Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De mieren ontwaakten dit jaar in januari al uit hun winterslaap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De mieren ontwaakten dit jaar in januari al uit hun winterslaap

Een voorjaarwandeling op een zomerse maartdag

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het ziet er niet naar uit dat wij dit jaar door de lente zullen worden overrompeld. In januari waren er reeds dagen die al iets van lentegedachten wekten. De wintermaanden zijn als herfstdagen vergleden. Tevergeefs hebben we uitgezien naar pittige, gezonde vorstdagen en wat sneeuwpret voor de kinderen. Nu is het bijna officieel lente en neem ik u in gedachten mee op een voorjaarswandeling. Wie goed heeft opgelet, heeft al wekenlang de tekenen van de lente gezien. <br />

Het is om negen uur 's morgens nog wat mistig en koud, maar de zon is al duidelijk door de grijze laag heen te zien. Het belooft een echt zomerse maartdag te worden. Op de pergola zit een merel ingetogen te zingen, zijn oranje snavel naar omhoog gericht. Al vroeg in februari begon de zwarte musicus met zijn moedgevende zang. Eerst alleen 's morgens vroeg en tegen de avondschemering. Al spoedig steeds langer, maar toch op z'n best bij zonsopgang en -ondergang. Bij de buren antwoordt een tweede merel en verder in het dorp zingen er nog meer. Want voor deze lentezangers is de broedtijd al aangebroken en de manmerels laten duidelijk horen waar hun territorium is.

Vroeg ontwaken
Het gekakel van een stel kauwtjes en het geroep van kraaien lokt mij naar de bosrand, in de hoge bomen zijn de roeken hun nesten aan het herstellen of nieuwe aan het bouwen. Straks is de kolonie weer compleet en zullen er weer heel wat jonge roeken bijkomen. Het zijn lastige vogels voor de boeren. Waar hun aantal te groot wordt, veroorzaken ze veel schade. Roeken zijn echter ook verkondigers van het voorjaar. Thijsse schreef dat de vogels al omstreeks nieuwjaar een bezoek brengen aan de oude nesten en voegde eraan toe dat ze in februari voorgoed op en bij de broedplaats blijven, want dan is hun lente begonnen. Deze vogels zijn gemakkelijk te herkennen aan de kale snavelwortel, die op enige afstand bijna wit lijkt. De zon is doorgebroken en verdrijft snel de laatste slierten mist. Het licht glanst in \> ontelbare druppels, die als het ware tot diamantjes worden omgetoverd. Bij het nest van de rode bosmieren is het druk, want de ijverige diertjes zijn al wekenlang actief. Ze hebben hun maandenlang verwaarloosde nest al aardig opgeknapt. Nimmer heb ik ze zo vroeg zien ontwaken uit hun winterslaap als in dit jaar. Tot nu toe was de vroegste datum die ik noteerde 12 februari 1983; dit jaar koesterden de eerste mieren zich al op 22 januari in de zon. Er is in de afgelopen winter nauwelijks kou in de nesten doorgedrongen. Daardoor zijn de mieren niet diep in de beschermende laag weggedoken.

In extase
De hoge beuken zijn warmbruin in het zonlicht en de knoppen zijn al dik gezwollen. Nog een maand en ze zullen openbarsten. Nu zit in het kale hout een schildvink met zijn bonte lentekleed te pronken en laat keer op keer z' n heldere slag horen. Ik heb hem hier in de laatste week van februari al gehoord. Eerst nog wat stuntelig, waardoor ik wist dat het een jonge manvink van vorig jaar was. Nu zingt deze vink voluit, zodat het luid door de stille laan klinkt. Het is boeiend om te zien hoe zo' n kleine vogel als het ware in extase raakt. Dan beweegt het hele lijfje met de steeds herhaalde slag mee. Ik krijg echter niet de indruk dat de vrouwtjesvink, die ineengedoken op een tak zit, erg onder de indruk raakt van zijn prestatie. Er zijn meer vroegelingen in de vogelwereld. Ik heb het eendenest in de ruigte langs de beek al weken geleden ontdekt. Nu is het legsel voltallig en het zal niet lang meer duren of de pullen zullen in de beek zwemmen als kleine pluisballetjes.

Lentefeest
De flora doet al even uitbundig met het prille lentefeest mee. Langs de slootrand glimt het blad van het speenkruid, dat op sommige plekken niets meer van de bosbodem openlaat. Tussen dat jonge groen gaan de goudgele sterretjes van de ontelbare bloempjes door het warme zonlicht open. Speenkruid is een bijzonder plantje. Heel vroeg in het jaar steken de groeipieken door het dorre blad. Na de uitbundige bloei gaat het blad al gauw verkleuren en verdorren en als het juni is zijn de speenkruidplantjes verdwenen. Ondergronds blijven de wortelknolletjes achter. Die hebben de vorm van vijgen. Daaraan dankt het speenkruid zijn Latijnse naam Ficaria; die is afgeleid van ficus, dat vijg betekent. Uit elk knolletje groeit volgend jaar een nieuw speenkruidplantje. Daardoor komen de plantjes zo dicht bij elkaar op, in de weken dat het bladerloze bos het zonlicht nog tot op de bodem dooriaat. De lammetjes die in het weiland langs de bosrand lopen, zijn eigenlijk niet bijzonder. Ze zijn er elk jaar al heel vroeg. Toch vormen ze voor jong en oud het opvallendste voorjaarsbeeld. Nu en dan maken ze dolle sprongen om de oude schapen heen, want ze zijn een en al levenslust. Het prille is allang van deze jonge dingen af, de meeste zijn al een paar maanden oud. Zij werden in de krant aan ~?- ''m gekondigd als de eerste lenteboden. Door de vogels en de bloemen zijn er in maart al heel watlentetekenen. Nog een week of veertien dagen en de weilanden zullen hier en daar geel zijn van de paardebloemen. In het vroege lentebegin is het vooral de flora die het beeld van het landschap ingrijpend verandert. Frederik van Eeden, de vader van Frederik die "De kleine Johannes" schreef, zei eens terecht van de flora: ,,De plant is een onafscheidelijk deel van het landschap, hetzij bosch, weide, veen, moeras of gebergte."

Vanuit de vage verte
Om half elf is de mist verdwenen, maar toch komt er een grijs waas over het bouwland aanwaaien. Een prikkelende rooklucht maakt duidelijk dat het geen mist is. De boer heeft de droge grasberm langs zijn akker aangestoken om de ruige overjarige vegetatiemassa kwijt te raken. De pittige geur van smeulend gras hoort echt bij het prille lentebegin. Bermbranden is een oud gebruik, dat weinig schade aanricht als het maar vroeg in hetjaar wordt gedaan. De bermen liggen er na de brand zwartgeblakerd en troosteloos bij. Een regenbui brengt snel het frisse groene gras weer te voorschijn. Toch wordt er geprotesteerd tegen het bermbranden, want er zijn in slootranden en bermen ook vroeg in het jaar soms al nesten van eenden en lijsters. Tegen twaalf uur is het langs de bosrand behaaglijk in de zon. Op de grote kaalslag hoor ik gezang van een boomleeuwerik, maar ik kan niet ontdekken waar de vogel vliegt. Ik kijk ook tevergeefs naar boven. Op een kale zanderige plek ontdek ik twee boomleeuweriken. Ze lopen in een kleine kring, duidelijk geagiteerd, achter elkaar aan, terwijl onafgebroken hetjodelend gezang klinkt. Dat heldere geluid komt van het mannetje, dat indruk poogt te maken op z' n partner. Opeens vliegen de vogels op en fladderen in grote kringen boven mij. Dan komt het klingelende gezang als het ware omlaag druppelen. Er zit niet veel variatie in, maar het is nog welluidender dan de zang van de veldleeuwerik. Over de karakteristieke zang van deze minder bekende leeuwerik schreef Van Eeden een aardig gedicht. De laatste strofe daarvan luidt als volgt:

Dichtgevouwen
's Avonds verdwijnt de zomerse lentedag in de warme gloed van de ondergaande zon. Dan zijn de mieren allang ondergronds gegaan. De schildvink laat zich niet meer horen en heeft een plekje voor de nacht gezocht. De bloempjes van het speenkruid en de madeliefjes en het klein hoefblad en nog meer vroege bloeiers hebben zich voor de nacht dichtgevouwen. In de polder is het stil geworden. De weidevogels laten zich niet meer horen. De zanglijster zwijgt ook. Het warme roze van het wolkendek belooft een nieuwe zonnige lentedag. ,,De bloemen worden gezien op het land, de zangtijd genaakt..." staat erin het Hooglied. Wij staan nu vlak voor die heeriijke lentetijd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 maart 1989

Terdege | 80 Pagina's

De mieren ontwaakten dit jaar in januari al uit hun winterslaap

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 maart 1989

Terdege | 80 Pagina's