Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TUSSEN WAL EN SCHIP: OVER VARENDE GEMEENTELEDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TUSSEN WAL EN SCHIP: OVER VARENDE GEMEENTELEDEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De redactie verzocht me om iets over bovenstaand onderwerp to schrijven. Ik ben ruim 40 jaar werkzaam als binnenschipper en was 16 jaar varend schippersouderling. Het zal niet de bedoeling zijn, dat ik u uitleg hoe wij, als schippers, leven, maar misschien is het toch we! nuttig, als ik u wat bijzonderheden over ons beroep vertel, waardoor u sommige dingen beter kunt begrijpen.

VARENDE GEMEENTELEDEN VROEGER

Als u in een gemeente woont die niet aan het water ligt, denkt u misschien: o ja, op die schepen wonen natuurlijk mensen, en daar zullen ook wel christelijk-gere-formeerden bij zijn, maar hoeveel dan wel?

U bent dan in goed gezelschap, want toen ruim 50 jaar geleden het deputaatschap voor varenden werd opgericht, had men daar ook geen idee van. Eén van de predikanten zei tegen mijn vader: ik denk dat er wel 40 chr.-geref. schippers zijn. Het bleken er ruim 160 te zijn. En dat waren dan gezinnen met meestal ook wel enkele kinderen aan boord, want doorleren was toen nog niet zo gewoon in de binnenvaart. Zo komen we al gauw op een 600 personen. Het was te danken aan het speurwerk van ds. Kleisen, van 1954 tot 1967 onze eerste schipperspredikant, die stad en land afreisde, dat hier wat zicht op kwam. Soms wisten de schippers wel, dat ze chr. geref. waren, maar niet eens van welke gemeente ze lid waren. Meest werd dan gevraagd waar en door welke dominee ze getrouwd waren, want dan zouden ze daar ook wel ingeschreven staan. In die tijd werden de kinderen gewoonlijk gedoopt in de plaats waar men zondags met het schip lag. Er werd contact met de dominee opgenomen, die op vrijdag of zaterdag een gesprek had met de ouders en dan werd op zondag het kind gedoopt. Mijn ouders hadden zes kinderen en we zijn allemaal op verschillende plaatsen geboren en gedoopt. Aangezien een bromfiets toen een luxe vervoermiddel was, en een mobieltje onbekend, was het contact met de eigen gemeente minimaal.

VARENDE GEMEENTELEDEN NU

De meeste schippers zijn z.g. ‘wilde vaart’ schippers, wat betekent dat ze soms half West-Europa door zwerven. Ze zijn dus niet ‘wild’, maar dit in tegenstelling tot ‘vaste vaart’, die bijna altijd hetzelfde traject varen. De ‘wilde vaart’ brengt met zich mee, dat op zeer korte termijn reizen aangenomen worden, waarbij de bestemming ook meestal wisselend is, waardoor het moeilijk is om afspraken te maken.

Voordat in 1999 de beurzen afgeschaft werden, was er, voor hen, die ‘over de beurs’ voeren, meer tijd voor sociaal, en dus ook pastoraal contact, maar ook toen vertelde ds. H. Wubs, onze tweede schipperspredikant, al, dat hij soms op bezoek was en dat dan de schipper van de beurs kwam en hij te horen kreeg: Dominee, het is heel fijn dat u er was, maar we moeten echt varen, want we moeten direct naar de (zee)boot. En dan kon hij gaan. En dat had echt niets te maken met niet welkom zijn, maar dat is nu eenmaal onderdeel van ons beroep. Na het afschaffen van de beurzen wordt een volgende reis soms wel één of twee dagen van tevoren gepland en zou er dus meer tijd kunnen zijn, ware het niet, dat de economische wetten ook voor schippers gelden en er zo strak mogelijk gevaren moet worden

CONTACT TUSSEN SCHIP EN WAL

Er zijn nu nog ca. 80 varende schippersgezinnen, ca. 15 uit Sliedrecht, ook zo’n 15 uit Zwolle, en verder uit Kampen, Dordrecht, Werkendam, en verspreid over bet land nog diverse plaatsen.

Zijn er contacten tussen schip en wal? Ja zeker! De schippers en hun vrouwen zijn veel mobieler geworden, bijna iedereen heeft een auto aan boord, en vooral de mobiele telefoon is voor ons heel belangrijk. Om een kerkdienst van de eigen gemeente bij te wonen wordt soms een flinke afstand afgelegd, en anders is er vaak wel een mogelijkheid om elders te kerken. Dat zal dan niet altijd de Chr. Geref. Kerk zijn. En in het buitenland is alleen in Antwerpen en Gent de mogelijkheid om naar de CGK te gaan. Vaak wordt op zondagmorgen naar ds. Van der Veer gekeken. Ook hoorden we pas van een schipper, die iedere week de preek van zijn thuisgemeente via e-mail doorgestuurd kreeg. Ook bij ons rukt namelijk de computer op.

Bij de meeste varenden ligt het kerkelijke besef trouwens niet zo hoog. Er wordt heel gemakkelijk bij een andere denominatie gekerkt. De uitdrukking: oecumene van het hart. zou bij ons uitgevonden kunnen zijn. Buiten de kerkgang is er vaak niet veel contact mogelijk en de schippersvrouw die lid is van de vrouwenvereniging (en die ook nog bezoekt) is echt een uitzondering. Er zijn dus wel contacten, maar echte betrokkenheid is moeilijk.

CONTACT TUSSEN WAL EN SCHIP, HUISBEZOEK

Als het contact tussen schip en wal dan wat moeizaam gaat, wat kunt u er als ambtsdrager dan aan doen om het contact tussen wal en schip te bevorderen? Een van de problemen is meestal de agenda. En dan niet de agenda van de schipper, maar uw agenda als ambtsdrager.

Als u een schipper in de kerk ziet, en u wilt hem bezoeken, zult u om te beginnen moeten proberen dezelfde dag/avond nog te gaan, want hij is misschien morgen weer weg. Kan dat niet, en u maakt toch een afspraak voor later in de week, dan moet u niet raar opkijken, als er een telefoontje komt, dat de schipper plots ‘aan de reis’, was en moest varen, waardoor de afspraak niet door kan gaan. Ik weet van een collega, die na diverse pogingen van de wijkouderling (zeer te prijzen!), een afspraak maakte voor een doordeweekse middag. De ouderling moest nogal zoeken en kwam drie kwartier te laat. De schipper was s morgens aan de reis gekomen, maar had kunnen bedingen, dat hij tot vier uur kon blijven liggen (hij kreeg immers nog bezoek!). Ergo, de ouderling, (die toch echt zijn best had gedaan vond hij), kreeg al vrij snel te horen, dat er maar een zeer beperkte tijd beschikbaar was, en zei enigszins verongelijkt: moeten we u dan maar als randkerkelijk beschouwen? En dat kwam toch wel erg hard aan bij de schipper en zijn vrouw, want het wel of niet meelevend zijn had er niets mee te maken. Wel hebben alle varenden telefoon aan boord, zodat ze toch bereikbaar zijn en er zo tot op zekere hoogte toch meegeleefd kan worden.

SCHIPPERSWERK

Persoonlijk vind ik dat de eerste verantwoordelijkheid voor de pastorale bearbeiding van het schippersgezin bij de eigen kerkenraad ligt, maar omdat uit het voorgaande wel blijkt, dat dit toch erg moeilijk kan zijn, ben ik dankbaar, dat we een van de weinige beroepsgroepen zijn met een eigen predikant, dus speciaal voor varenden, waar ook de zeevarenden onder vallen, met daarnaast (of daarboven?) een deputaatschap varenden met een pastorale commissie, die zich specifiek bezighoudt met het pastoraat onder de varenden. Er zijn twee varende schippersou-derlingen, die een taak hebben naar alle schippers. Een aantal gemeenten aan het water heeft een schippersouderling aangesteld of een schipperscontactpersoon benoemd.

Ik weet dat rond de kerstdagen in Zwolle en Werkendam veel varenden bezocht worden, omdat de schepen dan vaak in de thuishaven liggen.

KNELPUNTEN

Over het kerkbezoek heb ik al iets gezegd. Wordt in de kerk die de schippersfamilie bezoekt het avondmaal gevierd, dan wordt hij geacht de kerkenraad te melden, dat hij gebruik wil maker van het z.g. ‘gastrecht’. Voor diegene die toch al wat moeite met het avondmaal heeft, is dat een extra drempel. Schipperskinderen gaan op hun zesde jaar naar het internaat en ouders moeten dan een deel van de opvoeding overdragen aan anderen. Wordt het tijd om naar catechisatie te gaan, dan krijgen de ‘eigen’ kinderen van de gemeente meestal een uitnodiging, met daarop de tijd, waarop ze verwacht worden. Schipperskinderen (of hun ouders) moeten zelf contact opnemen. Soms zijn ze de enige van een hele groep die nog naar catechisatie gaan, en wordt het hen niet gemakkelijk gemaakt.

Waar een internaat staat, is het misschien iets voor een jeugdconsulent, om bij het begin van een seizoen even contact op te nemen met het internaat en te vragen wie in aanmerking komt om uitgenodigd te worden. Na hun internaatstijd werken veel jongeren een poosje aan de wal of doen een vervolgstudie, en gaan dan op belijdeniscatechisatie. Komt dat er niet van, dan wordt er soms een stoomcursus gevolgd. Komt dat er ook niet van, dan vallen deze jongeren soms tussen wal en schip en blijven doopleden. Ik besef dat ik nog maar een enkel aspect van het contact tussen wal en schip heb aangeroerd. Voor meer informatie verwijs ik graag naar onze huidige schipperspredikant ds. H. van der Ham uit Meerkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2005

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

TUSSEN WAL EN SCHIP: OVER VARENDE GEMEENTELEDEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2005

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's