Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. A. VERHAGEN 70 JAAR

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. A. VERHAGEN 70 JAAR

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo de Heere het wil hoopt onze geliefde voorzitter van hét Landelijk Verband van Jongelingsverenigingen der Gereformeerde Gemeenten, ds. A. Verhagen op zondag 3 maart a.s. 70 jaar te worden.

Is het op ziehzelf al een groot voorrecht, als iemand deze leeftijd bereiken mag, nog groter is het als men negenenveertig jaar daarvan heeft mogen arbeiden in Gods Koninkrijk.

Zeer zeker zal het deze alom bekende nestor onzer predikanten rond 3 maart niet aan belangstelling ontbreken.

Ds. Verhagen werd 3 maart 1887 geboren te Vlaardingen. In het jaar 1908 werd hij geroepen om de Heere te dienen in Zijn wijngaard en werd 7 april van dat jaar als oefenaar verbonden aan de gemeente te Westzaan. Als zodanig heeft hij daar gearbeid tot 1914 en daarna een jaar te Meliskerke.

Op 28-jarige leeftijd werd hij als predikant bevestigd te Leiden op 15 september 1915 en diende achtereenvolgens de gemeenten te Dirksland, Middelburg, Lisse en Kampen, om zich op 21 juli 1955 te verbinden aan zijn huidige gemeente te Gouda.

Ds. Verhagen heeft een druk en werkzaam leven achter zich. Van diverse Synodale Commissies is hij penningmeester, waaraan zeer veel arbeid is verbonden. Tevens voorzitter van het curatorium der theologische school en bestuurslid van het Chr. Sanatorium „Sonnevanck" te Harderwijk, om van verdere functies maar niet te spreken.

Op het gebied van ons jeugdwerk is Ds. Verhagen ook lang geen onbekende.

Van 1 juli 1931 af (dus bijna 26 jaar) is hij reeds voorzitter van ons Landelijk Verb. van Jongel.Ver. en van 17 december 1945 af hoofdredacteur van ons blad „Daniël". Niets is hem teveel, als het gaat om de belangen van beide.

Hoewel cle kroon der grijsheid Ds. Verhagen siert, gevoelt hij zich jong tussen zijn jongens.

Neen, wij vermelden dit alles niet om de mens te verheerlijken.

Maar mij dunkt: dit mag vermeld worden tot eer van Hem, Die Zijn knecht tot zijn veelvuldige taak de kracht en de gave schonk.

Het is dan ook onze hartelijke wens en innige bede, dat de Heere ds. Verhagen nog spare voor zijn gezin, voor zijn gemeente, voor de gemeenten in het algemeen, en zeker ook voor beide delen

persoon en het werk van Christus. Ieder van de vier evangelisten had met het schrijven van het Evangelie een aparte bedoeling. In zekere zin streefden allen hetzelfde doel na, namelijk dit, wat Johannes ons zegt in Joh. 20 : 30, 31: Jezus dan heeft nog wel vele andere tekenen in de tegenwoordigheid Zijner discipelen gedaan, die niet zijn geschreven in dit boek; maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam."

Dit was dus het doel, wat zij allen nastreefden, namelijk om de lezers te bewegen tot het geloof. Daarom moeten wij de evangelie-beschrijvingen niet zien als een soort levensbeschrijving van de Heere Jezus, als een nauwkeurig chronologisch geordend verhaal over alles, wat zich in het leven van de Heere Jezus voltrok.

Neen, de evangelisten waren geen geschiedschrijvers, maar Evangeliepredikers.

Het gemeenschappelijk doel, dat alle vier de schrijvers nastreefden, was dus hetzelfde als het beginsel, wat Paulus dreef: „Wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof."

Maar daarnaast had ieder van de vier evangelisten toch ook nog een aparte bedoeling bij zijn schrijven. Deze aparte bedoeling die ieder had hangt ten nauwste samen met de lezerskring, voor wie ieder zijn evangeliebeschrijving in het bijzonder bestemd had. Het is nu ons plan, om die aparte bedoeling, die ieder van de evangelisten met het schrijven van het Evangelie op het oog had, nader uiteen te zetten. Dit kan namelijk ten zeerste bijdragen tot een beter verstaan van de Heilige Schrift.

Eerst willen we dan spreken over het Evangelie naar Mattheüs.

De schrijver is Mattheüs of Levi. We lezen van hem in Matth. 9 : 9: En Jezus, van daar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd Mattheüs en zeide tot hem: olg Mij. En hij, opstaande, volgde Hem."

Mattheüs was dus een tollenaar uit Kapernaüm. Kapernaüm lag aan de belangrijke handelsweg tussen Syrië en Egypte. Zodoende was er door de Romeinen in die plaats een douanekantoor gevestigd, waar de langskomende handelsgoederen belast werden. Mattheüs was nu een van de ambtenaren op dit kantoor. Als de Heere echter langs dit tolhuis, dit douanekantoor heenkomt en hem roept, volgt hij terstond. Het is dan echter opmerkelijk, dat Mattheüs aanstonds na zijn roeping een maaltijd aanricht opdat zijn medetollenaren met Jezus aan die tafel zouden aanzitten. We lezen immers in Matth. 10 : 10: En het geschiedde, als Ilij in het huis van Mattheüs aanzat, zie, vele tollenaars en zondaars kwamen en zaten mede aan met Jezus en Zijn discipelen", terwijl we ook in Luc. 5 : 29 lezen: En Levi richtte Hem een grote maaltijd aan in zijn huis; en er was een grote schare van tollenaars en zondaars, die met hen aanzaten."

Veel meer dan dit weten we niet van Mattheüs, maar dit ene zegt ons heel veel. Het zegt ons dit, dat Mattheüs een man was, met een „gunnend" hart. Toen de Heere hem in Zijn Goddelijke genade deed delen, was het niet zo, dat hij dacht: „als ik maar zalig word", neen, hij gunde het ook zo van harte aan anderen en daarom richtte hij een maaltijd aan opdat zijn medetollenaren en andere mensen, met wie hij samen in de zonde had geleefd, ook met de Heere Jezus in contact zouden komen.

Als het recht ligt, is het zo met al Gods volk. Plet leven der genade is altijd gunnend. Dan zouden Gods kinderen het ieder wel willen geven.

En deze trek, die we nu hier bij Mattheüs vinden is karakteristiek voor heel zijn Evangelie-beschrijving. Want in zijn Evangelie richt Mattheüs zich in het bijzonder tot zijn landgenoten, de Joden, en dan zien we hem in zijn geschrift alles aanwenden, om de Joden aan de voeten van Jezus te brengen om hen er van te overtuigen dat Jezus de van ouds beloofde Messias is.

De volgende keer hopen we dit D.V. nader te bezien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1957

Daniel | 8 Pagina's

Ds. A. VERHAGEN 70 JAAR

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1957

Daniel | 8 Pagina's