Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alléén psalmen en alle psalmen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alléén psalmen en alle psalmen?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDARTIKEL

door W. van Gorsel, Bergambacht

M de zoveel tijd wordt het vuurtje %, ^ weer eens opgerakeld. Dan stelt iemand een onderzoek in naar de psalmen die in de eredienst worden gezongen. De uitslag kun je in grote lijnen van tevoren bedenken: we hebben maar een klein psalmboekje, want de helft van de verzen wordt nooit gezongen en van de andere helft wordt een gedeelte betrekkelijk zelden opgegeven. Uiteindelijk wordt hoogstens een vierde of een vijfde van ons psalmboek echt gebruikt. De meest gezongen psalmen zijn 25, 42, 84, 89 en 119, enz.

Tot die conclusie kwam ook Dr J. Polder, die 1500 psalmbriefjes uit kerken van de Gereformeerde Gezindte heeft bestudeerd.

De Vereniging van Organisten van de Gereformeerde Gemeenten wijdde aan deze kwestie een symposium, en in de week daarna liet het Reformatorisch Dagblad enkele predikanten uit de diverse kerken aan het woord om hun psalmkeuze te motiveren en om hun visie te geven op het zingen van bekende en minder bekende psalmen.

Calvinistische liturgie

Het is niet mijn bedoeling, de discussie hier nogeens dunnetjes over te doen. Als ik er toch op terugkom, dan is dat alleen omdat ik me aangesproken en betrokken voel, en dat zal met vele collega's het geval zijn. Het is een bekend gegeven dat we in de kerken van de Gereformeerde traditie uitsluitend psalmen zingen, afgezien dan van de Enige Gezangen achterin ons psalmboek. De eerste synoden van onze kerk hebben bewust gekozen voor het model van Génève, en dat werkt door tot op de dag van vandaag.

In het begin van de 19e eeuw hebben ook de meest rechtzinnige predikanten gehoorzaamd aan het bevel van de Algemene Synode om per dienst minstens één gezang te laten zingen. Waarschijnlijk hebben ze, hoewel ze niet zaten te wachten op een verandering in de liturgie, het hoofd in de schoot gelegd omdat ze dit beschouwden als „een middelmatige zaak". Maar toen in de 60-er jaren van die eeuw de verplichting van het ene gezang werd opgeheven, beperkten de meesten zich weer tot het psalmboek. En nog steeds is het voor de buitenwacht een kenmerk van de Gereformeerde Bond dat er in de kerkdiensten alleen psalmen worden gezongen.

De kerken van de Afscheiding en van de Doleantie deden dat ook, al hebben nu de Gereformeerde Kerken het Liedboek aanvaard, en heerst er in de Christelijke Gereformeerde Kerken een soort wildgroei, overigens tegen alle kerkelijke bepalingen in... Slechts de Gereformeerde Gemeenten in verschillende denominaties, en uiteraard de Oud Gereformeerde Gemeenten houden nog vast aan het beginsel van uitsluitend psalmen.

Typisch Hollands

Hoewel ik het persoonlijk graag zo zou willen houden, moeten we in alle eerlijkheid vaststellen dat we hier te maken hebben met een Hollandse binnenhuiskwestie. Want nergens in het buitenland levert het zingen van gezangen problemen op. In zijn gemeente in Elberfeld liet Kohlbrugge - zie zijn vele uitgegeven preken! - meestal in iedere dienst een gezang zingen. En de meest strenge Engelse predikanten geven in hun diensten „hymns" op, vrije liederen die we trouwens in Nederland (maar dan buiten de kerkdiensten) graag nazingen.

Het feit dat de bundel „Evangelische Gezangen" in 1806 aan de kerk is opgedrongen, èn dat deze bundel bol staat van onesthetische en ongereformeerde liederen heeft ons nu eenmaal kopschuw gemaakt van gezangen. Wat er dan bij mij weer niet in wil is, dat mensen die principieel tegen gezangen zijn, uit volle borst Johan de Heer zingen, of Opwekkingsliederen waar het arminianisme van afdruipt...

Iets subjectiefs

Maar om terug te keren naar ons onderwerp, de keuze van de te zingen psalmen heeft natuurlijk altijd iets subjectiefs, tenzij men, zoals in het Génève van Calvijn, het hele psalmboek van voren naar achteren doorzingt. Dat is trouwens in ons land tot in de 19e eeuw toe gebruikelijk geweest. De ge- meente moest de psalmen léren zingen, daarom begon men gewoon bij Psalm 1 om met Psalm 150 te eindigen. Wat de gemeente zong had dan in de meeste gevallen niets te maken met de inhoud van de preek. Niet de voorganger, maar de voorzanger bepaalde welke psalmen gezongen werden.

Uitzonderingen waren er blijkbaar wel. In zijn prachtige boek „Bavianen en Slijkgeuzen" heeft A. Th. van Deursen de psalmkeuze opgenomen van de predikant van Hoornaar gedurende de jaren 1623 tot 1631. Men zong daar ook het psalmboek door, maar daarnaast gaf Ds Schevenhusius blijkbaar zelf liederen op. We staan ervan te kijken welke psalmen toen veelvuldig en welke er nooit gezongen werden. Psalmen die wij zelden zingen werden toen vaak aangeheven, terwijl onder ons veel gezongen liederen toen nooit werden gebruikt.

Pas in de 19e eeuw kreeg de predikant inspraak, en gaf hij zelf twee, drie verzen op, die uiteraard betrekking hadden op zijn preek.

Hoge eisen

Dat is tot de dag van vandaag het geval, en dat stelt hoge eisen aan de dienaar van het Woord. De keuze van de liederen mag geen sluitpost zijn op de begroting van de voorbereiding. En als ik me niet vergis lijkt dat er bij sommigen weleens op... De preek is af, en dan moeten er inderhaast nog „versjes" bij gezocht worden. Dat de keuze dan niet overtuigend is laat zich denken...

Als het goed is levert de preekstof al tijdens de voorbereiding psalmen op. Tenminste... als de dominee zijn psalmboek kent, en dat is een eerste vereiste. Dan zullen van tijd tot tijd ook minder bekende psalmen aan de orde komen. Want de predikant moet niet persé in elke dienst een onbekende psalm opgeven, de psalmen moeten in relatie staan tot zijn tekst en zijn preek. Wanneer je dan langer een gemeente mag dienen, zullen in de loop van de tijd vele, zo niet alle psalmen een keer aan de beurt komen.

Maar dat vereist ook het nodige van de gemeente. Want er zijn altijd en overal kerkgangers die het liefst maar bekende psalmen - uit het hoofd! - zingen, en de lippen stijf op elkaar houden wanneer er een onbekend vers wordt opgegeven. In zo'n geval heb je als predikant ook een beetje opvoedende taak. Misschien moet je van tijd tot tijd motiveren waarom deze psalm bij deze preek gezongen wordt. Misschien ook moet de gemeente erop gewezen worden dat we in onze diensten weliswaar alléén psalmen zingen, maar dan ook alle psalmen...

En dan komen we toch weleens voor verrassingen te staan. Wat een prachtige melodieën hebben soms de minder bekende psalmen! Zonde en jammer dat ze weinig of nooit gezongen worden. Het is nogal eens gebeurd dat kerkmensen tegen me zeiden: „Wat een moeilijke psalm was dat zondag, dominee!" En dan luidde mijn antwoord steevast: „Moeilijke psalmen zijn er niet, alleen maar onbekende."

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Alléén psalmen en alle psalmen?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's