Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boven de wet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boven de wet

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van tijd tot tijd verbeeldt de een of andere pastoor zich al, dat Nederland Roomsch is en doet alsof er geen burgerlijke wet bestond. Vooral het huwelijk, door de Roomsche Kerk als sacrament beschouwd, geeft hier aanleiding om de kerkelijke wet als de hoogste te beschouwen en de burgerlijke wet op het huwelijk heel eenvoudig op zij te zetten. Daarvan verhaalt Ds. R. J. v. d. Meulen, predikant in N. Brabant (Someren) in een ingezonden stuk in de Nederlander (4 Juli j.1.), ons door een Haagschen vriend welwillend toegestuurd, dat wij hier grootendeels — en zonder commentaar, want het spreekt voor zichzelf — laten volgen. Hij schrijft dan:
ROME EN DE (NED.) WET.
Donderdag 9 Juni behandelt het Kantongerecht te Helmond de zaak tegen den Pastoor der O. L. Vr.-parochie aldaar, die 'n huwelijk heeft ingezegend, waarvan hij wist, dat het niet burgerlijk voltrokken was (art. 449 Wetboek van Strafrecht). De Pastoor is niet verschenen en de behandeling wordt uitgesteld tot 23 Juni. Dan eischt de ambt. van het Openbaar Ministerie een boete van zes gulden. De Kantonrechter legt f 100 op. Het betreft hier 'n politie-korporaal, die geen vergunning tot huwen had. Eerst Dinsdag 28 Juni maakt „de Zuid- Willems-vaart" (het Dagblad van Helmond) melding van dit geval met de verontschuldiging „wij hadden hiervan geen melding willen maken. Nu een blad uit het Noorden in z'n editie van gisteravond dit „Helmondsche geval" open en bloot legt. behoeven we onze redenen tot zwijgen niet meer te laten gelden", met de toevoeging: „in dit geval heeft dus uitsluitend een conflict plaats gehad tusschen een gewetensplicht en de Burgerlijke Wet en is dus door betrokkenen niet anders gehandeld kunnen worden dan zij hebben gedaan."
(Dit laatste is in strijd met hetgeen er onmiddellijk aan vooraf gaat: „we kunnen nog mededeelen, dat sinds kort de korporaal van zijn verbintenis bij de militaire politie is ontslagen, ook voor den ambtenaar van den Burgerlijken Stand is getrouwd en een werkkring in de burger-maatschappij heeft gevonden." Er had dus wél anders gehandeld kunnen worden).
Wij laten bijzonderheden weg, die het geval nog ergerlijker maken, dan het zonder deze bijzonderheden reeds is. En wijzen op dit geval als teekenend voor de houding die Rome aanneemt t.o. onze Wet. Het is slechts één voorbeeld, hoe onze Wet daar slechts erkend wordt voorzoover zij met de kerkelijke Wet overeenkomt. Hier in Oost-Brabant valt het 'n nietinboorling aanstonds op, van hoe weinig kracht hier de Wet is: wanneer de geestelijke Overheid zich even krachtig keerde tegen strooperij, smokkelarij, openbare dronkenschap o.i. als tegen bloote armen van beiwaarschool-kinderen, dan zouden genoemde overtredingen gemakkelijk door de wereldlijke Overheid te onderdrukken zijn.
De openbare meening wordt geheel door de Geestelijkheid geleid. En dit is volkomen te begrijpen, want de R. K. Geestelijkheid zorgt op voorbeeldige wijze voor de geestelijke, de maatschappelijke. de persoonlijke belangen harer parochianen. En het zou 'n zegen zijn, wanneer voorgangers van andere kerken en groepen aan haar 'n voorbeeld namen. H i e r echter zien wij de schaduwzijde. Want het is n i e t onschuldig wat hier is geschied.
Voor wie dit niet mocht inzien, volge hier een mij in bijzonderheden bekend geval: een gehuwd naam-R. K. wenscht te scheiden. Voordat de scheiding is uitgesproken gaat hij alvast op onderzoek uit en komt daarbij ook in aanraking met 'n meisje, dat zijn liefde beantwoordt, maar als écht-R. K. samenleving weigert, zoolang dit niet door haar priester is goedgekeurd. Door dezen tegenstand aangevuurd, kan de man niet op de scheiding wachten en stelt alle pogingen in het werk, dien priester te bewegen, het huwelijk alvast kerkelijk te sluiten, hetgeen de geestelijke echter beslist weigert. niet in de eerste plaats omdat hij staatstractement genietend, dubbel verplicht is, de Wet te eerbiedigen maar ook omdat hij die Wet ziet als noodzakelijke waarborg der burgerlijke vrijheden. Een advocaat weet echter 'n uitweg: in het buitenland is het mogelijk 'n kerkelijk huwelijk te sluiten zonder dat burgerlijk huwelijk daaraan voorafgaande geëischt wordt. De priester moet erkennen, dat 'n huwelijk door 'n priester naar de kerkelijke Wet voltrokken 'n sacrament is. het meisje geeft dus haar verzet op, vertrekt met den man naar het buitenland, waar het huwelijk wordt voltrokken op voorwaarde, dat hij het (voor Rome nietgeldende) burgerlijke huwelijk zoo spoedig mogelijk zal verbreken. De man wenscht niet anders en vertrekt na de wittebroodsweken weer naar ons land, waar hij de scheiding uitgesproken weet te krijgen.
Inmiddels maakt hij hier ook kennis met 'n naam-R. K. meisje, dat zijn liefde beantwoordt, doch samenleving weigert, zoolang deze niet door de burgerl. Wet is geoorloofd verklaard. Derhalve huwen beiden hier burgerlijk en het écht-R. K. meisje zit verlaten in het buitenland, naar haar geweten voorgoed verbonden aan den man, die haar verliet, en zonder dat onze W e t iets voor haar kan doen. Hier helpt geen bestraffing van den Helmondschen Pastoor, die overigens geheel te goeder trouw en naar zijn kerkelijk geweten kan hebben gehandeld, hier zal de onrust alleen bezworen kunnen worden door 'n duidelijke verklaring van de Néderlandsche Bisschoppen, dat voor Nederlanders de Nederlandsche Wet in geweten verbindend is.
En gaat dit R.-K. geval ons, niét-R.K., aan? Vinden wij niet genoeg in éigen tuin te wieden, dat wij naar onkruid bij den buurman moeten gaan zoeken? Neen: het is geen oud-wijfsche bemoeizucht, het is geen leedvermaak in anderer moeilijkheden, het is geen splinters zien in het oog van den naaste en eigen balk vergeten, het is geen anti-papisme, dat ons drijft. Maar de overtuiging, dat minachting van de Wet besmettelijk is...

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1938

De Klok | 4 Pagina's

Boven de wet

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1938

De Klok | 4 Pagina's