Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een bladzijde voor en van onze jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een bladzijde voor en van onze jeugd

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een praatje vooraf

Het is lente geworden en overal in de natuur ontwaakt het nieuwe leven. De bomen spruiten uit en de trekvogels keren terug naar hun zo ver verblijf. De landbouwers zijn ook weer op hun landerijen begonnen en het meeste zaad zit weer in de grond. Alles wacht op nieuwe vruchtbaarheid en hoopt op een betere oogst dan vorig jaar. Met het nieuwe voorjaar zitten jullie natuurlijk ook vol plannen en vol nieuwe ideeën. Ik begrijp wel, dat jullie me veel werk willen geven door me veel opstellen te sturen. Nu, dat mag hoor. Ik hoop er iedere week zoveel te krijgen, dat ik met gemak onze bladzijde vol kan krijgen. We spreken dus af dat jullie trouw zullen zorgen dat onze pagina gevuld wordt.

De antwoorden van de zevende opgave

Het valt altijd niet mee om het een ieder naar de zin te maken. De een vindt de opgaven moeilijk en de ander juist makkelijk; de een heeft liever bijbelse vragen en een ander houdt meer van geschiedenis. Zo zie je, dat de meningen verdeeld zijn. Ik probeer steeds maar juist de middenweg te bewandelen. Nu eens maak ik het moeilijk, dan weer wat eenvoudiger. Kijk maar eens of je deze antwoorden ook had.

Voor de groten:

1. Jozua. 2. Juda, 3. Simeon. 4. Adoni-Bézek. 5. Bochim. 6. Othniël. 7. Kaleb. 8. Cuschan-Rischataim. 9. Eglon. 10. Lappidoth. 11. Barak. 12. Jabin. 13. Sisera. 14. Ofra. 15. Abimélech. 16. Jotham. 17. Jeftha. 18. Simson. 19. Zora. 20. Dagon.

Voor de kleinen:

1. Kaïn. 2. Lot. 3. Bethuël. 4. Benjamin. 5. Bileam. 6. Nebo. 7. Hanna. 8. Salomo. 9. Izebel. 10. Eliza. 11. Jona. 12. Hiskia. 13. Daniël. 14. Maleachi. 15. Johannes de Doper. 16. Kana. 17. Zacheüs. 18. Judas. 19. Petrus. 20. Paulus.

Een gedicht

Twee jongens

Een echtpaar had twee jongens, Dat waren Jan en Piet. Jan was een beste jongen Maar leren kon hij niet. Dus ging hij naar een bakker Toen hij van school af kwam, Die hem, zo trouw en eerlijk, Graag in z'n woning nam. Maar Pieter was een vlugge, Hij leerde met gemak En kreeg, daar was hij trots op, Diploma's in zijn zak. En kwam je bij die ouders, 't Was steeds het zelfde lied: Van Jan werd niet gesproken, 't Ging altijd over Piet, Die was welhaast hun afgod. Tot op een zeker keer De ouders gingen vrezen, Want 't werd zo'n vreemde heer. Op zondag naar de voetbal En naar de bioscoop; Ja, immer droever werd zijn Verkeerde levensloop. Het is slecht afgelopen Met die verwende Piet. De gauwe, vlugge jongen Gaf d' ouders groot verdriet. Maar Jan werd zelf nog bakker En zie hoe goed het ging: Want vele jaren was hij Een flinke ouderling In hem mocht men ervaren Het Godsgetuigenis: Dat slechts de vrees des Heeren De grond der waarheid is.

Dit werd me toegstuurd door Jannie Boogaard uit Grijpskerke. Uit de natuur

Bijen

Er zijn veel soorten bijen, ze behoren evenals de hommels, wespen en sommige soorten mieren tot de familie der vliesvleugelen. Wij kennen bijenvolken, waar de koningen alleen een nieuw volk sticht en volken, waar de bijen gaan zwermen, dus daar is de koningin niet alleen. De bijen zijn verdeeld in werksters, mannetjes en koninginnen. Een volk, dat een korf bewoont, bestaat uit ongeveer vijf-tot tienduizend werksters, driehonderd mannetjes of darren en één koningin. De koningin is het grootste, zij heeft een angel. De werkbij is kleiner, zij heeft een honingmaag, waskliertjes, stuifmeelkorfjes aan de achterpoten en ook een angel. De dar is dik en plomp en heeft geen angel. De bijenwoning bestaat uit raten; deze zijn gemaakt van was. Deze was komt uit de waskliertjes van de werkbij. De raten staan verticaal en hierop zijn horizontaal cellen aangebracht. De cellen zijn zeshoekig. Sommigen zeggen, dat het door de druk van de honing komt dat ze zeshoekig zijn; anderen beweren dat de bijen ze zelf zeshoekig maken. In het midden van de raat zitten de bloedcellen, er omheen de koningcellen en nog enkele stuifmeelcellen.

De cellen voor de eitjes waaruit de larven van de werkbijen komen, zijn kleiner, dan waaruit de larve van de koningin komt; vandaar dat de koningin ook groter is, zij kan immers meer uitgroeien. De eitjes, waaruit de werkbijen komen, komen na negen dagen uit, de larven krijgen bijenmelk met honing en stuifmeel; als ze na ongeveer 21 dagen volgroeid zijn alleen honing en stuifmeel. De dar komt na 15 dagen uit, hij krijgt hetzelfde eten als een werksterlarve. De koningin komt na zeven dagen uit; zij krijgt een betere verzorging, en wordt daarom ook groter.

Het werk is bij de in volken levende bijen heel mooi verdeeld. Als de werksters uit de cellen komen moeten ze eerst de oude cellen schoonlikken; daarna moeten ze de oude larven voeden, want zij hebben nog geen melkkliertjes.

Vervolgens moeten ze de jonge larven voeden, want ze hebben nu inmiddels melkkliertjes gekregen. Dit kliertje zit op het voorhoofd, ze strijken het vocht er met de poot uit. Nu moeten de werkbijen de honing en het stuifmeel in ontvangst nemen en in de cellen bergen. Daarna moeten ze bij het leger dienen, dit heeft als taak het vlieggat te bewaken. Alle vreemde bijen worden doodgestoken. In deze periode gaan ze ook de omgeving verkennen tot 5 km in de omtrek. Dan begint pas het eigenlijke werk: het honing en stuifmeel halen. De bijen hebben ook een „taal".

Door bijvoorbeeld een bepaalde afstand met een bepaalde snelheid te lopen en aan de geur van het stuifmeel, dat ze van die bloem aan haar lichaam heeft, kan zij in de korf vertellen, waar ze veel honing weet te vinden. In de winter zitten ze aan een tros. De buitenste bijen wisselen steeds met de binnenste, maaide koningin blijft altijd binnenin. Als de buitenste bijen het koud hebben, gaan ze met de vleugels slaan, het z.g. „bruisen." De temperatuur kan dan wel opgevoerd worden tot 35 gr. C. De koningin vliegt maar eenmaal uit, samen met de darren en werkbijen, dit is de „paringsvlucht." Dit gebeurt in het voorjaar. De koningin keer terug naar de korf en gaat eitjes leggen. Na het zwermen willen de darren ook terugkeren, maar deze worden door het leger doodgestoken, want ze hebben toch geen waarde meer. Als de jonge koningin uit de cel komt en het is mooi weer, dan gaat de oude koningin met een gedeelte van het volk weg, maar als het zat is, dan wordt de jonge koningin gedood. De bijen kunnen vormen onderscheiden, tenminste als het een vorm van een bloem is. Ook herkennen zij, bepaalde kleuren.

Maarten ten Voorde, Teuge.

Dit is een lang opstel, Maarten, je weet er ook zoveel van. Hebben jullie zelf soms ook bijenkasten of korven?

En tenslotte i

moet ik gaan eindigen. Er schiet geen ruimte over voor de nieuwe opgave. Die bewaar ik dan voor de volgende keer. Ik maak de bladzijde vol met een. heel fijn gedicht van Guido Gezelle, dat me toegestuurd werd door Jan Walhout.

Leer mij bidden!

„Gij badt op enen berg alleen, en Jesu ik en vind er geen waar 'k hoog genoeg kan klimmen om U alleen te vinden. De wereld wil mij achterna Alwaar ik ga of sta

Of ook mijn ogen sla. (Vervolg op pag. 160)

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1961

Daniel | 8 Pagina's

Een bladzijde voor en van onze jeugd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1961

Daniel | 8 Pagina's