Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE PRAKTIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE PRAKTIJK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

25.

U sprak daar van overtuigingen die velen van Gods volk gehad hebben in hun eertijds, maar hoe zit het dan als Paulus op de weg naar Damascus door de Heere wordt opgehouden en krachtdadig bekeerd, dan lezen wij toch van geen overtuigingen. Zo was eens het wederwoord op één onzer huisbezoeken. Hier sprak één der huisgenoten die het niet erg met ons eens was, toen wij probeerden om voor te stellen wat gekend moet worden voor de eeuwigheid. En wanneer iets dergelijks gevraagd wordt, is het toch onze plicht om een eenvoudig antwoord te geven.

Dit valt niet altijd gemakkelijk, want het scheen ons toe dat wij met een persoon te doen hadden, die het in een makkelijker weg wilde zoeken om zalig te worden.

Wij hebben hem dan geantwoord, dat we hier een geval hebben zoals er geen tweede in het Woord beschreven is. Het is wel zeer bijzonder als iemand in de uitgieting van zijn vijandschap plotseling wordt stil gehouden, en invalt voor Hem, Die hij tot nog toe fanatiek in Zijn volk vervolgde. Als de Heere mensen bekeert, dan heeft Hij daar wat bijzonders mee voor, namelijk dat zij Zijn lof zullen vertellen. Daarom staat er in het Woord dat zij geschapen zijn tot Zijn eer, en dit komt wel zeer bijzonder openbaar in het latere leven van Paulus. Voeg hierbij, dat de Heere deze Paulus bestemd had om het apostelschap uit te oefenen, en zou hij een rechte prediker zijn, dan was het nodig dat hij ook wist wat hij anderen te boodschappen had, opdat hij anderen niet zou voorstellen waaraan hij zelf geen kennis en geen ondervinding had.

De Heere riep Paulus krachtdadig, en men neemt dit wel als een voorbeeld van een krachtdadige bekeering, maar vriend, let hier wel op, dat elke ware bekering krachtdadig is, want een mens moet van geestelijk dood, geestelijk levend gemaakt worden, en dat is altijd een krachtig werk, want wie is daartoe in staat? Daar is een bijzondere kracht Gods toe nodig, en daar gebruikt de Heere middelen en wegen toe.

Denk u eens in, hetgeen meerdere malen is gebeurd, een sterfgeval in de familie; daar gaat een sprake van uit dat wij hier geen blijvende stad hebben, en dat het voor ieder mens eens eeuwigheid worden zal, en dat betekent dat we, zo levende als we geboren zijn, God niet kunnen ontmoeten, en deze zaken krijgen gewicht op onze harten, zo dat we er bang onder worden en er van overtuigd worden dat we zo voor God niet kunnen verschijnen en bestaan, en worden daaronder werkzaam, het laat ons niet los, en gaan daar onder gebukt, zodat het ons uitdrijft, en wij uit deze benauwdheid gaan roepen tot een God, waarvan wij wel veel kunnen hebben gehoord, maar Die wij niet kennen. Wat dunkt u, zou dat kunnen gebeuren, zonder dat wij overtuigd waren dat we geheel mis zijn? Ja maar man, moet daar dan altijd zoiets naars zoals een sterfgeval bij komen, om tot andere gedachten te komen? Men kan toch in de Kerk ook wel veranderd worden, door een woord dat daar gesproken wordt? Ja vriend, daar wordt Gods Woord gebracht, en dat Woord is het middel waardoor het Hem belieft zielen te trekken. Daarom moeten wij van dat middel maar getrouw gebruik maken. Maar merk nu goed op, wij noemden zoëven een sterfgeval dat een middel tot overtuiging kan zijn, maar het blijkt wel eens dat een overtuiging, waarvan soms met ophef gesproken werd, weer overging, en geen gewenste vrucht voortbracht. Dan is men er wel van overtuigd geweest dat het zo niet goed gaat, en men blijft er dezelfde mee of men verhardt er tegen in.

Maar u is nog jong, wij willen u twee gevallen vertellen van een jongen van uw leeftijd; hij kon uit zijn jonge leven dingen vertellen, daar hij toen niets op kon of durfde te zetten, hij kreeg als jongeling hiermee te doen, dat hij zoals hij zichzelf bezag, zo niet sterven kon, en toch zou dat eens gebeuren, want alle mensen moeten sterven. De gedachten vermenigvuldigden en het werd hem daaronder zo benauwd, dat hij ’s avonds op zijn bed niet durfde te gaan slapen, menende dat hij in de eeuwigheid zou ontwaken, en dan voor eeuwig verloren. Hij ging daaronder aan het roepen tot een God, Die hij niet kende, en na een paar dagen ging de ergste benauwdheid weer over, maar hij vergat dit gebeuren niet. Dezelfde jongen werkte een lange tijd op één der Waddeneilanden aan het strand.

Op een zaterdagavond, na werktijd, zat hij op een hoge duintop, ’t was zeer mooi weer, het gezicht van de heldere lucht, de niet te overziene zee, en het eiland dat hij geheel kon overzien, boeide zijn aandacht. Onder dat voor hem wondere gezicht dacht hij: wat is de schepping toch een machtig en majestueus werk, en terwijl hij dat onnaspeurlijke werk overdacht, sprak hij met gevoel„Is de schepping zo’n almachtig werk, hoe heerlijk moet dan de Schepper wel zijn”, en in diepe verwondering riep hij uit: hoe groot zijn Heere Uw werken, en hoe ver gaat Uw beleid. Onvergetelijk zijn deze ogenblikken voor hem, waarin hij overtuigd werd van de almacht Gods in de natuur, maar hij kon toen de dichter niet volgen als hij zegt: een ziel aan ’t stof gekluisterd, beseft Gods daden niet.

Vriend met deze dingen u te vertellen bedoel ik dit, dat als deze toestanden plaats.hebben, zo’n mens er nochtans geen grond in vindt om op te steunen, als het de Heere belieft zo iemand er aan te ontdekken dat hij een verloren schepsel is, en hij als zodanig als een doodschuldige onder God mag komen, en de Heere openbaart de enige weg tot behoudenis, dan gebeurt het later wel dat hij een terugleiding krijgt en een gezicht op deze dingen, dan is het soms tot zijn verootmoediging en verwondering, en spreekt het uit tot den Heere: Wat zijn Uw bemoeienissen wonderbaar, dat U toen reeds klopte aan mijn hartedeur, met Uw overtuigingen en lokkingen. Wat buigt men dan laag voor de Heere, dan ziet men achteraf de leidingen Gods in zijn leven, en men kan het niet op dat de Heere zo’n nauw oog op hem heeft.

Maar vriend, hoe noodzakelijk is het, dat wij van dat werk van overtuiging en ontdekking wat leeren kennen voor ons eigen hart, er bouw uzelf geen gebouw tot behoud waar God niet van weet. want dat zal niet kunner bestaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 augustus 1968

Bewaar het pand | 4 Pagina's

UIT DE PRAKTIJK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 augustus 1968

Bewaar het pand | 4 Pagina's