Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Dordtse leeregels. Hoofdstuk II. Art. 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Dordtse leeregels. Hoofdstuk II. Art. 1

Van de dood van Christus en de verlossing der mensen door deze.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

God is niet alleen ten hoogste barmhartig, maar ook ten hoogste rechtvaardig. En zijn gerechtigheid (gelijk Hij Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft) vereist, dat onze zonden, tegen Zijn oneindige majesteit begaan, niet alleen met tijdelijke, maar ook met eeuwige straffen, beide naar ziel en lichaam, gestraft worden; welke straffen wij niet kunnen ontgaan, tenzij aan de gerechtigheid Gods genoeg geschiede.

DE NOODZAKELIJKHEID VAN DE VOLDOENING VAN CHRISTUS

a. Omdat God ten hoogste rechtvaardig is.

Het tweede hoofdstuk handelt over de verzoening én de verlossing der uitverkorenen door de dood van Christus.

In dit artikel I wordt dan allereerst er de volle nadruk op gelegd, dat God zowel barmhartig als rechtvaardig is. Twee deugden, die in God één zijn en wel te onderscheiden, maar niet te scheiden zijn. In God is er eigenlijk maar één eigenschap, namelijk het God zijn. Doch naar de verschillende uitwerkingen, die de verheerlijking Gods in de schepselen heeft, en naar de menselijke wijze van bevatting, spreken wij van eigenschappen, die dan weer onderscheiden kunnen worden in onmededeelbare en mededeelbare eigenschappen. Wanneer er dus in het meervoud van deugden gesproken wordt, geschiedt dit omdat de ene, oneindige volmaaktheid Gods niet uitgedrukt kan worden, noch begrepen, en opdat de mens door de veelheid der deugden het ene volmaakte Wezen van verschillende zijden zal bezien.

Omdat alle eigenschappen in God één zijn en ook God zijn, kunnen de deugden Gods (eigenschappen) niet van elkaar gescheiden worden. En ook mag niet alleen één deugd op de voorgrond geschoven worden ten koste van de andere. Bovendien is God niet veranderd, alhoewel de mens door de zonde wel is veranderd. Zelfs al wenst de mens, dat God ook zou veranderen, het blijft waar, dat er bij de 'Heere geen verandering, noch schaduw van omkering is.

Hierom zegt artikel I dan ook, dat God niet alleen ten hoogste barmhartig, maar ook ten hoogste rechtvaardig is. Te, allen tijde zijn er mensen geweest, die de barmhartigheid Gods op de voorgrond wilden schuiven en de rechtvaardigheid Gods wilden verdonkeren, of zelfs geheel ontkennen. God werd gemeten met menselijke maatstaven, waarnaar God dan zou moeten handelen. •Het is echter tot heil en gelukzaligheid van de kerk, dat God Zich handhaaft in recht en gerechtigheid. Sion zal door recht verlost worden. In het stuk der verlossing gaan Gods barmhartigheid en Gods rechtvaardigheid hand aan hand. De vaste grond der verlossing der uitverkorenen ligt in het recht Gods. Daarom verheugt des Heeren volk zich in de rechtvaardigheid Gods, die echter de schrik der goddelozen is. Psalm 116: „De Heere is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende". Psalm 7: „Ik zal de Heere loven naar Zijn gerechtigheid".

b. Omdat de gerechtigheid Gods eist, dat de zonde gestraft wordt.

De zonde moet gestraft werden. Dat eist Gods waarheid en gerechtigheid. De Heere heeft gezegd: „Ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven". Dat was de waarheid; wat de satan voorspiegelde, de leugen. De zonde moet gestraft worden en het recht moet zijn loop hebben. Was God bij de schepping de Vader van de mens, door de val des mensen is Hij hun een vertoornd Rechter geworden. Slechts door het bloed van Christus en door de Geest der aanneming tot kinderen is het mogelijk weer een kind van God te worden

Door alle eeuwen heen is dit steeds ontkend geworden, zowel dat wij van nature allen kinderen des toorns zijn geworden, alsook dat slechts herscheppende genade het kindschap Gods doet deelachtig worden.

'De verhouding Gods tot de mensen is na de val een andere geworden, omdat God niet veranderd, maar de mens in de val wél veranderd is. Ook is aan de zijde Gods door des mensen val geen verandering gebracht in de weg om het eeuwige leven te verkrijgen. Hierom is dan ook Christus geworden onder de wet (Galaten 4 : 4) en heeft Hij in lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid de eis Gods volkomen voldaan.

Zonden, tegen Zijn oneindige majesteit begaan, worden niet alleen met tijdelijke, maar ook met eeuwige straffen, beide naar ziel en lichaam, gestraft, zo zegt artikel I, en de Catechismus in Zondag 4, vraag 11, zegt hetzelfde.

In de ellende der wereld, als gevolg van de zonde, komt de tijdelijke straf openbaar. Het is alleen voor Gods volk, dat deze straf door Christus gedragen is, zodat het voor hen beproevingen en Vaderlijke kastijdingen zijn geworden, die medewerken moeten tot hun eeuwig nut. Doch in de ellende, in de smart en in het leed der wereld komt de tijdelijke straf openbaar en hierop volgt de eeuwige straf, die een eeuwig durend straflijden is naar ziel en lichaam in de hel. Op de plaats, waar het vuur niet uitgeblust wordt en de worm niet sterft, zullen de verdoemden in het gezelschap der duivelen oneindig voortgaan in hun zonden en God lasteren dag en nacht.

God is rechtvaardig in het voltrekken van de drievoudige dood, namelijk van de geestelijke, de tijdelijke en de eeuwige dood, ook al heeft het Gode behaagd dit oordeel niet van stonde af aan geheel te volvoeren. Hoewel het vonnis geveld is, voltrekt dit zich wel dadelijk in de geestelijke dood, dit in onderscheiding van de tijdelijke en eeuwige dood. God schenkt eerst een tijdelijk leven, maar bij de tijdelijke dood treedt ook de eeuwige dood in, naar ziel en lichaam beide. Deze wijze van voltrekking is naar het welbehagen Gods, opdat de Heere Adam een geslacht zal geven, waaruit Hij de Zijnen ten eeuwigen leven zal trekken door onwederstandelijke genade, en de goddelozen echter naar Zijn rechtvaardigheid zal straffen.

Zo draagt God de gehele wereld in de kracht van het verbond met Noach, het verbond der algemene genade. Doch Zijn volk, gekocht door Christus' bloed naar lichaam en ziel, bewaart, ondersteunt en verzorgt Hij in de betoning van Zijn gunst, terwijl Hij hen zegent uit het genadeverbond in Christus, waarom het weinige van de rechtvaardige beter is dan de overvloed, veler goddelozen (Psalm 37 : 16).

's-Gravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1956

De Saambinder | 4 Pagina's

De Dordtse leeregels. Hoofdstuk II. Art. 1

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1956

De Saambinder | 4 Pagina's