Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

(slot) HET TEKEN IN DE HEMEL VI

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

(slot) HET TEKEN IN DE HEMEL VI

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zy een plaats had, haar van God bereid opdat zy haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen. Openbaringen 12 : 6.

Christus had Zijn discipelen voorzegd: „Zij hebben Mij vervolgd, zij zullen ook u vervolgen." Dat blijft dus geen vreemde zaak voor de kerk. Hoe hebben alle machten der hel zich opgemaakt tegen het Kind Jezus. Hier heeft de duivel alles in het werk gesteld om het plan Gods de verlossing van Zijn kerk te verijdelen. Doch het Kind heeft overwonnen. En hoe het vrouwenzaad is vermorzeld in de verzenen. Zijn hjden en sterven is de weg tot het leven. In die gangen van de opgestane Levensvorst zal Zijn volk een andere blijdschap leren keimen. Het is in het opluisteren van Zijn eeuwige deugden en volmaaktheden in de volvoering van Gods soeverein welbehagen. Toch hebben de discipelen vlak voor Zijn hemelvaart nog gevraagd: „Zult Gij in deze tijd aan Israël het koninkrijk wederoprichten ? " Na de opstanding hebben ze nog weer naar zulk een koninkrijk uitgezien. Doch dan was het einde van de verhoging in de opstanding. Hij moest meer verhoogd worden, daartoe weggerukt tot God en Zijn troon.

„Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven alle naam is. Opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn" Filippensen 2 : 9 en 10.

Daarom moet de kerk de betekenis an de hemelvaart waar een helle­ vaart aan voorafgaat in gaan leven. Is de kerk gerechtvaardigd in de vrijspraak des Vaders in de opstanding van de Middelaar, de Geest der vrijmaking wordt gemist. We' zien dan hier het onderscheid tussen vrijverklaring en vrijmaking. Christus heeft dus beide verworven in de voldoening aan het recht, de vrijspraak door de Vader, doch ook de vrijmaking. Zo de Zoon u vrijgemaakt zal hebben, zo zult ge waarlijk vrij zijn. Doch dan zou ook de Geest der vrijmaking gezonden worden. Uitgaande van de Vader en de Zoon. En daartoe de hemelvaart en het zitten ter rechterhand Gods. Welk een rijke betekenis voor Zijn volk. Nu vertegenwoordigt Hij haar in de hoogste hemelen. Geen aardse maar een hemelse troon vanwaar Hij geeft Zijn rijksgeboón (Psalm 47).

De discipelen zijn na de hemelvaart met bUjdschap wedergekeerd. Hij zou hen geen wezen laten. Wat is dat met de Pinksteren vervuld geworden. Het zijn dierbare gangen waar de kerk wordt ingeleid. Hier gaat het niet om het genot. Hier wordt de zaligheid gesmaakt in de onwankelbare gangen van haar God en Vorst. Hier wordt God de zaligheid van Zijn kerk.

En daar ligt de zaligheid geheel buiten haar in een drieënig God. Zo is dus de zaligheid in God. Maar nu zal ze dat ook in moeten gaan leven. En om uit Christus te leven komt ze nu in de grootste armoede terecht. De vrouw vluchtte in de woestijn. Dat was de plaats die God haar bereid had. De woestijn is een beeld van eenzaamheid, verlatenheid, van armoede en gebrek, verschrikking en doodsgevaren.

God heeft zulk een plaats bereid, waar men zich met al wat beleefd is niet kan behelpen. Dat is anders dan bij het juichende christendom. Die zijn ook niet bang voor de rode draak. In hun gezelschappen gaat er zo veel van uit dat men de duivel zelf onder de voet heeft. Nu zal dat wel zo zijn, want zo lang het hem naar de zin gaat zal hij wel aan de voeten blijven liggen. Hij gunt him de rust wel. Dan mogen ze zich wel vermaken met hun versnaperingen. Hij gunt hen nog wel wat. En voor iedereen is er wat, behalve voor een arme ziel die met al wat er gebeurd is in het gemis terecht is gekomen. Die zijn bij de aanvang in de woestijn terecht gekomen. Die in de woestijn dwaalden, in een weg der wüdemis, die gene stad ter woning vonden.

Eerst wordt de wereld een woestijn waarin het leven niet is. Doch hier ligt een diepere gang in verklaard. De woestijn wordt van binnen uit gekend. Uit u geen vrucht meer. De dochteren van Jeruzalem kunnen de bruid prijzen die daar opkomt uit de woestijn, maar zelf voelt ze zich zo- gelukkig niet. Zo verkeert ze hier in het lichaam der zonde. Nooit had ze kunnen denken dat het zo laag af zou lopen. Wat eerder nooit in haar opkwam daar krijgt ze nu mee te doen. Hier wordt wat afgezucht in het lichaam der zonde. Doch ze wordt in de woestijn ook weer door God onderhouden. Maar dat wil dan ook weer zeggen dat zij niet meer uit haar bekering leven kan. In die woestijn is ze dus onbekeerd geworden. Dan kan men met de ge­ schonken weldaden niet in het leven blijven. Doch God zal haar onderhouden. Zij zou dus gevoed worden duizend tweehonderd zestig dagen. MiddeUjkerwijs zou God haar onderhouden door de twee getuigen waarvan in het vorige hoofdstuk gesproken wordt. Die getuigen waren met zakken bekleed en die hebben ook kennis van het woestijnleven. Zo spreken ze dan ook naar het hart van Jeruzalem. God houdt Zijn kerk in stand. En door welk een weg de kerk geleid wordt, ze zal er toch éénmaal uitkomen. Het Uchaam der zonde zal éénmaal worden afgelegd.

Maar wat zal het zijn wanneer we hier vreemdeling van bUjven. De draak laat ons hier met rust. Maar wat zal het zijn wanneer we onbekeerd straks zijn prooi zullen zijn. Het is nog het heden der genade. Doch hoelang ? Wanneer we zien wat er nu al op aarde plaats vindt moet dat ons niet met vrees vervullen voor de toekomst ? Zien we nu niet dat de duivel ontbonden en losgelaten wordt ? Doch dat zal dan ook zijn laatste tijd zijn om straks met eeuwige banden gebonden te worden. Hier laat hij Gods kerk nooit met rust. De kerk is een strijdende kerk. Zij woont hier waar de troon des satans is. Maar die strijd komt ten einde wanneer ze éénmaal met Paulus zal mogen uitroepen: „Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden." Waar het hier in dit jammerdal door moet, het ligt vast in Hem zo zal ze dan ook roemen in Hem.

Maar Jezus geleidt mij door de aardse woestijn

Gestorven voor mij zal myn zwanenlied zijn.

Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's

(slot) HET TEKEN IN DE HEMEL VI

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's