipt haar voor de vrouw, was muziek anders dan geestelijke muziek en dus een absoluut verboden zaak. Alles was duidelijk. Is onze leeftijdsgroep, weer doel ik op de ouderen, juist niet op veel terreinen doorgeslagen en doorgebroken? Men heeft de veranderingen nauwelijks kunnen bijbenen. Wij zijn te makkelijk meegegaan met revolutionaire ontwikkelingen. Met name in de Gereformeerde kerken verviel men in enkele tientallen jaren van het ene uiterste tot het andere. Dat is bij ons langzamer gegaan, maar het blijkt nu toch wel dat wij gevolgd zijn. Daar stonden ook de ouders niet neutraal in. In die jaren is het Bijbellezen veranderd, is het gebedsleven verflauwd, is de prediking steeds meer aan ons voorbij gegaan. Dus had het te maken met de innerlijke zaak van het hart, maar ook wel met de buitenkant van het leven. In Urk is de jeugd, het is bekend, in die periode van het leven los en vaak vrij, maar het valt ook op dat jongeren, als het huwelijk in zicht komt, hun weg binnen de kerk geheel terugvinden. En dat is niet alleen een zaak van de vorm. Dit voorbeeld toont aan dat een beschermende omgeving een goede uitwerking kan hebben. Tegelijkertijd is gebleken dat juist ook stadsgemeenten een overtuigde jeugd hebben zien opgroeien in hun midden. Ik denk dan maar aan Utrecht Noord en Rotterdam- West. Deze beide voorbeelden geven wel aan, dat het moeilijk is om oorzaken exact aan te geven. Ouders moeten zich dat wel afvragen. Hebben we een vaste overtuiging? Ik zie vaak om me heen dat de grootouders hun best doen om jeugdig en vlot te zijn, terwijl hun kleinkinderen soms meer karakter vertonen inzake de levensstijl.

Toch moet ook de andere kant belicht worden. Er zijn veel opvoeders, die de schuld bij de oudere generaties leggen. Want, zo zegt men, jonge mensen vragen om eerlijkheid, willen antwoord op hun vragen, zoeken goede voorbeelden. Ik geloof daar niet alles van. Jonge mensen zijn ook zondaars, ze hebben ook geen afdoende weerstanden en zijn ook alzo zwak. Er zijn, het is opvallend, jongeren die de oudere generaties in de kerk beschaamd maken. Er zijn echter ook heel veel ouders (geweest) die met God geworsteld hebben aan de troon der genade. Het laatste LCJ onderzoek toonde aan dat jongeren hun vrijere levensstijl moeiteloos soms combineren met kerkgang en geloof. Dat roept ook weer vragen op. Je hoeft er heus geen zin in te hebben om te klagen over de jeugd, maar er is ook geen plaats voor misplaatste bijval. Er zijn ook factoren buiten onze invloed van betekenis gteweest. De wereld om ons heen is zo ingrijpend veranderd; geen eerdere perioden zijn daar zo vol van geweest. De kerk heeft ook bijgedragen aan versoepeling en acceptatie van de wereld. Er is in onze kerken ook een generatie predikanten geweest die overal wel iets goeds in zagen. Juist die weifelende, tweeslachtige benadering richt de meeste schade aan. We hebben dus wel behoefte aan de adventsbelofte uit Maleachi 4, waar voorzegd wordt dat de harten der vaderen tot de kinderen en de harten der kinderen bekeerd zullen worden tot de vaderen. Hieraan vooraf echter gaat de belofte dat hij velen der kinderen Israels zal bekeren tot de Heere, hun God! Laat dat ons gebed zijn. Bekering tot God, dat eerst, en daarna ook bekering tot elkaar. Geerten Gossaert heeft eens een gedicht geschreven over deze zaken:

De Moeder

Hij sprak en zeide In t zael zich wendend:
Vaarwel, o moeder, Nooit keer ik weer...
En door de lanen
Zag zij hem gaan en
Sprak geen vervloeking maar
weende zeer.

Sprak geen vervloeking...
Doch, bijna blijde,
Beval de maagden:
Laat immermeer
De zetels staan en
De lamp en aan en
De poort geopend, de slotbrug
neer.

En toen, na jaren,
Melaats, een zwerver
Ter poorte klaagde:
Uw zoon keert weer...
Zag zij hem aan en
Vond gene tranen,
Voor zoveel vreugde
geen tranen meer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Gezinsleed

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's