Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een moeder schreef...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een moeder schreef...

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze keer wil ik meedenken met een moeder. Zij schreef een brief vanuit een praktische opvoedingssituatie. Het lijkt mij goed wanneer ik gedeelten uit haar brief weergeef en daar meedenkenderwijze wat bij schrijf.

De moeder wil ernst maken met de belofte bij de doop afgelegd om zich in de opvoeding van haar kinderen te richten naar heel het Woord. Maar nu heeft ze zorgen, want haar "dochter wil iedere keer het haar weer korter. Ik heb dat toegelaten tot een zekere lengte; nu kan ik er echt geen toestemming meer voor geven. Ik weet, dat zulke dingen die toch maar uiterlijk zijn, zo de boventoon kunnen worden. En ik weet dat het uiterlijk alleen niet genoeg is. Al probeer ik ze te wijzen op wat de Heere in de Bijbel daarover zegt (1 Korinthe 15:11), ze hebben zo hun eigen wil." Soms wijst ze op (gezinnen van) sommigen die aan het Heilig Avondmaal gaan. "Als het bij Gods kinderen mag, zal het zo erg niet zijn", wordt dan opgemerkt.

Bevreesd om wettisch te zijn

Ook geeft het moeder zorg, dat soms het dragen van een lange broek gemakkelijker lijkt gedaan te worden. Meteen merkt ze op: Nu ik dit alles schrijf, ben ik zelf erg bang dat ik wettisch bezig ben, maar als ik dan weer aan I Korinthe 11 denk, hoort het er toch ook bij. En in Deuteronomium 22:5 staat toch ook de kleding erbij. De Heere heeft de scheppingsorde ingezet, natuurlijk niet alleen, maar toch ook uiterlijk, het duidelijk laten zien dat we meisje en vrouw zijn, ook in de kleding."

De Heere dienen op onze eigen manier

Het is voor deze moeder een oprechte zorg. Soms denkt ze: "Wij willen God wel dienen maar op de manier zoals wij het graag willen. Ook met zulke dingen erbij, waar de Heere toch van zegt: "Wat hoog is in de wereld, is de Heere een gruwel." Ik zie het misschien wel helemaal verkeerd, maar het staat toch ook in Zijn Woord. Het is ook echt niet om te oordelen, maar ik word er soms zo moedeloos van." Eigenlijk spreekt de brief van deze moeder voor zichzelf. Laat ik er enkele opmerkingen aan toe voegen.

Tere omgang met het Woord

De Bijbel leert ons duidelijk dat er verschil is en moet zijn tussen man en vrouw. Dat moet ook aan de buitenkant zichtbaar zijn. We behoren ons ook in dit opzicht naar het Woord te richten. Niet om wettisch te doen. Wel omdat een tere omgang met de Heere en Zijn Woord ons ook op 'kleine' dingen zal doen letten. Als de Heere de hoogste plaats in ons leven krijgt, zeggen we niet; "met zwart geld kan ik wel een beetje rommelen." Maar dan gaan we het nauw nemen. Wat zouden we het erg vinden wanneer de Heere door ons verdriet werd aangedaan. Zou dat ook niet in deze dingen gelden? Zeker avondmaalgangers zouden toch leesbare brieven willen zijn van de Heere, van Zijn dienst en Woord.

Tijdgeest of vreze Gods

Moeilijk en verdrietig is het in de opvoeding wanneer serieuze ouders om zich heen dit anders tegen komen. En als mensen zo gemakkelijk zeggen dat zulke dingen niet zo belangrijk zijn, is dat strijdig met het Woord en met de teerheid die toch in de vreze Gods tot uitdrukking zal komen. Te vrezen is dat er teveel van de tijdgeest in ons werkzaam is. Soms hoor je zeggen dat er onder ons te weinig gewaarschuwd wordt tegen roken, materialisme, elkaar veroordelen, enzovoort. En tegelijk neemt men dan soms ten aanzien van kleding en haardracht een ruim standpunt in. Maar we zullen allemaal toch eerlijk heel de Bijbel letterlijk willen en moeten nemen, ook 1 Korinthe 11.

Wel nuchter blijven

Natuurlijk past ons ook in deze nuchterheid; we moeten geen dingen op de spits drijven. Sommigen maken zich uiterst druk over de kleding en het lange haar van de vrouw, maar veroordelen een baard en snor van een man op het scherpst. Dat is niet erg juist. Want hoewel baard en snor geen bijbelse opdracht zijn, toch waren het wel bijbelse gewoonten, die nergens veroordeeld worden. Dat moeten wij dus ook maar niet doen. Ook moeten we bedenken dat lang haar dragen door een meisje of vrouw niet hetzelfde is als opgestoken haar. Er is persoonlijke vrijheid; en die moeten we ook elkaar laten, binnen het raam van de algemene bijbelse norm.

Calvijn en oudtestamentische teksten

Sommigen doen een tekst als Deuteronomium 22:5 af als Oudtestamentisch, en dus niet meer geldig. (Dat is uiteraard van 1 Korinthe 11 niet te zeggen). Calvijn stelt echter bij zulke wetten, dat het Gods doel was om zo Zijn volk te leren "de oorspronkelijke eenvoud in het gehele leven in ere te houden en zich rein en zuiver te bewaren voor elke van buitenaf komende zonde". Calvijn acht dit een belangrijke oefening, omdat het voor verder afglijden tot groter vrijheid bewaart, waardoor het volk zich uiteindelijk aan de heidense zeden en ontwikkelingen over kan geven.

Waar willen wij bij horen?

Bij wereldse jongeren zie je soms aan de kleren al welke idolen ze hebben. Zouden wij dan niet uitkomen voor de Heere onze Schepper, Die ons liet dopen en Zijn Woord ons toebetrouwde?

ds. P. Mulder

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 1997

Daniel | 32 Pagina's

Een moeder schreef...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 1997

Daniel | 32 Pagina's