Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Impressie van een ouderavond Beeldende Vorming op "Guido de Brès"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Impressie van een ouderavond Beeldende Vorming op "Guido de Brès"

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Na intensieve voorbereiding was het dan zo ver: donderdagavond 18 september jl. ontvingen we ongeveer 125 ouders op een ouder/voorlichtingsavond, belegd door de sectie Beeldende Vorming.

Vanuit de medezeggenschapsraad was het verzoek gekomen de beeldende vakken voor het voetlicht te halen.

De avond werd gevuld met verschillende aandachtspunten. Zo was er een tentoonstelling ingericht, waarin werk van de leerlingen uit de verschillende leerjaren werd getoond. Door middel van schotten die in een hoek van 90° ten opzichte van elkaar op een speelse manier waren opgesteld, werden de ouders langs het leerllngenwerk geleid. Daartussen stonden grijze blokken met ruimtelijk werk.

De tentoonstelling op zich was al meer dan de moeite waard en vele ouders spraken hun verbazing uit over het werk door hun kinderen gemaakt.

Na de opening door de rector, drs. M. Burggraaf, kreeg dhr. C. Notenboom het woord. Hij hield een lezing, die hier in het geheel wordt opgenomen.

Ouders, belangstellenden en verder alle aanwezigen, we gaan u vanavond een beeld schetsen en u gaat zich een beeld vormen van de beeldende vorming op onze scholengemeenschap.

Een beeld vormen, een beeld schetsen, een beeld maken: het woord beeld kan van alles betekenen.

Als we het vanavond hebben over beeldende vorming, dan bedoelen we daarmee: vorming d.m.v. een visuele, een zichtbare, presentatie en perceptie. Ik haast me om het wat eenvoudiger te zeggen en dat tegelijk op deze avond te betrekken: U wordt vanavond, na mijn lezing, vanuit de sectie beeldende vorming iets zichtbaars aangeboden en u wordt uitgenodigd dat te ontvangen, u mag dat zien.

Wij hopen van harte dat u ook inderdaad vanavond gaat zien waar het in de Beeldende Vorming om gaat.

Mijn lezing valt in twee delen uiteen. Ik wil beginnen u eerst iets te vertellen over de plaats van de beeldende vakken in het voortgezet onderwijs in het algemeen en daarna wil ik u iets vertellen over de plaats van de beeldende vorming op "Guido de Brés" in het bijzonder. Ik zal ook de volgende vragen daarin beantwoorden:

1. Waarom beeldende vorming in ons onderwijs? 2. Wat is het doel ervan? 3. Hoe draagt ze bij tot de algemene vorming en ontwikkeling van onze kinderen?

Geschiedenis

Het beeldend ondenwijs op zich is al erg oud. In de geschiedenis kunnen we twee richtingen onderscheiden:

a. Beeldende vorming als vak- en kunstonderwijs b. Beeldende vorming als deel van het algemeen vormend onderwijs.

sub. a. '

Als vak- en kunstondenwijs hangt ze nauw samen met de ontwikkeling van de techniek en de kunst en wordt ze in alle cultuurperioden gevonden.

sub. b.

Beeldende vorming in het algemeen vormend ondenwijs komt voor het eerst voor bij de Grieken.

Hoe belangrijker men In het onderwijs de waarneming gaat vinden, hoe groter plaats het beeldende onderwijs krijgt.

Mensen als Johann Amos Comenius, John Locke en Jean Jacques Rousseau ruimden in hun pedagogische werk ook een plaats in voor tekenen en handvaardigheid. Onder invloed van de psychologie en het expressionisme In de kunst onderkende men in de 20e eeuw de waarde van de innerlijl< e beleving van het geziene. En de waarneming, maar ook de innerlijke beleving ervan, vormt de persoonlijkheid. Onder invloed daarvan werd in 1889 beeldende vorming een verplicht leervak op de lagere school. De mammoetwet van 1962 gaf in het voortgezet onderwijs enige verruiming voor de beeldende vorming en sinds 1971 is het mogelijk een beeldend vak In het examenpakket te kiezen.

Onze conclusie is: - beeldende vorming heeft een eeuwenlange traditie. - Bij beeldende vorming mag het aspect van cultuuroverdracht en cultuurbewaring niet uit het oog verloren worden. Beeldende vorming is ook bedoeld als instrument om de cultuur mede vorm te geven. - Belangrijk hierin is de waarneming en de Innerlijke beleving van het waargenomene.

Hoe is de situatie heden ten dage

Grofweg kunnen we drie hoofdstromingen onderscheiden die het gezicht van de beeldende vorming bepalen:

1. Beeldende vorming is het gevoelig maken voor kunst. Het doel is dan het leren genieten en waarderen van kunstobjecten.

2. Beeldende vorming dient als basis voor de totale opvoeding. De zich harmonisch ontwikkelende mens staat hierin centraal. Het is de gedachte van de zelfontplooiing.

3. Beeldende vorming dient als middel tot maatschappelijke bewustwording. De maatschappij, en de veranderingen daarin, staan hier centraal.

U begrijpt wel dat de doelstellingen, en de middelen die men gebruikt om de doelstellingen te bereiken, bij alle drie de stromingen verschillend zijn. Het moet u dan ook duidelijk zijn dat ook de visie op het vak en het doel de vraag waaróm beeldende vorming eigenlijk beantwoordt.

Als je bijvoorbeeld deze derde stroming, die van de maatschappelijke bewustwording, neemt, dan moet beeldende vorming als een hefboom dienen om de maatschappij te veranderen. Het doel is dan maatschappijverandering en het middel is beeldende vorming. Ons staat echter een ander doel voor ogen.

Een groot deel van onze ervaringen is gebaseerd op visuele symbolen. Dat ziet u straks wel bij het klankbeeld: van Illustraties In leerboeken tot in massa geproduceerde beelden in tijdschriften, films, dia's en industriële produkten. Zelfs langs onze wegen worden we geconfronteerd met indringende en suggestieve beelden.

Het leren staan in onze cultuur, het leren vergelijken, het leren zien van verschillen en overeenkomsten, het zich bewust zijn van vorm, kleur, lijn, structuur, samenstel en andere visuele eigenschappen, zijn de zaken die in de Beeldende Vorming geleerd moeten worden.

Beeldende Vorming zou je een spiegel kunnen noemen van onze samenleving, waarin gevoelens, ervaringen, gedachten en strevingen getoond worden, kortom van wat ons mensen bezighoudt.

U hoort het. Ik maak ook nu gebruik van een beeld. Het beeld van een spiegel. Een spiegel kaatst Iets terug. De maker en zijn werk geven iets weer, kaatsen iets terug, laten ons iets zien. De materie wordt gebruikt om gevoelens, gedachten, vorm te geven en mededeelbaar te maken. Er wordt betekenis gegeven. Dit betekenis geven bloeit vooral in die tijd, wanneer dat

vrij gedaan kan worden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de Gouden Eeuw in Holland. De dictatuur van Spanje en daarachter de geestelijke dictatuur van de Roomse kerk waren gebroken. De wetenschappen en de kunsten hebben in die tijd geweldig gebloeid. Ik denk anderzijds ook aan de landen achter het IJzeren Gordijn. Daar zijn het vooral het woord en het beeld die gebruikt worden voor ideologische propaganda. Het doel van de Beeldende Vorming zien wij dan ook liggen in het gegeven, dat het talent, het vermogen dat ieder mens, iedere leerling heeft, om ideeën, gedachten en gevoelens vorm te geven, gebruikt en ontwikkeld moet worden. Het talent, het zien van betekenis, waarmee wij op de visuele wereld reageren, moeten we leren gebruiken. We proberen daarbij de leerlingen een instelling aan te leren, waarbij het onderzoeken, het opnieuw waarderen of afwijzen, het herstructureren van ideeën mogelijk is.

Bij elke opdracht moeten de leerlingen al experimenterend, al zoekend en tastend de optimale vorm vinden, die bij de opdracht past.

U merkt wel dat we al pratend en luisterend bij het tweede deel van mijn lezing zijn aangekomen, nl. de plaats van de Beeldende Vorming op onze scholengemeenschap. Wij hebben in het leerplan op school gekozen voor een bijbelse, schriftuurlijke, benadering. We lezen in de Bijbel bij de schepping: God zag al wat Hij gemaakt had en ziet het was zeer goed. "Goed" betekent in het Hebreeuws ook "aangenaam" of "zinnestrelend". God verlustigde Zich in Zijn schepping.

In Prediker 3:11 staat dat God ieder ding schoon gemaakt heeft op zijn tijd. In Psalm 104:30 lezen we dat, als God Zijn Geest uitzendt, de dingen als opnieuw geschapen worden en Hij het gelaat des aardrijks vernieuwt. De Heere bekleedde de lelie van het veld met een schoonheid die de schoonheid van Salomo overtrof.

Het aanvaarden van het feit dat gevoel voor schoonheid en het genieten daarvan behoren bij het wezen van de mens en dat dat ook één van de talenten is, die wij van onze Schepper hebben ontvangen, rechtvaardigt de keuze van de Beeldende Vorming op onze scholengemeenschap om met dit talent bezig te zijn.

De doelstelling voor de beeldende vorming op onze scholengemeenschap luidt dan ook: "Die kennis, inzichten, vaardigheden en houdingen te ontwikkelen door het hanteren en produceren van beelden, opdat onze leerlingen open komen te staan voor de schepping van God als gave en opgave."

Dit houdt in:

- Het ontvanl< elijk maken voor de zeggingskracht van de waarneembare scheppingswerkelijkheid. - Het ontvankelijk maken voor de zeggingskracht van de waarneembare kunsthistorische, culturele en maatschappelijke werkelijkheid. - Het ontwikkelen van de waarneming. - Het ontwikkelen van de persoonlijke, beeldende uitdrukkingsvaardigheid. - Het leren stelling nemen tegenover de waarneembare werkelijkheid. - Het ontwikkelen van technische vaardigheden. - Het ontwikkelen van motorische vaardigheden.

Elk vak heeft een vakgebied

De Beeldende Vorming heeft de wereld van vormen en beelden als vakgebied in de ruimste zin van het woord. Dat kunnen de door God geschapen vormen zoals bomen, vruchten, bloemen e.d., en de door mensenhand vervaardigde vormen zijn. De door mensenhand vervaardigde vormen kunnen we onderscheiden in gebruiksvoorwerpen, de gebouwde omgeving en de beeldende kunsten.

Over de waarde van de beeldende kunsten in de beeldende vorming nog het volgende. In de beeldende kunsten komen we in een bepaalde verhouding tot de dingen te staan. Als u bijvoorbeeld een schilderij van vruchten bekijkt, dan zult u niet in de eerste plaats in de verleiding komen om ze op te eten, maar u wordt gewezen op de vorm, op de kleur, enz. van deze vruchten. De kunstenaar nodigt u als het ware uit om de vruchten te zien, zoals hij ze zag. Zijn gevoel, zijn beleving ervan, toont hij ons opdat wij het zouden meebeleven. Soms worden de vormen of de kleuren of de omgeving heel anders gemaakt dan we gewend zijn, om des te duidelijker over te dragen dat het niet om de vruchten op zich gaat.

De kunst is dan ook nooit een werkelijkheid die onbewerkt aan ons wordt voorgelegd. De kunstenaar laat de werkelijkheid aan ons zien op zijn eigen wijze met de uitnodiging om de werkelijkheid óók zo te zien. Dat kost vaak moeite, inspanning, om te begrijpen wat de man of vrouw bedoelde.

Dat zal soms een openbaring voor ons zijn, soms zal het moeten leiden tot afwijzing van de ideeën van de kunstenaar.

Wat wel belangrijk Is, dat de leerlingen gaan beseffen dat er meer dan één uitleg aan de werkelijkheid gegeven kan worden. Dit is een aspect dat ik met nadruk wil noemen, omdat velen menen dat het realistische en sentimentele de enige juiste uitleg van de werkelijkheid zou zijn. Het realisme wordt bepaald door foto en film en het sentimentele bijvoorbeeld door het jongetje met de traan op zijn wang.

Hoe gaat het een en ander nu praktisch in het werk op school er aan toe? In de eerste en tweede klas moet de beeldfaa/ aangeleerd worden. Beeldaspecten als kleur, lijn, vorm, ritme en structuur moeten worden onderkend en toegepast. Het leren kijken nóér en het noemen vén deze aspecten gebeurt naar aanleiding van een opdracht.

Daarnaast moeten de leerlingen de mogelijkheden van het materiaal ontdekken en het gereedschap leren hanteren.

U begrijpt dat materialen en technieken wel belangrijk zijn, maar geen doel op zichzelf, hoewel er wel eens wat oefeningen gegeven worden die betrekking hebben op materiaal en techniek.

De opdrachten worden d.m.v. plaatjes, foto's of dia's verduidelijkt. De leerlingen verzamelen ook zelf plaatmateriaal en maken een ontwerp.

Mag ik het samenvatten: In klas 1 en 2 gaat het om vorm en kleur, ruimtelijkheid, licht en schaduw, de beeldelementen en de hantering van materialen en gereedschappen. De waarneming is hierin erg belangrijk, waarbij we moeten bedenken dat waarnemen hier ook is tasten, een eenheid tussen zien en doen.

In klas 3 wordt meer de nadruk gelegd op het "boodschap"-element In beelden. We noemen dat het communicatieve aspect in beelden. Beelden zijn tekens die informatie doorgeven. Het standpunt, het idee achter de verschijningsvorm, wordt hier meer benadrukt. De vraag is: hoe wordt de zeggingskracht bereikt? Door vereenvoudiging, overdrijving, kleurgebruik en contrast, kan de boodschap duidelijker worden.

In de klassen 4 en 5 wordt de leerlingen geleerd de verschillende mogelijkheden die er zijn om de werkelijkheid weer te geven, toe te passen. Een beeld kan realistisch (naar de werkelijkheid), idealistisch (zo zou het moeten zijn), symbolisch (het anker is bijvoorbeeld het symbool van de hoop), gefantaseerd, gestileerd (sterk vereenvoudigd) of zelfs abstract zijn. In de abstracte voorstelling gaat het uitsluitend om de gedachte of het idee. Verder kan de vorm organisch (= groeivorm) of geconstrueerd (bijvoorbeeld: bruggen) zijn. Dit vraagt van de leerlingen een sterk inlevingsvermogen en een grote verbeeldingskracht. In de tentoonstelling kunt u zien hoe een en ander in het werk tot uitdrukking is gebracht.

Bij het beoordelen (= waarderen) van het werk hebben we te maken met de weg waarlangs de leerling zijn resultaat heeft bereikt en het resultaat zelf. Als docent ben je voortdurend aan het begeleiden tijdens de lessen. We noemen dat de proces-evaluatie.

Daarnaast kennen we de produkt-evaluatie. Alle werkstukken van een groep of klas worden bij elkaar gelegd en besproken. Aan de orde komen dan de opdracht, de doelstelling van de opdracht en de verschillende oplossingen die er gevonden zijn. Het cijfer berust op zowel de proces- als de produkt-evaluatie.

Geachte aanwezigen.

Ik hoop dat door deze lezing er enig licht over het vak beeldende vorming geworpen is, zodat u er zicht op gekregen hebt. Ongetwijfeld krijgt u in het klankbeeld er nog menig uitzicht bij. Ik dank u voor uw aandacht.

Slot

Na de lezing werd het klankbeeld vertoond. De docenten A. van der Spek en J. Stok lieten een enorme verscheidenheid in beelden zien. Begonnen werd met enkele natuuropnamen in

verschillende jaargetijden. Daarna een scala van opnamen uit de directe omgeving van de leerlingen: de stad Rotterdam. Relatie werd gelegd met verschillende kunstwerken in de stad en de kunstbeschouwing, door enkele leerlingen gepraktiseerd. Besloten werd met een aantal opnamen van leerlingen aan het werk in de examenklassen en het leerlingenwerk zelf.

Na de pauze werden vragen beantwoord door de docenten beeldende vorming en een van onze decanen, dhr. P. Schot, onder leiding van dhr. W.P. van Kempen. De vragen spitsten zich voornamelijk toe op onze houding t.o.v. de kunst en de kunstenaars.

Opnieuw ervaar je dan de moeilijkheid om duidelijk te maken, waarom het ene kunstwerk een zodanige "bezieling" heeft, dat het met recht de naam "kunst" mag dragen, en een ander werk niet. Altijd blijven er subjectieve elementen in de beeldende vakken een rol spelen. Al met al mogen we terugzien op een goede en leerzame avond.

Namens de sectie beeldende vorming, C. Notenboom.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1987

De Reformatorische School | 76 Pagina's

Impressie van een ouderavond Beeldende Vorming op

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1987

De Reformatorische School | 76 Pagina's