Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van het Zendingsveld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van het Zendingsveld

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(59.)

Robert Moffat als tuinman.

Wat heeft het Londens Zendingsgenootschap al veel zendelingen uitgezonden! En hoe groot is het aantal dienstknechten van Christus, wier bakermat Engeland of Schotland is geweest!

De persoon, waarover we nu het een en ander zullen horen, was ook een Schot. Hij heette Robert Moffat, en werd in 1795 geboren te Ormiston. Over zijn kinderjaren is niet veel te zeggen; wel weten we met zekerheid, dat er van het Ieren op school niet veel terecht kwam. Het eerste leesboekje op school was de „Kleine Catechismus", opgesteld op de beroemde Westmunster Synode. In dit boekje werden de letters geleerd, en als dat, zo goed en zo kwaad als dat ging, onder de knie was, dan volgde het eigenlijk lezen. Dit begon met de vraag: „Wat is het voornaamste einde des mensen? ", waarop het antwoord volgde: „Het voornaamste einde des mensen is, God te verheerlijken en Hem eeuwiglijk te genieten." We mogen gerust zeggen, dat de lectuur wel best was, maar om die als beginnende leesstof te gebruiken, toch zeer zwaar was. We weten niet precies hoe lang het duurde, eer Robert de leeskunst machtig was, maar lezen kon hij toch op de duur. Maar de lectuur van het eerste schoolboekje was niet bepaald boeiend voor hem. Neen, andere boeken verkoos hij: boeken, die handelden over reizen en trekken; boeken met allerhande avonturen.

trekken; boeken met allerhande avonturen. Robert kon het niet helpen, dat hij van jongsaf belust was op rei zen; om onbekende streken te bezoeken.

Michiel de Ruyter werd van jongsaf aangetrokken dooide zee, en hoe nuttig is de zeeheld later geweest voor ons land in de menigvuldige zeeslagen!

Pas elf jaar, verliet de jonge Moffat de ouderlijke woning om te gaan zwerven-Hij kwam terqcht bij een tuinman. Daar moest hij hard werken, van s morgens vroeg tot 's avonds laat, voor weinig geld en onvoldoende voedsel. Toch zat er veel wil in de jongen, want 's avonds, moe van het werken, ging hij naar de avondschool, waar ook de beginselen van de Latijnse taal werden onderwezen. Indien er dan nog enige tijd overbleef, dan speelde Robert viool, of hamerde hij op witgloeiend ijzer op een aambeeld, en leerde zodoende voor smid,

Volleerd in het tuinmansvak, ging hij naar High Leigh om ondertuinman te worden. In die plaats werden godsdienstoefeningen gehouden van de Methodisten. Moffat maakte kennis met een familie, die tot die godsdienstrichting behoorde, en schaarde zich onder de luisteraars. Wat maakte de prediking indruk op hem! Op zo'n manier had hij het nog niet gehoord: het voorhouden van de eisen der Wet en het verschrikkelijk uiteinde van allen, die niet blijven in hetgeen geschreven staat in de Wet om dat te doen. De Bijbel werd anders beschouwd dan vroeger.

De jeugdige Moffat probeerde over de indrukken heen te leven. Hij was immers nog jong; er lag nog een lange onbezorgde tijd vóór hem. Moest hij nu als een kniesoor zijn dagen doorleven?

De vrouw van zijn baas was er helemaal niet over te spreken, dat haar knecht bij de Methodisten kerkte. Kort en goed zei ze hem, dat het uit moest zijn, want zo niet, dan zouden de gevolgen niet mee vallen. Dreigde ze soms met ontslag? Ook Roberts vader trachtte zijn zoon over te halen, zich toch niet met die richting van godsdienst in te laten. Vader Moffat was Calvinist en in die tijd stonden de verschillende kerkelijke richtingen scherp tegenover elkander. Onder de stichters van het Methodisme was een onheelbare scheuring gekomen over het leerstuk der praedestinatie; er was een groep die meer naar de Arminiaanse kant overhelde, terwijl een kleinere groep meer het leerstuk van Calvijn aanhing. (Zie hierover breder de Kerkgeschiedenis van Engeland in die tijd.)

Wat moest Robert doen? Eensdeels voelde hij zich aangetrokken tot de Methodisten, anderdeels werd hem de omgang met dat volk ontraden, 't Was een moeilijke zaak, die hem aanzette tot veel gebed en diep overleg, wat achteraf beschouwd, rijke vruchten afwierp voor Moffats zieleleven en voor het werk, dat hem straks op de schouders zou worden gelegd.

In die tijd kwam Robert in het plaatsje Warrington, waar hij een aanplakbiljet las, dat zeer de aandacht trok. Ds Roby zou enkele lezingen houden over het zendingswerk. En van stonden aan ziet Moffat de grote nood van de heidenen, hoe die zonder kennis van de ware God maar voortleven en straks sterven. Ja, naar die zendingsvergaderingen moet hij gaan. Dat staat bij hem vast, maar wat jammer: 't is een oud biljet; de datum is al verstreken. Dat is een teleurstelling voor de jonge man. Het zal hem echter niet ontmoedigen. Hij zal de predikant opzoeken en met hem spreken, want het staat bij hem vast, dat hij zijn krachten zal moeten geven om te gaan werken in de heidenwereld. Daar kan hij niet meer van tussenuit.

Hoe wonderlijk werkt de Heere! Een oud aanplakbiljet is het geringe middel, waardoor God de richting van Moffats verdere leven zal leiden. Bij God is geen toeval. De Heere richt ieders gang naar Zijn welbehagen. Hij is het Die al onze wegen bestuurt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1951

Daniel | 7 Pagina's

Van het Zendingsveld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1951

Daniel | 7 Pagina's