Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als met Zijn hand toegebracht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als met Zijn hand toegebracht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is stil in de kerk, als het hoogtepunt van de kerkelijke huwelijksvoltrekking nadert. De dominee heeft de preek beëindigd en gaat over tot het lezen van het formulier „om de huwelijke staat voor de gemeente van Christus te bevestigen". Zo staat dat officieel boven het huwelijksformulier. Plechtig klinken de woorden van dit formulier. Het gaat over tegenspoed en kruis, dat de gehuwden zal overkomen. Dat begint niet erg rooskleurig. Maar het gaat ook over de gewisse (zekere) hulp van God daarin en dat is een bemoedigend begin.

Hierna horen we, dat het huwelijk een inzetting van God is, die Hem behaagt. En dan komen de woorden, die hierboven staan: „Dat Hij nog heden ten dage een iegelijk zijn huisvrouw als met Zijn hand toebrengt”.

Van het begin der schepping af

Zo heeft God dat reeds gedaan vanaf het eerste mensenpaar. We kunnen lezen in Genesis 2 van Adams verlegenheid, toen hij merkte, dat hij maar alleen was. Toen hij de dieren namen moest geven, ontdekte hij, dat hij iemand (een partner) miste.

„Maar voor de mens vond hij geen hulpe, die als tegenover hem ware" (Gen. 2 : 20). God zag en kende Adams verlangen, zoals God ook ons verlangen kent. God formeert die levensgezellin niet uit het stof der aarde, maar nam haar uit Adam. Hiermee gaf God weer, dat Hij een twee-eenheid wil. Hij maakte ze wel ieder naar hun aard, met een eigen persoonlijkheid, maar ze vullen elkaar aan; ze hebben elkaar nodig.

Ze vormen een twee-eenheid, niet alleen naar het lichaam, maar ook naar de ziel.

Matthew Henry schrijft hierover in zijn bijbelverklaring: „De vrouw werd gemaakt uit een rib van Adams zijde. Niet uit zijn hoofd om hem te overtreffen. Niet uit zijn voeten om door hem vertreden te worden. Maar uit zijn zijde om zijn gelijke te wezen. Onder zijn arm om door hem beschermd te worden. Nabij zijn hart om door hem bemind te worden". Zo bedoelde God de verbondenheid tussen man en vrouw.

Nog heden ten dage

Zo werkt God dat vandaag nog. Hij bewerkt op een gegeven moment een bepaalde aantrekkingskracht tussen een jongen en een meisje. Niet alleen lichamelijk: je vindt elkaar aardig, lief van uiterlijk. Maar ook geestelijk: je hebt (krijgt) respekt voor elkaar, je leert elkaar waarderen, je groeit naar elkaar toe. De band wordt tenslotte zo hecht, dat naar een steeds grotere vorm van eenheid wordt verlangd, zowel lichamelijk als geestelijk. Dan komt vanzelf het verlangen naar het huwelijk, waarbinnen de Heere alleen maar die eenheid geven wil.

Als met Zijn hand

Misschien heb je dat zelf net zo ervaren, maar er niet altijd aan gedacht, dat het de Heere is, Die dit alles zo heeft bestuurd. Misschien heb je als jongen dat wel aan jezelf toegeschreven, dat het je toch maar gelukt is om dat meisje te krijgen.

Misschien dacht je als meisje wel, datje zelf onafhankelijk op een bepaald moment „ja" tegen die jongen hebt gezegd. Of is het zo geweest, dat je de Heere hebt gevraagd, of Hij de juiste jongen of het juiste meisje op je weg wilde brengen? Als de Heere dat dan gedaan heeft en je mag dat beiden weten, wat is dat dan mooi!

Dan kun je de Heere er ook dagelijks voor danken, dat Hij je bij elkaar gebracht heeft als met Zijn hand.

Het kan ook zijn, dat je in het gebed de Heere ernstig gevraagd hebt om een levenspartner, maar dat de Heere nog niet heeft verhoord. Wat is het dan moeilijk om te wachten, totdat Hij antwoordt. Blijf echter aanhouden in het gebed, maar gebruik ook de middelen, die de Heere geeft om kontakt met elkaar te zoeken: bezoek de vereniging, zoek een vriendenkring met jongelui van je eigen richting, enz.

Vader en moeder verlaten

De Heere Zelfheeft het huwelijk tussen Adam en Eva gesloten. Maar Hij heeft ook richtlijnen gegeven om het huwelijk tot een goed huwelijk te maken. Daarom staat er in Gen. 2 : 24: Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aankleven (aanhangen staat er in Matth. 19 : 5) en zij zullen tot één vlees zijn." Vader en moeder verlaten. Dat wil niet alleen zeggen, dat hij zelfstandig moet gaan leven en werken, maar ook, dat zij beiden geestelijk volwassen genoeg zijn om verantwoordelijkheid voor elkaar te dragen; om een gezin te stichten. Daar groei je in je verkeringstijd naar toe. Je gaat steeds minder met je ouders bespreken en steeds meer met je vriend of vriendin. Dat hoort bij het groeiproces. Er zijn ouders, die dat niet goed kunnen verwerken. Zij denken, dat ze het vertrouwen van hun kinderen gaan verliezen. Toch is het een gezonde vrucht van hun opvoeding, als ze als ouders zichzelf steeds meer overbodig maken. Zij moeten hun vertrouwenspositie meer en meer aan een ander overlaten.

Zijn vrouw aanhangen

Elkaar aanhangen. Letterlijk staat er „aankleven", zoals twee stukjes papier op

elkaar geplakt worden. Ze worden onlosmakelijk samengevoegd. Dat doet God. Hij smeedt die band steeds hechter. Zo'n huwelijk wordt in de hemel voorbereid en in de hemel gesloten en ook in de hemel ontbonden. De Heere heeft twee mensen samengevoegd, totdat de dood hen scheidt.

Wat God heeft samengevoegd scheide de mens niet. (Markus 10 : 9). God is als onzichtbare Derde bij de relatie, die zich ontwikkelt, betrokken. Als je dat in je verkeringstijd beseft, dan herken je het verlangen, datje naar elkaar hebt als iets, dat Hij werkt. Hij is de ontwerper, de bewerker daarvan. Dan is dat verlangen niet zondig, maar omdat het in zondige mensen gewerkt wordt, blijft dat verlangen niet rein, maar wordt bezoedeld.

Als je geen verkering hebt en je hebt er wel de leeftijd voor, leg dan dat verlangen maar aan de Heere voor. Maar bedenk daarbij: „Uw wil geschiede". Het kan ook zijn, dat de Heere voor jou een heel andere taak heeft in dit leven. Leer dat dan ook uit Gods hand te aanvaarden.

Elkaar aanhangen wil ook zeggen: elkaar te willen liefhebben. Niet alleen met het

gevoel, want ons gevoel is het meest kwetsbare in onze persoonlijkheid. Maar ook met onze wil, met ons verstand. Dan ga je elkaar aanvaarden, zoals je bent, ook met zijn of haar gebreken, die je toch ook hoe langer hoe meer gaat zien. Dan ga je eikaars geluk beogen, eikaars vreugde en verdriet delen. Echte liefde richt zich op de ander. Hoe maak ik hem of haar gelukkig.

„De liefde zoekt zichzelf niet" (1 Kor. 13:5).

Dit alles moet in de verkeringstijd groeien.

Tot één vlees zijn Deze eenwording omvat onze hele persoonlijkheid. Als je elkaar lief krijgt, zet dit proces zich in en vindt zijn voltooiing in het huwelijk. Het werd hierboven al wel duidelijk, hoe die eenheid geestelijk groeit Maar het „één vlees zijn" beoogt ook de lichamelijke éénwording binnen het huwelijk. Ook die begeerte groeit in de verkeringstijd. Deze begeerte is geen zondige begeerte, maar ook deze begeerte ligt onder de zondeval en is daardoor niet meer zuiver. In de zondeval hebben wij de relatie met God losgelaten, maar ook de relatie met elkaar. Adam liet Eva los: de vrouw, die Gij mij gegeven hebt. Ook de sexualiteit is meegetrokken in de zondeval, maar God heeft de gave overgelaten. Hij wil, dat we niet vooruitgrijpen op de lichamelijke éénwording, die Hij bewaard wil zien voor binnen het huwelijk. Wie kracht heeft gekregen om voor het huwelijk deze verleiding te weerstaan, zal daarop ook achteraf vrede en rust ervaren hebben.

Onder Zijn alziend oog

Zo moet heel ons leven onder het bestuur van de Heere staan. Omdat we gedoopt zijn, zijn we verplicht om ons door Hem te laten regeren. Wij proberen ons vaak aan die regering te ontworstelen en gaan liever onze eigen gekozen wegen. Ook in de omgang met elkaar. Ook in het komen tot een huwelijk. Terwijl we toch — krachtens onze opvoeding — beter kunnen weten. Je bent bevoorrecht, als je als jongen of meisje alles aan de Heere mag voorleggen. Eén van onze oudvaders zegt, dat we krachtens onze doop het recht van toegang hebben tot de troon der genade. Als je dat doet zul je ervaren:

Wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen,

Ziet zich omringd met Zijn weldadigheen (Ps. 32

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1984

Daniel | 32 Pagina's

Als met Zijn hand toegebracht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1984

Daniel | 32 Pagina's