Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hopende en Uitziende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hopende en Uitziende

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daniël 1 : 9 en 10. en

En God gaf Daniël genade en barmhartigheid voor het aangezicht van den overste der kamerlingen. Want de overste der kamerlingen zeide tot Daniël: Ik vreze mijn heer den koning, die ulieder spijze en ulieder drank verordineerd heeft; want waarom zou hij ulieder aangezicht droeviger zien dan der jongelingen, die in gelijkheid met ulieden zijn ? Alzo zoudt gij mijn hoofd bij den koning schuldig maken.

HOPENDE: Over de samenspraak van de vorige keer heb ik ook nog wel wat nagedacht. Het moet toch wel een wonder zijn geweest voor Daniël, als hij genade en barmhartigheid mocht vinden voor het aangezicht van de overste der kamerlingen. Daniël heeft niet als een rijke jongeling in Babel gezeten, die kon zeggen: „Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid af; wat ontbreekt mij nog? " Hij wist wel wat de geestelijke betekenis was van de Mozaïsche wetten die het verboden om zich te verontreinigen. Met een enkel woord hebben we daar de volgende keer al op mogen wijzen. Maar nu wil ik daar nog even op terugkomen. Daniël had aan geen uitwendige heiliging genoeg. Het had hem heel wat te zeggen dat hij daar in Babel gevangen zat. Dit oordeel had de Heere om de zonden over hem en zijn volk gebracht. Hij heeft zich niet in eigengerechtigheid boven zijn volk kunnen verheffen. Als een schuldige zag hij zich daar in Babel zitten. En nu begon gelijk de verzoeking al aan het hof van die monarch. Hoe rechtvaardig kon de Heere hem hier verlaten en geheel aan zichzelf overgeven. Maar hij kon toch van de wet des Heeren niet af. Er lag dus voor hem niets verdienstelijks in, als hij zich niet zou verontreinigen met de stukken van de spijs des konings. De ware vreze des Heeren bracht hem tot die oprechte keus om zich aan de wet en de dienst van de ware God te houden. En nu betoonde de Heere dat Hij in deze weg met hem was. Er staat ook duidelijk: „En God gaf Daniël genade en barmhartigheid voor het aangezicht van den overste der kamerlingen.

UITZIENDE: Ik heb ook nog wat nagedacht over wat we de vorige keer met elkaar bespraken. Er waren natuurlijk altijd uitzonderingen wat de wetten des Heeren betrof. We weten van David, dat hij van de toonbroden gegeten heeft, die hij niet eten mocht. En ook mocht men in geval van nood wel een os of ezel van de dood redden op de sabbat. En nu kon Daniël gedacht hebben dat zich nu ook zulk een uitzonderlijk geval voor hem voordeed. Een mens is vindingrijk genoeg om zich uit de moeilijkheden te redden. En dan ook nog wel op een vrome manier. Dan is men nog Bijbels ook. Maar neen, in dit geval was er van geen uitzondering sprake. Daniël en zijn drie vrienden werden nu aan de verzoeking blootgesteld van geheel hun Joodse godsdienst prijs te geven en tot de godsdienst der heidenen over te gaan. Doordat me de omstandigheden van deze jongelingen niet geheel vreemd zijn, heb ik aan zo'n uitzonderlijk geval moeten denken, als nu zoeven door mij genoemd. In de tijd van de Duitse overheersing ben ik ook in een gewetensnood terechtgekomen wat de dag des Heeren betrof. Er was met de Duitsers niet te praten over een heiliging van Gods dag, als men door hen te werk was gesteld. Ik heb het wel geprobeerd, want ik gevoelde dat als mijn plicht, maar men kon alleen maar afgesnauwd worden. Toen werd het me een zaak des gebeds. En de Heere bestuurde het zo, dat ik al die tijd dat ik in de vreemde moest verkeren, nooit op zondag heb behoeven te werken. En nu kijk ik niet vanuit de hoogte neer op degenen die wel gewerkt hebben. Ge moet me dus goed verstaan. Ik weet hoe moeilijk deze situatie is geweest. Maar het was toch mijn innerlijke verzuchting tot de Heere dat ik Zijn dag zou mogen doorbrengen in het beluisteren of onderzoek van Zijn Woord en niet met geweld naar het werk zou worden gesleept, want voor die overmacht moest men nu eenmaal zwichten. De Heere heeft mijn verzuchtingen verhoord. En dat wil ik nu eens niet verzwijgen nu we over deze geschiedenis spreken.

HOPENDE: De Heere heeft ook de verzuchtingen van Daniël en zijn drie vrienden gehoord. Hij gaf ze genade en barmhartigheid in de ogen van de overste der kamerlingen. Daar was voor die overste der kamerlingen ook wel wat aan verbonden. We lezen in het 10e vers: „Want de overste der kamerlingen zeide tot Daniël: Ik vreze mijn heer den koning, die ulieder spijze en ulieder drank verordineerd heeft; want waarom zou hij ulieder aangezichten droeviger zien dan der jongelingen, die in gelijkheid met ulieden zijn? Alzo zoudt gij mijn hoofd bij den koning schuldig maken". Het gold hier een proeftijd van driejaren. Dit werd door de overste der kamerlingen bedoeld, als hij sprak over die jongelingen die in gelijkheid met hen waren. Na driejaren mochten deze jongelingen niet opvallend magerder zijn dan die andere jongelingen. De koning zou naar de oorzaak daarvan dan een onderzoek kunnen doen en dat kon dan weleens verkeerd uitkomen voor de overste der kamerlingen. Nu, die moeilijkheid waarvoor de overste der kamerlingen zich geplaatst zag, is begrijpelijk. Maar te meer zien we dan toch in de geschiedenis de zorg des Heeren over deze jongelingen. Deze kamerling moest ook maar riskeren wat hieraan voor hem verbonden zou zijn. Misschien stelde hij zijn leven er ook wel door in de waagschaal.

UITZIENDE: Hoe het ook zij, Daniël en zijn drie vrienden konden niet tegen de wet des Heeren ingaan. Ook de wijn van de koning mochten zij niet drinken. Waarom nu ook die wijn zelfs niet? Het drinken van die wijn was toch wel iets onschuldiger, want in het joodse land was men toch ook wel gewoon om wijn te drinken. De wijn die echter aan des konings hof gedronken werd, was ook de afgoden gewijd. Zo was die wijn ook in de naam van de afgoden gezegend. Het drinken van de wijn ging ook met het prijzen van de afgoden gepaard, want we lezen in het 5e hoofdstuk: Zij dronken den wijn en prezen de gouden en zilveren, de koperen, de ijzeren, de houten en destenen goden". We moeten ook de rok haten die van het vlees bevlekt is. De Heere geeft toch zo nauw acht op Zijn volk. Hij wil als de enige ware God in geest en waarheid gediend worden. En dat ook juist in een weg der beproeving. Wat heeft die beproeving van Daniël en zijn drie vrienden ons toch veel te zeggen! Het kan in ons leven wel schijnen alsof God er niet is. Maar die tot God komt, moet geloven, dat Hij is en een Beloner is dergenen die Hem zoeken. Mozes hield zich vast, als ziende de Onzienlijke, zo zegt ons Hebreeën 11. En dat geloof is bij deze jongelingen ook wel openbaar gekomen. Och vriend, het vragenboekje van Hellenbroek zegt ons, dat als er dwazen zijn die in hun hart zeggen: er is geen God, dat dit meer een wensen is dan een dadelijk geloven dat er geen God is. Maar och vriend, dan mag ik u toch wel zeggen dat het in mijn hart zo anders ligt. Ik wenste toch echt niet dat er geen God was. Daarom kan het voor de ziel ook zo bang worden als de Heere Zich zo verborgen houdt. Als men toch geen toevlucht in de Heere had, waar moest men dan toch heen? Hij blijft toch de Toevlucht der ziel, ook al houdt Hij zich voor de ziel verborgen. En ik geloof dat het zo toch ook geweest is voor Daniël en zijn drie vrienden.

HOPENDE: Zo kwam het zuivere werk Gods in hen te heerlijker openbaar. Ze hebben goed begrepen dat de overste der kamerlingen door hun houding ook in een moeilijke situatie werd gebracht. Zo zal hun gebed ook nog wel voor deze overste der kamerlingen zijn opgegaan. Ze mochten genade en barmhartigheid in zijn ogen vinden, Ze hadden hem er dan ook niet voor over dat hij in ongenade bij de koning zou komen. Maar het was deze j ongelingen nu eenmaal onmogelijk om tegen de wet van hun God in te gaan. Op een bescheiden wijze hebben ze hem dat laten weten. We hopen de volgende keer te zien welk een verzoek ze aan hem hebben gedaan. En aan dat verzoek is door hem voldaan. Hij heeft begrepen dat het ernst bij hen was. Het verzoek van zulke jonge mensen die het zo nauw met hun godsdienst namen, heeft ongetwijfeld indruk op hem gemaakt. Bij deze jongelingen was de ware vreze Gods te vinden. Daar gaat altijd wel wat van uit.

UITZIENDE: Deze jongelingen hebben geweten waarom ze in Babel zaten. De afgodendienst onder Israël had de Heere altijd tot toorn verwekt. En zouden ze nu in dit land hunner gevangenschap zich ook nog bezondigen aan die gruwelijke afgoderij? Zouden ze behoren tot degenen die wijn uit schalen drinken en zich niet bekommeren om de verbreking Jozefs? Hoe openbaarde zich toch bij deze jongelingen een oprechte vernedering onder de slaande hand des Heeren. Hoewel ze koninklijk bloed in de aderen hadden, zo onthielden ze zich toch van de koninklijke spijs en drank aan Babels hof. In het land van Juda verontreinigden zich de vorsten en de groten met de dingen die de afgoden geofferd waren, maar deze jongelingen, hoewel het toch nog wel een eer voor hen moest zijn dat ze van de andere gevangenen onderscheiden waren en van de koninklijke spijs mochten eten, ondergingen liever een diepe vernedering dan dat ze zich zouden bezondigen tegen de wetten van de God van Israël. Maar deze jongelingen kwamen dan toch wel op een goed plekje. Bij hen was er een oprechte buigende gestalte des harten te vinden onder de slaande hand des Heeren.

HOPENDE: Daar zou het oude bondsvolk dan toch nog goed mee zijn, dat er nog zulke jongelingen in Babel waren. Tot de volgende keer zullen we hopen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1986

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Hopende en Uitziende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1986

De Wachter Sions | 8 Pagina's