Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met belangstelling lees ik de beschouwingen over de vergaderingen van de generale synode in ons blad. Toch is het goed om ook over de kerkmuren heen te zien en te letten op wat er leeft in andere kerken. Zo las ik van de hand van ds. M. W. Nieuwenhuijze een beschouwing

over de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken die onlangs bijeenkwam. In de kringen van de chr. gereformeerden zijn menigmaal dezelfde problemen aan de orde als in die van de herv. gereformeerden. Zo is er op de generale synode van die Chr. Geref. Kerken gesproken over de nieuwe Bijbelvertaling en de nieuwe psalmberijming. Ik heb daar reeds aandacht aan gewijd in mijn kleine kroniek, maar ik wil hier nog enkele dingen citeren uit het artikel van ds. Nieuwenhuijze. Zoals mijn lezers zullen weten zijn er onder de chr. gereformeerden ook modaliteiten. Over verschillende punten hebben de .noordelijken' andere gedachten dan de .zuidelijken'. Op het punt van de nieuwe Bijbelvertaling is dat ook openbaar gekomen. Maar men heeft elkander toch niet losgelaten. Genoemde predikant schrijft:

„Vooral is dit uitgekomen bij een zeer belangrijk punt, dat in onze kerken een heet hangijzer vormt, n.1. de discussie over het al of niet gebruiken van de Nieuwe Vertaling in de eredienst. In de dagbladen is gesproken van een bewogen discussie. Inderdaad, maar een bewogenheid die toch een waardig karakter droeg. Tegenstanders en voorstanders van de N.V. hebben elkaar gerespecteerd in hun overwegingen. Er is op onze Synode geworsteld om elkaar te vinden en vast te houden. Zo gaarne had men, in de goede zin van het woord, een compromis getroffen, waarin allen zich vinden konden. Maar dat was niet mogelijk. Tenslotte bleven er twee voorstellen over, die van het meerderheids-en minderheidsrapport. Met 33 tegen 15 stemmen heeft toen de Synode uitgesproken, dat niet gebleken is dat de tekst van de N.V. in strijd is met de Heilige Schrift als Woord van God, zoals de kerken in art. 2 tot 7 van de Ned. Geloofsbelijdenis belijden, en derhalve het gebruik van de N.V. naast de Statenvertaling in de eredienst niet is af te keuren; dat zij echter, gezien de huidige situatie, het gebruik van de Statenvertaling in de eredienst raadzaam acht.

Dit besluit is enerzijds een principebesluit. De knoop is nu doorgehakt. De Synode heeft het gebruik van de N.V. overgelaten aan de vrijheid van de kerkeraden. Maar dit besluit houdt anderzijds ook rekening met de praktijk van ons kerkelijk leven. De Synode wist, dat men in zeer vele van onze kerken nog zo gehecht is aan de Statenvertaling en dat 't voor velen moeilijk zal zijn om dit te aanvaarden, dat de N.V. vrijgegeven is. Daarom heeft zij ook uitgesproken, dat zij het gebruik van de Statenvertaling voorshands raadzaam acht. Deze uitspraak is een „eerlijke'' uitspraak, die getuigt van voorzichtig beleid, dat rekening houdt met de „zwakken". En terecht sprak de praeses na het genomen besluit: „dat wij door alles heen nauwer aan elkaar verbonden zijn, omdat wij van elkaar weten, ook al lopen de praktische standpunten uiteen, dat wij door één streven bezield zijn: de liefde voor het behoud van onze kerken."

Of die chr. gereformeerden, die vast willen houden aan de Statenvertaling zich dat etiket „zwakken" willen laten opleggen, is me niet bekend. Ik houd toch ook nog wel erg veel van de Statenvertaling, maar ik vind me toch werkelijk niet op dit punt „zwak". Misschien zijn diegenen wel zwak, die alles maar terstond aanvaarden omdat het nieuw is. Daar heeft men tegenwoordig een handje van: als iemand niet mee wil met sommige nieuwe dingen, omdat hij de oude beter acht of omdat hij het niet nodig vindt om onnodige en schadelijke veranderingen aan te brengen in het kerkelijk leven, dan wordt hij bij de „zwakken" gerekend. Maar juist de „sterken" die zo geweldig progressief zijn, zie ik menigmaal van de grondslag van Schrift en belijdenis afglijden en men gaat dikwijls zomaar door de knieën ten aanzien van ongereformeerde leerstellingen, die in de laatste jaren zijn opgekomen of nog zullen opkomen.

Ook over de

nieuwe psalmberijming

heeft ds. van Nieuwenhuyze geschreven in genoemd artikel:

„Op het gebied van de N.V. heeft dus de Synode getoond „kind van onze tijd" te durven zijn.

Ten aanzien van andere punten kwam weer duidelijk naar voren, dat wij gaarne behouden willen in onze eredienst, wat niet noodzakelijk vernieuwd dient te worden. Ik denk aan de psalmberijming. De meerderheid van onze Synode had grote reserves ten opzichte van de interkerkelijke proeve van een nieuwe psalmberijming. Liever had men een revisie of restauratie van de oude berijming van 1773. Want ideaal is deze ook niet. Zij vertoont in menig vers het stempel van haar tijd, een remonstrantse tendenz. Daarom werd voor restauratie gepleit, waarvan één van onze deputaten, de heer Lelsz, reeds een proeve gegeven heeft. Met grote meerderheid van stemmen heeft toen onze Synode besloten om niet te participeren in de interkerkelijke stichting voor de psalmberijming. Wel bleven de waarnemers gehandhaafd. Verder werd aan de nieuw te benoemen deputaten de opdracht gegeven om, indien maar enigszins mogelijk in overleg met deputaten voor de psalmberijming van andere kerken en groepen van gereformeerd belijden in ons vaderland, te bestuderen wat gedaan kan worden om één psalmbundel te behouden voor het protestantse kerkelijk leven in Nederland en dan zo mogelijk een restauratie van de berijming van 1773. In hoeverre dit nog mogelijk is, zal de toekomst leren, 't Lijkt me toe, dat we reeds te laat zijn en achter de feiten aanlopen."

Ook ik ben van mening, dat het niet nodig is om een geheel nieuwe berijming in te voeren. Vooral niet wanneer we niet een beslist betere psalmberijming in de nieuwe krijgen. En hoe meer ik me daarin verdiep, hoe duidelijker het voor me wordt, dat toch werkelijk met de nieuwe psalmberijming het verlossende woord niet is gesproken. Ik zou ook veel meer gevoelen voor restauratie van de bestaande bundel. Toch zie ik die mogelijkheid niet meer. En daardoor worden we eigenlijk voor een verschrikkelijk moeilijke keuze gesteld. Wanneer straks de nieuwe psalmberijming werkelijk ingevoerd zal worden, komt er weer een geschilpunt: de oude en de nieuwe berijming. Wanneer we die moeilijkheid willen ontgaan moeten we ons bij de nieuwe berijming neerleggen. Natuurlijk kunnen we nog een aantal jaren de oude berijming blijven zingen, maar de verwarring wordt steeds groter. Vooral ook omdat de kinderen op vele scholen de nieuwe berijming zullen gaan leren. Ik hoop maar dat we straks psalmboeken krijgen met de oude en de nieuwe berijming. Misschien is dat nog de enige weg om aan de grote moeilijkheden, die naar aanleiding van een nieuwe psalmberijming dreigen te ontstaan, te ontkomen.

En nu we het toch over de psalmen hebben, zou ik ook nog iets willen zeggen over het zingen ervan. In sommige gemeenten

worden de psalmen vermoord

door de manier waarop ze gezongen worden. Onlangs vervulde ik een dienst in een gemeente, waar men zogenaamd ritmisch zingt. Het was een afschuwelijk verhoor zoals die gemeente de te zingen verzen „afraffelde". Men moet toch werkelijk geen enkel gevoel meer hebben van de inhoud van de psalmen, wanneer men op deze wijze gaat zingen. Na afloop van de dienst heb ik dan ook moeten zeggen: , , U hebt een mooie kerk, maar het zingen is niet om aan te horen." En ons psalmgezang moet zijn ter ere van God! Nee, ik houd er werkelijk niet van wanneer men zo langzaam zingt, dat elke noot twee of drie tellen duurt. En een lofpsalm zal vlugger gezongen moeten worden dan een klaagpsalm. Ik kan het ook nog wel hebben als men een psalm ritmisch zingt, als het dan maar goed gebeurt. Persoonlijk vind ik echter de zangwijze in onze gemeenten de mooiste. Wanneer men in een volle kerk de psalmen zingt, zoals ze gezongen behoren te worden, dan gebeurt er iets. Dan worden we als gemeenteleden meegenomen. Dan worden de harten geraakt en dan zingen we uit de diepte van onze nood of dan loven we de Heere voor Zijn genade en verlossing.

Ik vind het een teken van geestelijke armoede wanneer een gemeente op een dergelijke wijze zingt als ik pas heb meegemaakt. Ik zou zo'n gemeente wel eens willen zetten in het midden van de gemeente Genemuiden b.v., waar men in elk geval verstaat hoe men de psalmen heeft te zingen. Nu heb ik echter voorlopig weer genoeg van het ritmisch zingen. Wanneer een gemeente ontwaakt uit de „vernieuwingsroes", zal ze tot de slotsom komen dat al het nieuwe toch nog niet beter genoemd kan worden.

Kroniekschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1962

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1962

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's