Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkgeschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkgeschiedenis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de zaak-Servet kunnen wij hier het zwijgen bewaren, als reeds in een vroegere Jaargang behandeld.

Wij gaan dus over tot:

De Academie van Calvijn

Het zou o.i. niet volledig zijn, aan deze hartewens van Calvijn, welke van internationale betekenis voor het Calvinisme in vele landen is geworden, niet enige regelen te wijden.

Niet, dat er in Genève geen school was, maar Calvijn had zich een reorganisatie voorgesteld n.1. de stichting van een academie, d.i. de verbinding van gymnasium en theologische faculteit.

Geen universiteit dus, waarin meerdere faculteiten zijn samengevoegd.

De kerkelijke stormen van de laatste jaren, waarmee wij in vorige artikelen kennis maakten, hadden zijn voornemen niet kunnen doen verwezenlijken.

Na de berechting van Servet brak er een kalme tijd aan en kon Calvijn aan de uitvoering van zijn plan beginnen.

Dit is al heel wonderlijk toegegaan.

Het eerste, wat hij te doen had, was de opstelling van een schoolorde, met omschrijving van de leerstof en alles wat hierbij behoort.

Vervolgens zouden de plannen, ook de plaats van stichting aan de Raad moeten worden voorgelegd en vergunning gevraagd.

Al bij al heeft die voorbereiding geduurd tot 1559, het jaar der stichting. In dit jaar vestigt zich weer metterwoon in de stad Maturin Cordier, voor Calvijn geen onbekende. Het is zijn oude leermeester uit de Parijzer jaren, met wie hij zich nog altijd met innige banden verbonden gevoelt. De man is thans 80 jaar.

Het is niet de eerste maal, dat hij in-Genève komt. Twintig jaar geleden had hij ook al in de stad zijn verblijf gehad. Toen Calvijn en Farel uit Genève waren verdreven, kon ook Cordier er niet blijven.

Via Neuchatel kwam hij in 1544 te Lausanne en trof daar Viret aan. Hij werd er benoemd tot hoofd der school. Hier heeft hij 15 jaar gearbeid; zijn school is een modelschool geworden voor het gereformeerd protestantisme. Voor Calvijn en Viret bleef hij ook daar de adviseur in paedagogische zaken.

Aan de school van Lausanne zijn dan ook de namen Viret en Cordier onafscheidelijk verbonden.

Maar ook hier zou de strijd niet uitblijven. Het was weer Bern, dat zich ging roeren en de oude kwestie te voorschijn deed komen: zeggenschap van de wereldlijke Overheid in kerkelijke zaken, bijzonder de excommunicatie.

De Calvinisten duldden dat niet en het einde van de strijd was, dat al de franse leraren, onder wie Beza benevens Cordier door Bern uit de academie werden gezet.

Zij trokken naar Genève en werden er door Calvijn met open armen ontvangen, die nu in het bezit kwam van geschoold personeel.

Het kon niet mooier lopen!

Calvijn stelt met zijn oud-leermeester direct de „Ordre du Collége de Genève" op, welke in alles de kenmerken van de schoolorde van Lausanne draagt, zodat de school van Genève de voortzetting van die van Lausanne kan genoemd worden.

Tot rector werd benoemd Theodorus Beza, gelijk we weten één der verdreven leraren, medewerker van Calvijn.

De opening der academie op 5 Juni 1559 was voor allen, inzonderheid voor de 80-jarige Cordier, een feit van grote verheugenis. Zelf werkte hij uiteraard, wegens zijn hoge leeftijd, niet meer mee aan de school, maar hij volgde de ontwikkeling der inrichting met grote interesse. Nog 5 jaar heeft hij gelukkig in Genève geleefd.

Treffend is, wat het dodenregister van de Burgerlijke Stand van Genève van deze schoolman vermeldt: „dat hij stierf op hoge leeftijd, gelukkiglijk en hebbende tot zijn einde zijn roeping volbracht in het onderwijzen der kinderen en het leiden der jeugd in alle oprechtheid, eenvoudigheid en naarstigheid, naar de mate der gaven, die hij van de Heere ontvangen had."

Wij komen nog even terug op de plechtige inwijdingrede, gehouden door de rector Beza en het slot er van. Hij sprak de jonge mensen aldus aan: „Gij zijt hier niet samengekomen, om in feestelijke spelen, lichamelijke oefeningen, zoals dat bij de Grieken gebeurde, een aangenaam tijdverdrijf te vinden, maar om eenmaal als gij goede vorderingen in de godsdienst en in alle goede kunsten gemaakt hebt, de eer van God te bevorderen en voor uw vaderland en de uwen voordeel en eer te behalen.

Bedenkt steeds, dat gij rekenschap zult moeten afleggen voor uw overste Heere en Aanvoerder, Die u de eer bewijst in deze christelijke school uw medestrijder te zijn. Genoeg, gij zoudt u met eeuwige smaad bedekken, wanneer het gebeuren zou, dat gij, terwijl zulk een hulp u aangeboden wordt, bevonden zoudt worden als zulke mensen, die zichzelf in de weg staan, hun eigen schade hebben gezocht en hun eigen ondergang hebben bezworen. Dat moge God in genade afwenden, zoals ik stellig hoop, dat Hij doen zal." (bij Pr. p. 238).

De betekenis van deze school is buitengewoon groot geweest. Begonnen met 162 leerlingen, telde zij in het jaar van Calvijns dood er reeds 1500. „Zij werden getrokken dor de naam van Calvijn; zij werden niet minder getrokken door de naam van zijn school, die in wetenschap en orde en godsvrucht bovenaan stond." Dat de school van internationale betekenis geworden is, blijkt wel uit de namen van enkele leerlingen: onze Marnix

van St. Aldegonde, Olevianus, John Knox VooraJ ook uit de Nederlanden trokken velen naar Genève, waardoor deze landen een bepaald calvinistisch stempel ontvingen.

Wat natuurlijk allerminst wil zeggen, dat alle Nederlanders Calvinisten werden!

Calvijns levenseinde.

Calvijn is niet oud geworden; slechts 54 jaar. Een schrijver merkt op, dat men beter doet te zeggen: nog 54 jaar.

En zeker, als men van de kwalen hoort, waaraan deze harde werker leed, dan moet men verbaasd staan, hoe het mogelijk is zoveel te presteren.

Ontzettende hoofdpijnen, maaglijden en hoest kwellen hem; maar hij blijft werken. Hij wil niet ledig gevonden worden.

Van zijn vroegere vrienden zijn er reeds heengegaan. Cordier ging de eeuwige rust in. Viret vertoeft om gezondheidsredenen nog een gevolg van de vergiftiging, ver in Frankrijk. Alleen Farel is nog in Neuchatel. Maar de briefwisseling tussen beide strijders heeft opgehouden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1955

Daniel | 8 Pagina's

Kerkgeschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1955

Daniel | 8 Pagina's