BEVESTIGING EN INTREDE DS. A. KOK TE POORTVLIET.

De bevestiging.

Op dinsdag 30 maart jL was het voor de Gereformeerde Gemeente te Poortvliet een dag van blijdschap. Na vele jaren valcant te zijn geweest, mochten de kerkeraad en de ledenvandeze kleine gemeente getuige zijn van de bevestiging van hun eigen herder en leraar in de persoon van Ds. A. Kok uit Leerdam, die het beroep naar Poortvliet aannam. De bevestiging vond plaats door Ds. Chr. van Dam te Werkendam, in de Ned. Herv. kerk te Poortvliet Ds. Van Dam sprak naar aanleiding van Openbaring 2 : 10b.: „Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens", met als thema: Een belangrijke opdracht Hij stond stü bij een drietal gedachten: namelijk: xiit Uefde gegeven, in waarheid betracht en met beloften gestaafd.

Nadat Ds. Van Dam deze punten had verklaard, liet hij zingen Ps. 97 : 7 en las het formulier van bevestiging met de daarin gestelde vragen, voor. Op deze vragen antwoordde Ds. Kok: „Ja ik, van ganser harte".

Ds. Van Dam sprak nu Ds. Kok toe. Het is reeds jaren, dat we elkaar kennen. We weten wat er aUehiaal is gebeurd. Ik vond het groot, dat Ds. Karens mij in de gelegenheid heeft gesteld u in het amb tebevest gen. Wij wensen u vanhartetoe de onmisbare zegen des Heeren in dit deel van Zijn erve. Waar de Heere ons hebben wil is het goed. Ook mevrouw Kok werd hartelijk door de bevestiger toegesproken. Vervolgens fdiciteerde hij de kerkeraad en gemeente van Poortvliet dat zij nu een herder en leraar mochten ontvangen.

De gemeente zong Ds. Kok staande toe Psahn 132 : 6 en 7. Na verdere lezing van het formulier werd deze plechtige dienst met gebed en het zingen van Psalm 105 : 3 besloten.

De intrede

Reeds een halfuur vóór de aanvangvande intrededienst stroomde het kerkgebouw vol. De opkomst was bijzonder groot Na het zingen van Psalm 27 : 7 en het lezen van 1 Johannes 1 sprak Ds. Kok voor de eerste maal als herder en leraar van de gemeente Poortvliet het votum en zegen uit waarna hij voorging in gebed. Na het zingen van Psalm 19 : 5 en 6 bepaalde de leraar zijn gehoor bij 1 Johannes 1 van vers 5 t/m 7, met als thema: „Een apostolische boodschap" en stond stil bij: Ie in haar oorsprong, 2e in haar leerzame onderscheiding, enSein haar liefelijke vertroosting.

Het is een zeer bijzondere dag voor de gemeente van Poortvliet. De Heere heeft na vele worst^ngen ons hart overgebogen om tot u te komen. Wat zou het een wonder zijn, wanneer de prediking, die van rustdag tot rustdag zal worden gebracht gezegend zou worden. De tékstwoorden zijn ontzaggelijk van betekenis. Dit is de verkondiging die wij van Hem gehoord hebben, , zegt Johannes. Dan wijst de apostd van zich af. Het is geen boodschap die wij van farizeën ontvangen hebben. Johannes was een ware getuige. De inhoud van de prediking is, van zich afwijzen. Dit is de wortel der zaak. Dat is de grondslag van de ganse uitverkoren Kerk, van het werk van Gods genade in onze harten. Dan straalt hier de heerlijkheid des Heeren zo rein uit. De wet des Heeren is volmaakt Van nature is er niemand die naar God vraagt. Welk een genade, als de Heere ons omkeert. Schuldig aan de ganse wet. Dat Goddelijk Licht Dat de ogen opent doet ons schuldenaar worden voor God. Welgelukzalig, die zijn diepe verlorenheid moet inleven, die zijn doodvonnis moet ondertekenen. De oorsprong ligt in de eeuwigheid. De inhoud van Johannes' prediking is, dat God een Licht is en gans geen duisternis. Wat zou het groot zijn, gemeente van Poortvliet, als er nog toegebracht werden tot de gemeente die zalig zal worden We zijn niet voor niets gekomen. Het zal zijn tot eeuwig voordeel of tot eeuwig oordeel. Het Woord des Heeren is een tweesnijdend scherp zwaard. Er kan zoveel zijn in ons leven, dat geen waarde heeft voor de eeuwigheid. De boom zal aan zijn vrucht gekend worden. De rijkdom van de genade van Christus Jezus zal nooit enige waarde hebben, indien wij geen schuldenaar voor God worden. Johannes zegt verder: en dit is de verkondiging. En dat niet alleen om de doodstaat des mensen voor te stellen, maar ook om het welbehagen in Christus voor te stellen. AUeen Zijn eigen werk zal juichen tot Zijn eer. De WetsvervuUer, daar gaat het om. Het gaat om het vleesgeworden Woord, Die Zijn Kerk op Zijn hart draagt. Denk maar aan de hof van Gethsémané, waar Christus kruipt voor Zijn kerk. O, welk een onderwijzing. Hij wijst aUeen op Christus. De Heere mocht de bediening van Zijn Heülgen Geest niet onthouden, opdat we de boodschap doorgeven mogen. Hij scherike wat we nodig hebben, een biddend, afhankelijk leven. Hierna eindigde Ds. Kok met dankgebed en werd gezongen Psalm 146 : 3. Vervolgens richttehij zich totzijn bevestiger. Ds. Van Dam. Er liggen banden, door God gelegd. Als we denken aan het woord dat u deze middag sprak, wie is tot deze dingen bekwaam! God neemt het voor Zijn knechten op. Hij ondersteune u, met vrouw en kinderen.

In zijn toespraak tot de afgevaardigden van de Classis Tholen memoreerde Ds. Kok hoe hij op de Classis heel hartelijk werd ontvangen. De Heere moge ons verwaai; digen het aUeen van Hem te verwachten.

Spreker hoopt dat met de burgerlijke overheid in liefde mag worden geleefd. Er zal echter alleen vrede zijn, als de rechte weg van Gods Woord wordt betreden. De Classis Dordrecht werd de zegen des Heeren toegewenst Dat er in Leerdam maar veel gebed mocht zijn, opdat de ledige plaats zou worden vervuld. In hartelijke bewoordingen richtte Ds. Kok zich tot de kerkeraad van Poortvliet en de catechisanten. Hij dankte voor het vde werk dat in korte tijd werd verricht God heeft gezorgd dat er een woning kwam. Het schoolbestuur, het hoofd der school, het personeel, de koster en de organisten werden hartelijk toegesproken. Het kerkbestuur der Ned. Herv. kerk werd dank gezegd voor het gebruik der kerk. Ds. Kok stelde het op prijs, dat Ds. Van Dijk, Ned. Herv. predikant en de predikant der Grer. Kerk aanwezig waren. De gemeente werd opgewekt om getrouw op te gaan naar Gods huis. Elke, lege plaats zal tegen on, s getuigen.

Ds. Kok werd toegesproken door Ds. J. Karens namens Classis en Part. Synode, en heette hem hartelijk welkom. Ds. Van Gust spreik enkde weimenende woorden als vriend. Eén der kerkeraadslaien van Leerdam sprak van de weemoed die de harten had vervuld, maar wat de Heere doet is welgedaan. Op zijn verzoek zong de gemeente Ds. Kok staande toe Psalm 134 : 4. Ds. Van Dijk, die namens de plaatselijke kerken het woord voerde, en burgemeester Van Doorn namens de burgerlijke gemeente, heetten Ds. Kok en zijn vrouw hartelijk welkom in dit kleine Zeeuwse dorp. De laatste spreker was ouderling Van Hout die namens de kerkeraad engemeentewoordenvanwèLkomrichttetotde predikant. Staande werd Ds. Kok toegézongeh Pssdm 25 : 7. Het was voordekleinegemeentevanPoortvlieteen dag om nooit te vergeten!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen