Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een getekend volk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een getekend volk

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Teken een teken op de voorhoofden van de lieden die zuchten en uitroepen over al die gruwelen." (Ezech. 9:4)

Hoe donker was de tijd, waarin de profeet Ezechiël leefde. Een tijd, waarin net zoals nu Gods Woord schandelijk werd vergeten. De HEERE gedoogt echter de goddeloosheid niet. Aan Zijn lankmoedigheid komt eens een einde. Daarom heeft Hij zes verderfengelen geboden de tempel te verwoesten en met verslagenen te vullen en Jeruzalem in brand te steken. Wat de profeet hier te zien krijgt, vertoont veel overeenkomst met wat wij lezen in Openbaringen 15.

Johannes zag zeven engelen, aan wie zeven fiolen (schalen) gegeven werden vol van de toorn Gods, om die op de aarde uit te gieten. Wij leven in die tijd. De verderfengelen staan ook nu gereed om hun fiolen op de aarde uit te gieten. In de gebeurtenissen van onze tijd horen wij reeds hun voetstappen naderen. Wat is het dan ook voor ons nodig de toekomende toorn te ontvlieden. Het wonder is, dat dit kan. Dat was ook in de dagen van Ezechiël het geval. We lezen van een Man bekleed met Hnnen en een schrijversinktkoker aan zijn lendenen. Wat een wonder, dat deze zevende Engel met de verderfengelen is meegezonden. Was Hij er niet geweest, ach wie zou kunnen bestaan? Ziende op eigen zonden en ziende op de heilige en rechtvaardige God, tegen Wie zij gezondigd hebben, moest iedereen vergaan. In het oordeel is er echter verschoning van het oordeel. Want vanwege deze Man blijven de verderfengelen staan bij het brandofferaltaar. Vanwege dit altaar der verzoening, door wiens vlammen deze Man Zelf eens zal doorgaan, is er temidden van het oordeel behoudenis. Het oordeel wordt tijdelijk uitgesteld. Voordat de zes engelen worden uitgezonden om te verderven, wordt de zevende Engel uitgezonden om te behouden. Sommige inwoners van Jeruzalem moet Hij van een teken voorzien. De HEERE laat vooraf scheiding maken tussen degenen die Hem vrezen en niet vrezen, tussen kerk en wereld. Ja nog verder gaat deze scheiding, tussen schijn en zijn, tussen waangeloof en waar geloof. Alleen de ware gelovigen moeten van een teken op hun voorhoofd worden voorzien. De ware gelovigen blijken zuchters te zijn.

Er wordt veel gezucht. Ja, het ganse schepsel zucht vanwege de vloek die op ons ligt. Vanwege allerlei ellendigheid waaraan wij door de zonde zijn onderworpen. Dat is echter een zuchten tegen God; een zuchten over de gevolgen van de zonde. Het volk dat hier bedoeld wordt zucht echter tot God, zucht vanwege hun zonden. Dat zij ook zelf door hun zonden God hebben beledigd. Zij hebben het door genade geleerd niet beter te zijn dan de wereld. Daarom zijn ze ook gaan zuchten om het alles reinigende bloed van Christus. Van deze zuchters bevonden er zich nog verschillende onder het volk. Het was een overblijfsel naar Gods verkiezende genade. Ook zuchtten zij vanwege de gruwelen die in het midden van hen plaatsvonden. Dat de HEERE zo werd onteerd en Zijn Naam smaadheid werd aangedaan. Dat Zijn driemaal heilige Naam tot een spot werd gesteld en er geen rekening meer gehouden werd met God en Zijn gebod. Zij zuchtten, omdat Zijn gezag al zo lang werd gehoond. Zij doen ons denken aan Lot, die zijn rechtvaardige ziel kwelde bij het aanschouwen en aanhoren van al die gruwelen, die er in Sodom plaatsvonden. Of aan wat er staat in Psalm 119:68 (ber.) „Ik stort bedrukt, gehele tranenbeken, omdat men U gehoorzaamheid ontzegt en zich niet schaamt Uw wetten te verbreken.

Wat zijn er ook in onze tijd veel gruwelen, waarover wij zouden kunnen zuchten en rouw bedrijven. De vraag is, of er ook inderdaad onder ons volk van die zuchters zijn. Of er ook onder ons een volk is, dat getekend moet worden omdat het zucht vanwege al die gruwelen, die in ons midden plaatsvinden.

Vanwege de ongerechtigheid, die ook in ons land gans zeer groot is. Vanwege dat al zo lang gehoonde gezag van God. De Man bekleed met linnen kent ze. Hij is ook nu bezig hen door een persoonlijk teken te onderscheiden van de wereld en van de godsdienstige en vrome wereld. Om op hun voorhoofden met Zijn bloed te schrijven de Naam Zijns Vaders (Openb. 14:1).

Daar komt het voor u nu ook op aan, lezer! Want dat is het wat scheiding maakt. Niet ons bloed, niet ons zuchten, niet onze tranen, maar alles wat Hij als Man van Smarten geleden heeft, en dat aan onze ziel toegepast. Wend u dan tot Hem. Hij is ook nabij de ziel die toch Hem zucht. Want het oordeel begint bij het huis Gods. Velen hadden zich toen in Gods huis vergaderd, omdat de HEERE daar Zijn Naam deed wonen, Die toch een Sterke Toren is. Inderdaad voor de rechtvaardigen, maar niet voor hen, die zoals Joab opeens vroom geworden zijn en zoals hij deed de hoornen van het altaar vastgrijpen. De verderfengelen begonnen bij de oude mannen die voor de tempel stonden. Volgens de kanttekenaren van de S.V. zouden dit de 70 ouderlingen zijn geweest. Vervolgens grepen zij de priesters en levieten, en daarna het volk in de tempel. Zij zullen geroepen hebben: Des HEEREN tempel, des HEEREN tempel zijn deze! Het baatte echter niet. En toen het huis des HEEREN vol verslagenen was, gingen de verderfengelen de stad in, en sloegen zonder mededogen mannen, vrouwen en kinderen. Maar tot degenen, die getekend waren met de Naam Zijns Vaders op hun voorhoofd, naderde geen verderfen- ! gel. Aan hen ging het verderf voorbij. Zij waren het eigendom des Vaders, gekocht en betaald door het dierbare bloed van Christus, Die om hen van dit oordeel te kunnen verschonen in hun plaats als een snode zondaar moest sterven. Voor Hem dus geen verschoning. Daarom voor Zijn volk wel verschoning. En ook nog voor u? Vlucht daarom tot Hem met de bede: Heere Jezus! raap mijn ziel niet weg met de zondaren. Wil ook mij in gunst gedenken, mij Uw genade schenken.

H. Penning, Nw. Lekkerland.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 augustus 1985

De Banier | 16 Pagina's

Een getekend volk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 augustus 1985

De Banier | 16 Pagina's