Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Marrow Controversy

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Marrow Controversy

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(5)

2. Het Evangelie werd een voorwaardelijk en wettisch Evangelie.

Wij hebben gezien welke verwarring er ontstaat wanneer wij Christus en Zijn weldaden scheiden. Dit was het eerste bezwaar van de marrow-men tegen de besluiten van de schotse synode. De verwarring werd nog groter, want de aanhangers van het Neonomianisme predikten de weldaden van Christus met een "indien ". Hiertegen ging het tweede bezwaar van Boston en de zijnen.

Het was: Er is vergeving van zonden, indien u voldoende boetvaardig bent. God is bereid u te ontvangen, indien u uzelf geheiligd hebt en de zonde uit uw hart en leven hebt weggedaan. U mag in Christus geloven, indien u diep genoeg overtuigd bent van uw zonden. Het was een evangelieprediking met een "indien".

Dit ontneemt het Evangelie zijn kracht en genadekarakter. Wanneer wij Gods genade een genade op voorwaarden maken, hebben wij het Evangelie in een Wet veranderd. Genade is dan geen genade meer. Het leidt tot wetticisme. Het verdonkert de roep van Christus: "Wie dorst heeft, die kome tot Mij en drinke."

Calvijn en de reformatoren scheiden hier de Wet en het Evangelie. Zij leren wat de Wet doet en wat het Evangelie doet. De Wet eist berouw, geloof en een heilig leven. De Wet veroordeelt, overtuigt en vervloekt. En God gebruikt dit als een middel en een weg om zondaren tot Christus te drijven. De Wet heeft een funktie in het bekeren van zondaren. Maar het is geen reddende funktie. De Wet redt niet. De Wet veroordeelt en eist alleen.

Thomas Boston zegt daarvan: "In de eerste plaats, door Zijn Geest als een Geest der dienstbaarheid werkende, brengt Hij de heilige Wet in haar geboden en vloek op hun gewetens thuis, als een goddelijk gezag, en die hen in het bijzonder verbindt. Hierdoor worden zij van hun zonde en ellende overtuigd, aangezien hun zonde zo verfoeilijk is in het gezicht van God, en dat zij Zijn toorn over hun zonden verdienen. Zij allen zijn aangedaan met knaging, angst, schrik; zij hijgen om verlichting, gevoelen een volstrekte noodzakelijkheid van Christus en Zijn gerechtigheid, en wanhopen van hulp op enige andere wijze te verkrijgen." (Verbond der genade, blz. 258).

We vatten de leer van de marrowmen niet recht, wanneer wij denken, dat er bij hen geen funktie voor de Wet is. Maar zij streden ertegen, dat de Wet iets belooft of dat men in de weg van wetsbetrachting zich het evangelie waardig kan maken. Daarom verzetten zij zich tegen een Evangelie, dat eist. Ook al was dit berouw en een heilig leven en al zei men, dat het genade eisen waren. Een Evangelie met voorwaarden was volgens hen geen Evangelie.

Het ware Evangelie eist niets, maar belooft alleen. Het nodigt om te komen en te kopen, zonder prijs en zonder geld.

Dit is het enige Evangelie, dat redding brengt in het leven van een door de Wet overtuigd zondaar. Een Evangelie, dat nog voorwaarden stelt kan een verloren zondaar niet redden. Daarom moet het zonder voorwaarden gepredikt worden. Kortom, het moet gepredikt worden als Evangelie en niet als een nieuwe Wet! En het is op de stem van dit zo genadig Evangelie, dat de schuldige zondaar komt. De zondaar komt dan ook niet op grond van zijn overtuigingen, maar op grond van de nodiging van het Evangelie. De garantie dat God hem niet verstoten zal is het woord van het Evangelie. De marrow-men noemden dit dan ook de "warrant to believe", de waarborg en garantie om te geloven.

Geloven is niet steunen op iets van zichzelf, ook niet op overtuiging, 't Is een verloren, hulpeloze, veroordeelde zondaar, die voor zijn heil en zaligheid zich op Christus werpt. Daarom streden zij zo tegen de term "voorwaardelijk" Evangelie, omdat er dan volgens hen geen Evangelie meer overbleef.

De Neonomianen legden de nadruk op wat de zondaar moet doen om in het bezit van Gods genade te komen. De marrow-men begeerden te beklemtonen wat God gedaan heeft en Wie God in Christus voor de zondaar zijn wil.

Daarmede verzwegen zij niet, dat bekering en geloof de weg is om in het bezit van de aangeboden zegeningen te komen. De grond van de aanbieding van de genade was echter niet enige geschiktheid in de mens. Nu komen we tot het derde bezwaar van de marrow-men tegen de besluiten van hun synode.

3. Het karakter van Gods genade werd veranderd.

De Auchterarder Creed was slecht verwoord, maar men bedoelde het karakter van Gods genade te beklemtonen. God redt zondaren en geen opgeknapte mensen. De classis van Auchterarder wilde de vrije en soevereine genade van God beklemtonen. Zij wilden zeggen, dat er niets van de mens in aanmerking kwam. Zij zagen een geest van wetticisme de kerk binnensluipen en wilden deze ontmaskeren. Dit deden zij door opzettelijk een scherpe verklaring op te stellen: "Ik geloof, dat het niet zuiver en rechtzinnig is om te leren, dat wij de zonde moeten verlaten voorafgaand aan ons komen tot Christus."

Het ging er om wie God is en wie God in Christus voor een zondaar zijn wil. De marrow-men geloofden, dat Gods genade niet afhankelijk is van iets in de mens. Zelfs niet van de genaden van de wedergeboren mens. De zaligheid komt door Gods genade tot stand!

Er gaat niets van de mens aan vooraf! Dat bedoelde de Auchterarder Creed.

Zij wezen op Rom. 5 waar de apostel leert: "Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren." En hij zegt in vs. 10: "Want indien wij vijanden zijnde, met God verzoend zijn..."

Wanneer schonk God ons Zijn genade? Aan welke voorwaarden voldeden wij toen? Hij schonk ons Zijn genade toen wij nog zondaars waren, ja zelfs toen wij vijanden waren. Welke voorwaarden gingen eraan vooraf, voordat God Zijn Zoon zond om te lijden en te sterven in de plaats van Zijn uitverkorenen? Het ant­ woord is: geen enkele. En waarom zond Hij Hem? Omdat wij zo boetvaardig waren? Nee. Er waren geen voorwaarden en geschiktheden. Loutere genade was het en soevereine liefde!

Men heeft verkeerde gedachten van God, indien men over Gods genade spreekt als voorwaardelijke genade. We denken dan vooral verkeerd over God de Vader, de oorsprong van de verlossing. We moeten geen Evangelie prediken, dat leert dat Christus, de Zoon, de onwillige Vader overreed heeft genade aan zondaren te bewijzen. Het is verkeerd te stellen, dat Christus het onwillige hart van de Vader veranderd heeft. De bedoeling van Christus' komst in de wereld en van Zijn dood aan het kruis was niet om God te bewegen zondaren genadig te zijn. Maar: "Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe." De dood van Christus is de uitwerking van Gods eeuwige liefde tot de verlorenen. Dit is dan ook de grond van de evangelieprediking!

We moeten niet leren, dat de genade van God voorwaardelijk is en dat God alleen een hart van genade tot ons heeft wanneer wij aan zekere geschiktheden voldoen. De genade van God is vrij en onverdiend!

Dit wilden de Marrow-men handhaven en verdedigen. De controverse tussen de Marrow-men en de meerderheid van de schotse kerk in hun dagen was dezelfde controverse als tussen Jezus en de Farizeeën. Beiden geloofden in de heiligheid van God. Beiden geloofden in de genade van God. Beiden spraken van Wet en Evangelie. Maar de Farizeeën geloofden en leerden slechts genade op voorwaarden. De mens kon zalig worden, indien hij aan bepaalde voorwaarden voldeed. Maar Jezus predikte een ontfermende God. Hij preekte de God van de verloren zoon. Een God, Die de verloren zoon ziet komen, arm, berooid en met niets om zich geschikt te maken voor zijn vader en... hem tegemoet loopt, om de hals valt en kust.

De marrow-men hadden deze God ontmoet in hun leven en daarom begeerden zij Hem te prediken. Zij hadden het om niet ontvangen, daarom predikten zij het ook om niet.

Oostkapelle,

ds. C. Harinck.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1991

De Saambinder | 12 Pagina's

De Marrow Controversy

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1991

De Saambinder | 12 Pagina's