Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bedjes dreven in het water

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bedjes dreven in het water

“Watersnood 1953 was een roepstem voor alle Nederlanders”

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Drie meisjes telde het gezin uit Kruiningen: 12, 6 en 2 jaar jong. Met hun ouders kwamen ze om tijdens de Watersnood van 1953. Het hele gezin verdronk: vader, moeder, Paulientje en Rietje. Het jongste dochtertje – een meisje met het syndroom van Down – is nóóit gevonden. Van haar bleef ook geen bruikbare foto bewaard. Ze waren slachtoffers van de ‘Ramp’, zoals de watersnood in het getroffen gebied genoemd wordt. Het is deze maand 55 jaar geleden.

Een hevige storm, tegelijk met een hoge waterstand in de Noordzee, zweepte het water tussen de eilanden in Zuidwest-Nederland op. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 sloeg het water tientallen gaten in de dijken. Toen de zee de eilanden binnenstroomde, werden tal van huizen weggevaagd of stortten uren later alsnog in. Als de bewoners op tijd boven konden komen, wachtten ze daar soms vele uren op redding. Op zolder. Of op het dak, in de gure wind.

Er vielen 1836 slachtoffers, van alle leeftijden. Soms bleef een kind als enige van een heel gezin in leven. De verschrikkelijke gebeurtenissen in die rampnacht stempelde het leven van degenen die aan de dood ontsnapten. De ramp was een roepstem, voor hen en voor alle Nederlanders.

Grote offervaardigheid
Weken, soms maanden verbleven de bewoners van het rampgebied elders als evacué. Ze kregen hulp van het Nationaal Rampenfonds, maar ook vanuit de kerken. Ook de Jeugdbond – toen Landelijk Verband van Jongelingsverenigingen – was actief. Men zamelde geld in, boeken en zelfs een paar orgels. Het bestuur schreef in het jaarverslag: “1 Februari was een ontstellende dag voor ons. Ons volk werd getroffen door een geweldige watersnood en vooral op de Zuid-Holl. en Zeeuwse eilanden waren de gevolgen onbeschrijfelijk. Wat ligt er meer voor de hand, dan dat onze gedachten onmiddellijk uitgingen naar onze vrienden in de geteisterde gebieden? Hoe zou het met hen zijn? Zouden ze gespaard zijn gebleven? En indien dit zo mocht zijn, hoe zou het zijn met hun zorgvuldig bijeenverzamelde bezit? Tot dusverre is gebleken, dat de aangesloten verenigingen te Rilland- Bath en Wolphaartsdijk het zwaarst zijn getroffen en van de niet aangesloten J.V.’s Nieuwerkerk. Maar wat ook is gebleken... de grote offervaardigheid van onze verenigingen.”

Het water komt
Wolphaartsdijk. Zwaar getroffen. Toch waren er velen wonderlijk gered. Dicht bij de plaats waar de dijk doorbrak, besprong het water een huis waar een ouderpaar met twee kinderen in diepe rust was. Vanwege de storm sliepen ze beneden, op de grond. De vrouw werd wakker van het lawaai toen het water zich onder de deur door perste. Ze voelde naast zich en had gelijk een natte hand. Toen haar man de deur opende, stortte een golf water zich naar binnen. De bedjes waarop de kinderen lagen, dreven rond. Nat en koud wisten ze met de kinderen op zolder te komen. Het polderland was veranderd in een watervlakte. In die doodse verlatenheid wachtten ze urenlang totdat ze met een roeiboot uit het huis werden gehaald. Ze waren alle vier gered. Er meerde ook een bootje aan bij een huis waar een oud echtpaar op zolder zat. De redders begrepen niet hoe de man zijn vrouw, die krom was van de reumatiek en niet meer kon lopen, naar boven had gekregen. „U bent nog in het land der levenden,” zei een van de redders. Het antwoord van de oude vrouw is hij nooit vergeten: „Het zijn de goedertierenheden des Heeren dat wij nog niet vernield zijn. Zijn trouw is elke morgen groot.”


http://www.watersnoodmuseum.nl 
http://www.onwijsnat53.nl

---
“‘Houen, jongens!’ roept de bovenmeester voor de derde maal. Weer krommen zich de ruggen, weer vangen zij de stoot op en krijgen zij een stortbad. Dat gaat zo telkens weer bij iedere nieuwe golf. Zij krijgen blauwe plekken op hun schouders van de klappen. Het hindert niet. Zij rillen van de kou in hun druipnatte kleren. Het kan hen niet schelen. Maar het geweld van de zee is zo ontzaglijk. De steunbeer wankelt weer en het vloedschot kraakt en buigt, ondanks die vijfenveertig ruggen.”

Uit: K. Norel, Houen jongens!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 2008

Daniel | 32 Pagina's

De bedjes dreven in het water

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 2008

Daniel | 32 Pagina's