Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WET EN EVANGELIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WET EN EVANGELIE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij besluiten dan dat de mensch door het geloof gerechtvaardigd wordt zonder de werken der wet. Rom.3:28. Doen wij dan de wet teniet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet. Rom.3:31.

(Vervolg Van der Groe.)

Hoe dieper dat licht schijnt tot beneden op de bodem onzer zielen, hoe meer wij onze geestelijke verdorvenheid en onreinheid aldaar gewaar worden. In de klare spiegel der Wet beschouwen wij dan al meer onze walgelijke gedaante, en dat er in ons, dat is ons vlees, geen goed woont, Rom.7.16. De Wet wijst ons een grote menigte aan van allerlei plagen en hartsverdorvenheden, die wij nooit tevoren gedacht hadden dat in ons waren; want, door de Wet is de kennis der zonde, Rom.3:20.

En het gaat met ons gelijk de Apostel getuigt van zichzelve, zonder de Wet zo leefde ik eertijds, maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levendig geworden, doch ik ben gestorven, Rom.7.9.

Waar nu de zonde van ons aldus met geestelijk licht gedurig wordt gezien in de spiegel der Wet, daar werkt dat gezicht in ons ook steeds een heilige schaamte, droefheid, berouw, walging van onszelf, verzaking van alle eigen gerechtigheid, en diepe ootmoed en vernedering voor de hoge God. De ware zondenkennis, welke uit het heilige licht van de Wet geboren wordt, heeft altijd dusdanige gevolgen, die dan dagelijks veel geestelijk in het boek der Wet studeert, graaft al, hoe langer hoe dieper in de grond van zijn hart, en ondekt zoveel van zijn verborgenste ellenden en verdorvenheden, dat hij niets meer moet hebben van zijn eigen zelf.

Daarom zullen al diegenen, die maar een licht gepleisterd bekeringswerk in hun binnenste opslaan, zoals de Tijdgelovigen gewoon zijn, zich met zodanige studie der Wet nooit veel ophouden; want zij hebben, zo zij wanen, een veel kortere weg gevonden door het blote Evangelie. Doch de zielen, die met God Zelf te doen hebben, hebben ook met Zijn heilige Wet te doen; en zij hebben een hartelijke eerbied en ontzag ook voor het geringste gebod. En hierin zijn de oprechten onderscheiden van de geveinsden. Waar genen, de oprechten, steeds voor stil staan en als voor beven, daar lopen dezen, de geveinsden, doorgaans maar licht en gemakkelijk over heen.

Zij geven voor, dat zij EVANGELISCHE, en dat de anderen WETTISCHE Christenen zijn, en dit is dan het onderscheid.

Van der Groe over de beloften

Uit de voorrede op het 4a deel der werken van Erskine.

Hij zegt daar dat het onderscheid tussen tijd- en zaligmakend geloof, alleen recht begrepen wordt door- en recht begrip van het onderscheid tussen Wet en Evangelie.

En hij vervolgt dan: Alleen wilden wij zulke mensen wel eens ernstig vragen, wat toch een zondaar bij Christus doen zal, en wat hij met die beloften van Zijne genade aanvangen zal, als hij niet tevoren, eer hij tot Christus en de beloften komt, zijn geestelijke noden, zonden en ellenden niet met een ware en smartelijke verlegenheid gevoeld, en daaronder niet te enemale vermoeid en verslagen is? Ja, maar zij willen, dat men des mensen hart tot een genoegzame verslagenheid en heilige gewilligheid zal brengen ALLEEN, of MEEST DOOR HET EVANGELIE ZELF, en door het voordragen van DESZELFS DIERBARE EN LIEFELIJKE BELOFTEN. Doch wij antwoorden, dat het nooit Gods weg was, en dat het ook de aard of gelegenheid des Evangelies niet is, zo iets aan enig zondaar te doen, zonder de hulp en de verbrijzelende kracht der Wet.

De Wet moet, door de overtuigende werking des Geestes, eerst des zondaars ziel doorwonden, en het Evangelie moet de smartelijke wonde, die de Wet in het hart gemaakt heeft, dan wederom genezen en helen. Dit is Gods eigen weg, om de arme zondaren tot ware gelovigen te maken; maar het andere is een weg, welke de dwaze mensen uitgevonden hebben, om er velen in de wereld tot blinkende geveinsden te maken.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 april 1948

Goudse Kerkbode | 4 Pagina's

WET EN EVANGELIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 april 1948

Goudse Kerkbode | 4 Pagina's