Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK STAAT en SCHOOL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK STAAT en SCHOOL

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Identiteit en gezinsopvoeding.

Bekend mag verondersteld worden waarom we steeds meer overgaan tot het oprichten van "eigen" scholen, christelijke scholen op gereformeerde grondslag. Het is - kort gezegd - omdat we onze kinderen onderwezen willen hebben in de Leer der Waarheid, naar Schrift en Belijdenis; omdat we dit beloofd hebben bij de Heilige Doop. Het onderwijs op vele christelijke scholen voldoet hieraan helaas niet.

Nu funktioneren bovengenoemde scholen. De grondslag is degelijk verwoord in de statuten, de identiteit is dusdanig vastgelegd in leer- of schoolwerkplan dat ze niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is, het benoemingsbeleid is stringent en moet aan bepaalde criteria voldoen. Zonder iets af te doen van de waarde van de eerste twee willen we stellen, dat we het laatste van groot belang achten.

Besturen moeten er zich zo goed mogelijk van overtuigen of onderwijsgevenden doordrongen zijn van de waarheid van Gods Woord, getrouw zullen zijn in het onderwijs uit dat Woord.

Toch leert de geschiedenis van het christelijk onderwijs ons, dat het (christelijk) karakter van een school met name gaat veranderen als de

schoolbevolking verandert. Als de levensbeschouwelijke achtergrond der leerlingen zich wijzigt is dit van invloed op de leef- en leersituatie op school, brengt dit op de duur risico's mee in de bestuurlijke sfeer (b.v. bij beleidsbeslissingen en bestuurswisselingen), kan men ook tot een soepeler benoemingsbeleid overgaan, zodat al spoedig onderwijsgevenden benoemd worden, die een oppervlakkig besef van de leer der waarheid hebben of nog erger.

Geen evangeliserende taak.

’t Is onze stellige overtuiging dat we (ook) m.b.t. het toelatingsbeleid van leerlingen - niet met de Schrift strijdige - regels moeten ontwerpen om onze leerlingen tegen allerlei invloeden te beschermen en het "eigen" christelijke, gereformeerde karakter van onze scholen te behouden. Christelijke scholen bedoelen vooral onze kinderen in "de voorzeide leer" te onderwijzen. Zij zijn geen evangelisatieinstituten en hebben in eerste instantie zelfs geen opvoedende taak. Scholen zijn onderwijsinstituten en als "verlengstuk" van het gezin voeden ze ook op. Ouders die, bij aanmelding van hun kinderen, niet instemmen met in het belang van hun en hun kroost gestelde regels hechten niet aan het op onze scholen gegeven onderwijs en beseffen, zacht gezegd, onvoldoende wat ze bij de doop hebben beloofd. Ze sluiten zélf hun kinderen uit van het onderwijs naar Schrift en Belijdenis en dragen hiervoor de volle verantwoordelijkheid. Liever dan hun leven te richten naar het Woord Gods en zich te onderwerpen aan de regels, geven ze hun kinderen over aan allerlei wind van leer en levenspraktijk. Dit is hun eigen keus uiteraard.

Opvoeden - taak der ouders.

We stelden, dat de school in de eerste instantie geen opvoedende taak heeft. Opvoeden is de taak der ouders. Het zijn immers hun kinderen. Zij moeten ze opvoeden in de vreze en vermaning des Heeren. Zij moeten en mogen die opvoeding niet overlaten aan vreemde onderwijsgevenden. Deze moeten op de opvoeding der ouders kunnen voortbouwen.

Onderwijzers ervaren daarentegen steeds meer dat kinderen van thuis uit niet zo veel meer meekrijgen op godsdienstig gebied. Dat is een verontrustend verschijnsel.

Het is daarom nuttig eens te bezien hoe onze gereformeerde voorvaderen, met name uit de tijd van de reformatie en nadere reformatie, het belang van een dergelijke opvoeding inzagen.

In de rechte leer.

Reeds de hervormer Calvijn zag in, dat de jeugd onderwezen moest worden in de rechte leer, wilde de Kerk des Heeren nog toekomst hebben. Hij zag dit als een goddelijke opdracht en als de eerste taak der ouders. "Zij", zegt hij, "moeten hun kinderen onderwijzen, opdat een geslacht zal opkomen, bekwaam tot de dienst van God. De Heere heeft ons de leer des heils toevertrouwd, opdat wij die onze nakomelingen zouden bekend maken Ons is de zorg toebetrouwd, dat de ware dienst des Heeren ook na ons verscheiden blijft bestaan en zich voortzet".

De kerk en de opvoeding.

Diverse vaderlandse synoden hebben zich met opvoeding in onderwijs bezig gehouden. Ze hebben steeds het accent gelegd op de opvoeding in het gezin. Als daar de opvoeding verwaarloosd wordt, als de ouders hun kinderen niet meer voorgaan in de vreze des Heeren en onderricht geven in de religie, niet meer geïnteresseerd zijn in wat hun kinderen wordt onderwezen en hoè, dan gaat het met de kerk mis en ervaart de maatschappij hiervan haar nadelige gevolgen.

Reeds de synode van Antwerpen (1565) heeft de ouders verplicht hun kinderen "te vormen in de vreze Gods" en uitgesproken dat zij er op moesten toezien, dat de kinderen niet moesten komen in huizen of scholen waar ze "bedorven zouden kunnen worden of aangetast door slechte levenswandel en leer. "De synode noemde de ouders "herders van hun gezinnen".

Ook de Dordtse synoden uit de jaren 1574, 1578 en 1618/1619 besteedden geruime aandacht aan opvoeding en godsdienstige onderricht. Die van 1618/1619 besloot in haar 18e zitting, dat "het ambt der ouders is tehuis hun kinderen en ook het gehele huisgezin hun toebetrouwd, in de beginsels van de christelijke religie op het vlijtigst naar ieders begrip te onderwijzen, ernstiglijk en met vlijt tot dé vreze Gods en de oprechte godzaligheid te vermanen, tot de oefening van de heilige huisgebeden te gewennen, met zich mede te nemen tot het gehoor des Goddelijken Woords, de gehoorde predikatiën, inzonderheid de catachetische, vlijtig met hen te verhalen, enige kapittelen der Heilige Schrift voor te lezen, of ter voorlezing te geven, de uitnemendste plaatsen der Schrift te geven om van buiten te leren en in te prenten en dezelve op een gemeenzame en voor de tedere jonkheid bekwame wijze te verklaren.

Let u er wel op: er wordt gesproken over het ambt der ouders. Zij zijn in dat ambt gesteld en hun taak is geen vrijblijvende hobby. Die taak begint in het gezin en als ouders in hun taak geholpen worden door predikanten, catechiseermeesters, onderwijzers dan nóg dragen 7ij verantwoordelijkheid over het onderricht aan hun kinderen gegeven; zij moeten meedenken, meeleven, begeleiden, meehelpen (b.v. door overhoren), navraag doen enz. en er op toezien dat hun kroost op de rechte wijze wordt onderwezen. Als het goed is moet er een nauwe relatie zijn tussen gezin, kerk en school. Een goed gereformeerd gezin zal zich nauw betrokken voelen bij kerk en school.

Leringen, "leerbeelden" en gebeden.

Velen hebben hun ideeën over de opvoeding der kinderen in hun nagelaten geschriften uiteengezet. Zo schrijft Ds. Jac. Willemsen uit Middelburg (1740): "Vaders en moeders, voedt uwe kinders op in de lering en vermaning des Heeren. Houdt bij den Heere voor hen aan in gebeden en smekingen. Gaat hen met een godvruchtig en stichtelijk leerbeeld voor. Gij hebt het zelf aan den Heere bij de doop uwer kinderen plechtig beloofd. Daarbij, zij zijn niet alleen uwe; maar ook des Heeren kinders. Van Hem hebt gij ze ontvangen. Aan Hem moet gij ze ook, in de toeheiliging tot Zijn dienst, wedergeven".

Jac. Koelman, predikant te Sluis, beschrijft ons hoe we met en voor onze kinderen in gebed moeten gaan: "ge moet hardop voor hen en met hen bidden en wel bij het opstaan, naar bed gaan en als zij eten ontvangen.

Doe dit niet slordig, maar eerbiedig en ernstig. Leer ze bij het ouder worden, de woorden verstaan en laat ze de handen vouwen en bij gelegenheid knielen. Gewent uw kinderen vroeg stil en eerbiedig te zijn, wanneer er gebeden of gezongen of Gods Woord gelezen wordt in het huisgezin en toont dat het u zeer lief is, dat zij alsdan stil zitten en niet spreken". Verder raadt hij aan ook met het kind alleen te bidden en het te wennen aan het lezen van Gods Woord aan tafel.

Huisgodsdienstoefening, huisonderricht en catechisatie

Erg veel waarde hebben onze gereformeerde

vaderen gehecht aan goed huisonderricht en catechetisch onderwijs. "Hoe zullen Christenen hun geloof belijden en zich te weer stellen tegen een valse godsdienst, als ze zelf hun eigen Religie niet kennen? " zegt Joannes de Swaef, schoolmeester te Middelburg (+ 1590). Ze hebben beseft, zo blijkt telkens weer uit hun geschriften, dat de kerk zeer gebaat is met bekwame en geoefende lidmaten, die de zuivere leer kunnen voortplanten en dat aldus gevormde burgers ook voor de maatschappij tot nut zijn. De Swaef raadt aan voor het catechiseren over de gronden der waarheid een vaste tijd te nemen. Koelman vindt inzonderheid de rustdag hiervoor geschikt. Niet alleen huisonderricht, maar ook de (dagelijkse) huisgodsdienstoefeningen werden aangeprezen. Bij het huisbezoek (meestal om de 3 maanden!) werd daar door de predikanten nauwkeurig navraag over gedaan. (Ds. Witsius, "Twist des Heeren").

Het opvoedingsveld

Het moet ons opvallen, dat in de zorg voor de opvoeding der jeugd onze voorouders weinig ontging. Schier alle aspecten der opvoeding worden in hun geschriften aan de orde gesteld: het spel, de omgang met andere kinderen, het spreken over en omgaan met de godzaligen, de literatuur die we onze kinderen moeten geven, het onderwijs in de historie der kerk en in de vaderlandse geschiedenis (zie o.a. Psalm 78!), wat gezongen moet worden en hoe, het omgaan met geld, het onderwijs dat de kinderen moeten krijgen onder meer om ze voor te bereiden voor "een eerlijk, bekwaam en nuttig beroep". Alles te noemen en uit te werken zou te veel worden in het raam van dit artikel. We beogen met citeren belangstelling te wekken om zelf te gaan lezen en willen aantonen hoe de nadruk bij onze vaderen werd gelegd op de opvoeding in het gezin en hoe breed het terrein der opvoeding is, dat door hen werd overzien.

Omgang met kinderen

Belangwekkend is wat Koelman zegt over de omgang met onze kinderen. Dit mogen we ons inzonderheid in deze tijd - waarin het gezag door jongeren wordt ondermijnd en door slappe ouders niet of halfslachtig wordt geoefend -wel ter harte namen. Zijn raadgevingen, waarvan we er enkele aanhalen, hebben nog niets aan actualiteit, ingeboet:

— vereist van uw kinderen eerbied, achting en liefde, zodat zij u eren in hun hart en met hun gedachten.

— zijt niet te famihair en te gemeenzaam met hen

- laat ze merken, dat gij hen zeer lief hebt, en dat al uw geboden en bestraffingen zifn te hunne goede en niet enkel, omdat gij het zo wilt hebben.

— houdt wel uw gezag staande ; gebiedt als machthebbende, maar misbruikt uw autoriteit niet.

— verhindert niet door uw gedraging, dat uw kinderen u niet zouden geven eer, liefde enz. (het belang van ons goede voorbeeld, waarbij Koelman verwijst naar de Rechabieten uit Jeremia 35!).

Onntvang der opvoeding

Nu nog een belangrijke vraag. Op welke leeftijd moeten we onze kinderen vrij laten of hoe lang moet de godzalige/godsdienstige opvoeding der kinderen duren? Joannes de Swaef zegt er van: "So lang als God u laat vader en moeder wezen". Zo dat is duidelijke taal, dunkt me. Het wordt ook tot de taak der ouders gerekend hun kinderen tot een goed huwelijk te leiden en een kwaad huwelijk te verhinderen. Het is "der ouders schuldige plicht hun kinderen te vorderen (d.i. te leiden) tot een godzalig huwelijk". Dat de zorg en het gezag des ouders zich ook uitstrekke over hun ouder wordende kinderen ^blijkt ook hieruit, dat zij hun kinderen pas naar andere landen moesten laten reizen, als zij gevestigd waren "in de kennis der waarheid en godzaligheid" en dan nog "met goed gezelschap" en "niet enkel om de landen te zien en de talen te leren, maar uit beter einde; " "ook niet laten reizen naar Paapse landen, of Koninkrijken, maar naar zulke plaatsen, alwaar de religie meer bloeit dan waar gij woont”.

Smytegeld zegt, dat onze kinderen zich niet moeten vestigen in streken waar zij de gereformeerde waarheid niet kunnen beluisteren. Hoogst actuele raadgevingen! Een gedegen gereformeerde opvoeding vanuit het gezin, ondersteunt door school en kerk, dat is wat onze vaderen voorstonden.

Zo’n opvoeding zal niet ongezegend bhjven en zal profijt afwerken voor de school, de kerk, de maatschappij, al zullen er in deze door de zonde gebroken wereld teleurstellingen zijn. Als ouders zich kwijten van hun ouderlijke taak om als herders hun kudde te weiden zou de identiteit van ons christelijk onderwijs niet zo aan slijtage onderhevig zijn; was de zorg voor "afghjding" minder aanwezig. Integendeel: dan zou de school kunnen voortbouwen op een vast en deugdelijk.fundament, door ouders gelegd.

De christelijke, gereformeerde identiteit van onze scholen zal, als het goed is, vooral bepaald worden door wat onze kinderen bij hun chr. gezinsopvoeding meekrijgen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1982

De Wachter Sions | 8 Pagina's

KERK STAAT en SCHOOL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1982

De Wachter Sions | 8 Pagina's