Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heilige Geest als de Heere des oogstes (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heilige Geest als de Heere des oogstes (4)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Toen zeide Hij tot Zijn discipelen: De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinige; bidt dan den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote.

Matthéüs 9:37 en 38

De arbeiders die zo hun werk doen, zijn altijd maar weinige. Let daar wel op! Toen zeide Hij tot Zijn discipelen: De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinige. Toch zal hun arbeid niet ongezegend blijven. Daarom komt alles er ook tegenop van binnen en van buiten, want de hel briest daartegen. Zulke arbeid mag niet verricht worden. Daarom zijn die arbeiders ook veel bestrijdingen van binnen onderworpen. Maar hun arbeid zal niet tevergeefs zijn. Daarin ontdekt zich nu juist Gods eeuwige raad, tot verwondering van de ware Kerk.

Denk er toch eens over na, dat hier gezegd wordt dat God een oogst heeft. Heeft God een oogst nodig? Nee, God heeft die oogst niet nodig. Hij heeft het niet van node om van eens mensenhand gediend te worden als iets behoevende.

Maar hier wordt dan ook weer gezegd wat God behaagd heeft. Het heeft Hem behaagd om Zichzelf te verheerlijken in het zaligen van zondaren. En de Persoon des Geestes wil Zijn werk doen in het toepassen van de zaligheid, die door Christus zo duur verdiend is. Zo moet het op het einddoel van Gods eeuwige raad aan. Zo moet de oogst bereid worden voor de grote dag der zaligheid, in de middellijke weg door de arbeid van Gods knechten. Daarom moet er ook gebeden worden voor zulke arbeiders.

3. We wilden u dan ook nog bepalen bij het gebed voor die arbeiders. Bidt dan den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote. We hebben zo-even al gezegd, dat met de Heere des oogstes in het bijzonder de Persoon des Heiligen Geestes wordt be­doeld. Hij roept en zendt Zijn knechten.

Het is heel opmerkelijk wat we lezen in de Handelingen der apostelen: De Heilige Geest zeide: Zondert Mij af beiden Bárnabas en Saulus tot het werk waartoe Ik hen geroepen heb. Ze werden ook door de Heiligen Geest verhinderd om het woord in Azië te prediken. En er staat ook weer: En de Geest liet het hun niet toe. En: De Geest zeide tot Filippus: Ga toe en voeg u bij dezen wagen.

Dat zijn de ware dienaren des Evangelies, die door Gods Geest bediend worden. Zij worden onderwezen in diepe wegen die voor het vlees smartelijk zijn, om zo bruikbaar te kunnen zijn voor Zijn Kerk. Deze arbeiders lopen niet uit zichzelf zonder gezonden te zijn. Want hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden?

Daarom staat hier zo: Bidt dan den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote. Die arbeiders moeten dus uitgestoten worden. Het is heel begrijpelijk wat hier gezegd wordt. Men kan toch de sikkel niet slaan in de oogst van een ander zonder daartoe opdracht te hebben gekregen? Welnu, zo is het bij de ware knechten ook. Zij gevoelen het gewicht van hun bediening. Daarom lopen ze ook niet zo hard uit zichzelf. Daarom zei Jeremia: Ik ben jong. Ik kan niet spreken. Jona nam de vlucht naar Tarsis.

Al de ware, door God geroepen knechten hebben moeten zeggen: ”Ik ben tot dat werk niet bekwaam.” Maar ook bij vernieuwing zullen ze steeds weer uitgestoten moeten worden in de wijngaard, omdat het werk voor hen steeds moeilijker en onmogelijker wordt. Om zulke arbeiders is de ware Kerk verlegen. Daarom moet er om zulke arbeiders gebeden worden, die door de Heere gezalfd zijn en die door de Heere bekwaam gemaakt worden.

God geeft aan hun arbeid getuigenis in de harten van Zijn volk. Want Drie zijn er Die getuigen in den hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn één. En drie zijn er die getuigen op de aarde: de Geest, en het water, en het bloed; en die drie zijn tot één.

Ach geliefden, dat hebben we toch wel eens mogen ervaren in de tijd van onze ambtelijke bediening, dat er zielen waren die al veel van 's Heerenwege hadden mogen leren en ontvangen, maar die eigenlijk nog geen licht hadden over de weg waarin ze door God geleid werden. De Heere heeft de arbeid er toe willen gebruiken om licht te geven over Zijn eigen werk. Ze werden helemaal teruggeleid en mochten de weg, waarin God hen had geleid en waar ze het nodige licht nog over moesten missen, terugvinden in Gods Woord. Zo werd er naar hun hart gesproken.

Zie, dan geeft de Geest in het hart getuigenis van hetgeen waar de drie Goddelijke Personen in de hemel over samenstemmen. Dan zijn het er ook drie die getuigen op de aarde. Dat geeft een verbinding aan dat zuivere Woord en aan de arbeid van die knechten, die uitgestoten worden in 's Heeren oogst. Dan wordt het werkelijk weleens ervaren:

Hoe zoet zijn mij Uw redenen geweest! Geen honig kon 't gehemelt' beter smaken. Alleen door Uw bevelen krijgt mijn geest Verstand van God en Goddelijke zaken, Dies heb ik al de leugenpaân gevreesd; En zal bedrog en slinkse wegen wraken.

Uw woord is mij een lamp voor mijnen voet, Mijn pad ten licht, om 't donker op te klaren. Ik zwoer, en zal dit met een blij gemoed Bevestigen, in al mijn levensjaren, Dat ik Uw wet, die heilig is en goed, Door Uw genâ bestendig zal bewaren. (Ps. 119:52, 53)

Toepassing

Zouden deze woorden ons voor deze tijd ook niet zeer veel te zeggen hebben? We willen het u eerlijk zeggen, dat we er niet van afgekund hebben om u hierbij te bepalen.

We worden bepaald bij de tijd van Christus' omwande­ling op aarde en bij wat Hij gedaan en gesproken heeft. Hier lezen we dat Hij deze woorden tot Zijn discipelen heeft gesproken toen Hij innerlijk met ontferming bewogen werd over de scharen. Over die mensen, die vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen die geen herder hebben.

Toen zeide Hij tot Zijn discipelen: De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinige. Dat blijft altijd voor de ware Kerk gelden. Wanneer men teveel predikanten heeft, dan behoeft men dus niet meer te bidden of de Heere nog arbeiders in Zijn oogst zal willen uitstoten. Maar dan wordt ook het kenmerk van de ware Kerk gemist! De ware Kerk zal daaraan te kennen zijn dat de oogst altijd groter is dan het getal der arbeiders.

De oogst is groot, maar de arbeiders zijn weinige. Bidt dan den Heere des oogstes! Doen we dat wel? De nood wordt over het algemeen niet recht gevoeld. Mocht die nog eens recht gevoeld worden! We hebben u gezegd: de Heere wil middellijk werken. Daarom kunnen we niet genoeg vragen of de Heere nog arbeiders zou willen uitstoten.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2009

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De Heilige Geest als de Heere des oogstes (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2009

De Wachter Sions | 8 Pagina's