Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De regeling van ons Kerkelijk leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De regeling van ons Kerkelijk leven

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een tijd, dat de aanhangers van de gereformeerde leer in de Nederlanden nog niet één tiende gedeelte van het volk uitmaakten, en waaronder er velen waren, die uit ontevredenheid en allerlei bijoorzaken zich tegen het Roomse en Spaanse dwangjuk kantten; en er dus onder de Calvinisten een grote onenigheid en nog veel onzuiverheid in leer en leven heerste, durfden enkele leraars, mannen door Gods Geest bearbeid, het reeds aan, de Nederlands Gereformeerde Kerken, naast een belijdenis en een psalmberijming, regels en richtlijnen te geven, waarnaar de kerk haar uitwendige vorm moest inrichten en gaven zij haar een kerkenordening, voortvloeiende uit het presbyteriale of gereformeerde stelsel en gegrond op Gods Woord. Dit was in het jaar 1568; het jaar waarin de 80-jarige oorlog begon. Duizenden hadden hun leven gelaten op brandstapel, schavot of in de kerker. Vele Calvinisten hadden het land verlaten; hagepreken en samenkomsten werden niet meer gehouden. 't Scheen dat de zaak der Hervorming verloren zou gaan.

Vanwege de felle vervolgingen was het niet mogelijk een convent (samenkomst van leraren) in eigen land 1 te houden. Daarom werd deze samenkomst gehouden te Wezel in Duitsland. Op dat convent waren o.a. aanwezig Petrus Dathenus, Guido de Brés, Herman Moded, Gaspar v. d. Heijden en Franciscus Junius. 't Is vrij zeker dat Petrus Dathenus voorzitter van dit convent is geweest. Toen alles afgesneden en verloren scheen, was hij het, die de geloofsmoed had om zich in de organisatievorm der kerk te verdiepen en de geloofstaal uit te spreken: „dat de Heere de deur voor de prediking van het Evangelie in Nederland weer zou openen."

Een synode was deze samenkomst niet, omdat de kerken hier niet officieel vergaderden. Er werden slechts voorlopige besluiten genomen, totdat een synode er over beslist zou hebben. Daarom werd dan ook besloten zo spoedig mogelijk een synode te houden, waar alle Gereformeerde Gemeenten in Nederland zich zouden afvaardigen. Vanwege het grote gevaar kon deze synode niet in Nederland worden gehouden; daarom werd deze synode gehouden in Embden in Duitsland in het jaar 1571.

Op deze synode waren 24 predikanten en 5 ouderlingen afgevaardigd door de gemeenten van Amsterdam, Den Briel, Hoorn, Schagen en Twisk en de andere buitenlandse vluchtelingengemeenten. Gaspar v. d. Heijden was voorzitter. Onderzocht werden de Geloofsbelijdenis van Guido de Brés en de Heidelbergse Catechismus naar Gods Woord. Ze werden genoemd „de Formulieren van Enigheid", welke door alle a.s. predikanten „onderschreven" moesten worden. Behalve dat werden ook de classicale en provinciale indelingen vastgesteld. Wat op het convent van Wezel voorlopig was besloten, werd hier officieel vastgesteld.

Het volgend jaar nemen de Watergeuzen den Briel (1572). Vele steden kiezen de zijde van den Prins en in deze plaatsen werd het Evangelie nu vrijuit gepredikt. De „deur" van ons vaderland gaat open. De vroeger gevluchte Calvinisten komen weer terug en tal van gemeenten worden gesticht, voornamelijk in Holland en Zeeland.

In 1574 wordt weer een synode gehouden, maar nu in Holland voor de eerste maal en wel te Dordrecht. Voorzitter is weer Gaspar v. d. Heijden. De provincies Gelderland, Overijssel en Utrecht en de gewesten van Friesland werden hier in classes en particuliere synoden verdeeld. Deze synode was geen nationale maar meer een provinciale synode en daarom ook niet van zo'n betekenis als die te Embden.

Vier jaar later, in 1578, werd een nationale synode gehouden te Dordrecht. Voorzitter van deze synode was Petrus Dathenus. Deze man die veel, zeer veel voor de kerk in ons vaderland gedaan heeft, wordt in onze dagen geplaatst in de hoek van de drijvers en dwepers, omdat hij door het geloof de machtigste vijand niet vreesde en tegemoet ging als een David „zonder pantser en zonder helm", maar met een vast vertrouwen op zijn Heere en Helper.

De volgende synode kwam bijeen te Middelburg in 1581. Tot voorzitter werd gekozen Arnoldus Cornelis.

Aanwezig waren 48 afgevaardigden uit ons gehele land. Op deze synode werd de vroeger ontworpen kerkenordening herzien en tevens werd besloten de psalmberijming van Datheen te blijven gebruiken.

In 1586 kwam men weer in synode bijeen, nu te 's-Gravenhage. Men besloot de psalmberijming van Marnix in te voeren, doch de tegenstand was zo groot, dat er nooit iets van gekomen is.

Naast de formulieren van Doop, Avondmaal en Huwelijk werden nu in gebruik genomen de formulieren van: ban, wederopneming, bevestiging van Dienaren des Woords en van Ouderlingen en Diakenen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1946

Daniel | 8 Pagina's

De regeling van ons Kerkelijk leven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1946

Daniel | 8 Pagina's