Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaderlandse Geschiedenis

Het stadhouderschap van Frederik Hendrik (1625-1647).

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het stadhouderschap van Frederik Hendrik (1625-1647).

1. Alvorens cle koloniale geschiedenis na Coen's dood te vervolgen, achten wij het nodig cle staatkundige geschiedenis tijdens het stadhouderschap van Frederik Hendrik te behandelen. Het is bekend, dat men de 17e eeuw wel de Gouden Eeuw noemt.

Het zou dus zeer aantrekken deze tijd van bloei te behandelen. Zeker, wij mogen dit niet vergeten en ook daarin op de daden des Heeren letten.

Maar vooral moeten wij bedenken, dat in cle eerste jaren van Frederik Henclrik's stadhouderschap de Republiek in een hachelijke toestand verkeerde, gelijk Groen het uitdrukt. En we mogen er wel aan toevoegen: ook het protestantisme van Europa.

Het waren de jaren van cle 30-jarige oorlog, waarvan cle eerste jaren beslist een godsdienstkrijg waren en Duitsland ten onder ging. Wel kwam door cle tussenkomst van Gustaaf Adolf, cle Zweedse koning, enige verademing en werd cloor het bondgenootschap met Frankrijk (Richelieu: deze voerde een antihabsburgse politiek) een kans op zegepraal groot; maar onze landen zaten midden in clie oorlogsbrand en moesten als gereformeerde natie, dubbel op hun hoede zijn. Te meer daar Engeland zeer lijdelijk was in deze tijd. Zo vormde de Republiek een centraal punt in de strijd „tegen wereldlijke en geestelijke dwingelandij."

2. Frederik Hendrik, geb. 1584, was cle zoon van Willem van Oranje en diens vierde gemalin, Lomse cle Coligny, dochter van cle Hugenotenaanvoerder Gaspard de Coligny, die in cle gruwelijke Bartholomeüsnacht werd vermoord. Hij was gehuwd met Amalia van Solms, een hofdame van cle keurvorstin van cle Paltz, clie met haar man keurvorst Frederik V van de Paltz (de Winterkoning) naar onze landen was uitgeweken.

Amalia van Solms was een verstandige vrouw; maar scheen ook graag haar neus in staatszaken te steken! Kinderen, uit dit huwelijk geboren, waren: Willem II; Louise Ilenriette, later gehuwd met de keurvorst van Brandenburg, een zeer godvruchtige fijnbesnaarde vrouw, clie in heerlijke poëzie haar zieleleven neerlegde; Albertina Agnes, gehuwd met Willem Frederik cle friese stadhouder. Hier verbinden zich 2 takken van het huis Nassau via Prins Wilem en zijn broer Jan cle Oude. Verder noemen wij nog 2 dochters: Henriette Catharina van Anhalt-Dessau en Maria, Paltzgravin.

3. Frederik Hendrik was een man van zacht karakter, vriendelijk in de omgang, maar bedachtzaam en moeilijk te doorgronden: een staatsman up to date, als zijn vader was.

Bovendien was hij een knap, ridderlijk legeraanvoerder, clie tot prachtige stelregel had: ten koste van zo weinig mogelijk mensenlevens flinke succesen behalen. Vooral was hij bekwaam in de belegeringsoorlog: vandaar zijn toenaam: de Stedendwinger.

Trouwens hij had een goede school doorlopen. Hij was al jong de trouwe metgezel van zijn broer Maurits. Hoe hij weigerde in 1600 bij Nieuwpoort deze te verlaten en zich op de schepen in veiligheid te stellen, is bekend.

Geen wonder, dat ook zijn legerkamp een krijgsschool te velde van Europa werd. Wij noemen enkele namen van personen, die tot zijn „leerlingen" behoorden: Bernard van Saksen-Weimar, Torstenson, Turenne, Karei X, Gustaaf, de Grote keurvorst. Als zijn broer maakte hij van cle oorlogvoering een studie-object. De gedenkschriften van cle beroemde romeinse veldheer Caesar had hij steeds bij zich. Die oorlogvoering was voor hem nu niet bepaald een peuleschilletje. Dat zat hem natuurlijk niet in zijn bekwaamheid. Groen noemt een paar remmende factoren op.

a. In zijn leger zaten engelse, schotse, franse, duitse en waalse regimenten; 't was dus een allegaartje.

h. Er was geen eenheid in het bestuur der oorlogszaken. Ieder bemoeide zich er blijkbaar mee. De Prins was wel opperbevelhebber, maar ook de Staten-Generaal, cle gewestelijke Staten, ja zelfs vroedschappen van steden gaven bevelen, clie, gelijk te begrijpen is, wel eens prompt tegen elkaar inliepen!

Het beste was, dat cle Prins zijn eigen zin volgde; hij was tenslotte de deskundige. En dat heeft hij gelukkig gedaan ook. fs-Hertogenbosch).

Toch had cle Republiek een machtig leger en een talrijke vloot. Men verzuime niet te lezen, wat Groen over ons land schrijft in § 272a van zijn Handboek. Hij vermeldt ook cle woorden van Gustaaf Adolf: „In den Hage was het toneel van alle handelingen en actiën van Europa." De nederlandse diplomaten werden alleen cloor cle franse diplomaten geëvenaard. Gelukkig voor protestants Europa! Viel cle Republiek clan viel ook het protestantisme.

Immers cle spaans-neclerlandse krijg smolt samen met de 30-jarige oorlog. Het was een samengaan van cle Oostenrijkse Habsburgers en cle spaanse Habsburgers (onder krachtige invloed van de Jezuïeten!) vooral tegen de Nederlanden als gereformeerd bolwerk. (Zie Groen § 272). Inderdaad, het was zoals wij boven schreven een hachelijke strijd.

4. Zien wij nu hoe het binnenslands gesteld was, toen Frederik Hendrik stadhouder werd, dan zullen wij ook daar geen geringe moeilijkheden aantreffen, die de Prins met veel staatsmanswijsheid moest omzeilen.

Daar was de strijd der partijen.

Allereerst der politieke partijen. De dagen van Maurits en Oldenbarnevelt lagen nog vers in 't geheugen. Toen ging het (en reeds lang daarvoor) om de centralisatie van het bestuur of om de gewestelijke oppermacht met Holland in top en een regentenpartij, die de lakens uitdeelde. Men sprak nog altijd van een stadhouderlijke partij, die het eerste voorstond met de stadhouder als leider (althans zo beschouwde men hem) en een staatsgezinde partij, die het tweede beoogde en aanstuurde op een stadhouderloos bewind.

Door de ervaring van de laatste jaren geleerd, was deze partij wel wat voorzichtiger geworden, maar de doelstellingen waren dezelfde gebleven en ook Frederik Hendrik zou het hun strevingen kennis maken.

Verder waren er de godsdienstige partijen. Hoe stond Frederik Hendrik daar tegenover?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1957

Daniel | 8 Pagina's

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1957

Daniel | 8 Pagina's