Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Medisch-ethische problemen bij het levenseinde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Medisch-ethische problemen bij het levenseinde

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

In een drietal artikelen willen wij de lezers in de gelegenheid stellen kennis te nemen van een lezing die door ds. A. Schreuder werd gehouden tijdens de predikantenconferentie op 31 augustus jd. te Rotterdam. De bedoeling van de lezing was, onze predikanten enige toerusting te geven in de moeilijke vragen waarvoor zij bij de begeleiding van zieken en stervenden kunnen komen te staan. Na enkele wijzigingen is de lezing omgewerkt tot een korte serie artikelen waarvan wij hopen dat ze hun nut kunnen hebben voor de lezers van ons kerkelijk blad.

(de redactie).

Wat is sterven?

Laten we met deze vraag beginnen. Sterven betekent dat de mens de tijdelijke dood ondergaat. Op het moment van sterven worden ziel en lichaam van elkaar gescheiden. Aangrijpend - iedere keer weer wanneer men er van nabij getuige van is. Ieder sterven, ieder levenseinde bepaalt ons niet alleen bij de vergankelijkheid van ons leven, maar ook bij de oorzaak van de dood, namelijk dat ons sterven een gevolg is van de zonde. Bij het uitblazen van de laatste adem gaat de ziel op dat moment God ontmoeten. De mens gaat over van de tijd in de eeuwigheid. Zijn lot is voor eeuwig beslist.

Mij is gevraagd in deze artikelen stil te staan vooral bij de medisch - ethische vragen die zich voordoen aan het sterfbed. Dit is een heel breed terrein. Ik hoop de lezers niet al te veel te vermoeien met allerlei ingewikkelde medische vraagstellingen. We willen proberen in enkele hoofdlijnen aan te geven met welke zaken men rond het sterfbed zoal geconfronteerd kan wor- den, zonder de pretentie te hebben volledig te zijn.

Eerst wil ik enkele algemene opmerkingen maken en dan op enkele onderwerpen wat specifieker ingaan.

Moment van sterven

Dit moment is door God bepaald. Dat weten we allemaal, maar in de praktijk van alle dag laten we ons zo snel leiden door onze eigen waarneming of door die van de dokter. Laten we ons er toch altijd van bewust zijn dat we nog niet in staat zijn één seconde vooruit te kunnen kijken. Dit geldt ook als het gaat om het levenseinde.

De leeftijd waarop iemand sterft kan heel verschillend zijn: nog voor de geboorte, heel jong, in de kracht van het leven, in de dag van de ouderdom.

Alle sterven is erg, maar Gods Woord laat ons toch zien dat sterven van kinderen, menselijk gezien dubbele smart geeft.

De omstandigheden kunnen ook zo heel verschillend zijn: plotseling overlijden door een ongeval of als iemand de hand aan zijn leven slaat, na kortstondige ziekte of na een langzaam afgebroken worden van het lichaam. Leeftijd en omstandigheden hebben vaak grote invloed op de wijze hoe de rouw wordt verwerkt.

Wanneer is iemand stervende ?

Deze vraag is gemakkelijker te stellen, dan te beantwoorden. Laten we voorzichtig zijn met stellige uitspraken. God is het Die het stervensuur bepaalt! Moeilijk is bijvoorbeeld soms het onderscheid te zien tussen ernstig ziek zijn en stervend zijn.

Als we in onze woordkeuze aan het ziekbed en in het gebed, in de berichtgeving als ambtsdragers naar de gemeente toe, dit onderscheid niet goed maken, kan dat veel verwarring geven. Ook sommige gemeenteleden is in dit opzicht enige sensatielust niet vreemd! Ons aller leven is een handbreed gesteld, maar met voorbijgaan aan onszelf is men zo gauw geneigd dat handbreed bij een ander vast te stellen.

Dan ontstaat er een grote kloof tussen werkelijkheid en weergave van de werkelijkheid. En als het dan weer wat beter gaat, dan hoor je mensen zo gauw het woord 'wonder' in de mond nemen maar zo weinig schuld erkennen dat ze een en ander helemaal verkeerd hebben ingeschat. Zonder de ernst van een ziekte te onderschatten past ons in deze ook een zekere mate van - mag ik het zo noemen? - bijbelse nuchterheid. Daarmee bedoel ik geen kilheid en onverschilligheid, maar een niet verder willen spreken dan het moment in het besef, dat ook de toekomst van deze zieke in Gods Hand ligt.

Nog een andere moeilijke situatie doet zich voor als iemand het bericht krijgt dat hij/zij ongeneeslijk ziek is. Zonder de ernst van het bericht te ontkennen, is het wel nodig om goed onderscheid te maken tussen het bericht van de dokter en een bericht van Boven. De dokter kan de ernst op dat moment constateren op grond van zijn medische kennis en wel verwachtingen uitspreken over het verloop vanuit de aard van de ziekte. Maar hoe het verloop zal zijn van de ziekte bij deze patiënt weet hij ook niet met volle zekerheid. In dat opzicht is de dokter ook maar een mens! In het verdere van deze artikelen ga ik uit van de situatie dat vaststaat dat iemand stervende is.

Medisch-ethische vragen in de stervensfase

De stervensfase zou ik willen omschrijven als die fase in het mensenleven waarin het levenseinde naar medische maatstaven aanstaande is en waarbij geen op genezing gerichte behandeling meer mogelijk is. Wat nog overblijft is verpleging en verzorging. De stervensfase kan heel verschillend beginnen. Ik noem enkele mogelijkheden

Het eerste voorbeeld: iemand komt door een ernstige beroerte, ongeval of hartaanval in coma, wordt acuut opgenomen op de intensive care. Alles wat medisch mogelijk is wordt in het werk gesteld om het leven te behouden maar het ergste wordt gevreesd omdat er steeds verdere achteruitgang optreedt.

Tweede voorbeeld: iemand is op hoge leeftijd gekomen. Elk jaar zie je dat de krachten meer en meer wijken. Het lichaam verzwakt steeds meer. Door een ernstige longontsteking komt de patiënt op het bed terecht dat uiteindelijk het sterfbed zal worden. Het leven, zoals dat wel eens in de volksmond wordt genoemd, gaat als een nachtkaars uit.

Een derde voorbeeld: iemand is gekomen in het eindstadium van een ongeneeslijke ziekte. De behandeling is gestopt. De patiënt is, medisch gezien, opgegeven. Het kankerproces woekert verder, de patiënt heeft veel pijn en het lichaam wordt per dag verder afgebroken.

In alle drie de voorbeelden is sprake van een stervensfase, daarin verschillen ze niet.

Wel kan er zich een groot verschil voordoen in de medisch-ethische beslissingen die bij deze stervenden genomen moeten worden. In het eerste voorbeeld kan zich de vraag aandienen 'hoe lang nog doorgaan? ' In het tweede voorbeeld kan het moment aanbreken dat de patiënt niet meer eet en drinkt. Wat dan? Over deze medisch-ethische vraag is het afgelopen jaar in de media uitvoerig gediscussieerd. Men heeft er een nieuw woord bij bedacht: versterving. In het derde voorbeeld waar de patiënt ontzaglijk lijden doormaakt, kunnen medischethische vragen rondom pijnbestrijding en euthanasie zich opdringen.

Met deze drie voorbeelden wil ik alleen duidelijk maken dat zich bij het ene sterfbed heel andere en veel moeilijker medisch-ethische vragen kunnen voordoen dan bij het andere. ledere situatie is anders en iedere stervende is een uniek mens, laten we dat altijd voor ogen houden om niet al te snel te vervallen in algemene waarheden ... die soms wel gelding hebben in de ene simatie maar juist niet in de situatie waar we voor geplaatst worden.

Waar sterft iemand?

Ik noem u drie plaatsen waar mensen doorgaans sterven: thuis, in het verpleeghuis en in het ziekenhuis. De medisch-ethische problemen verschillen met de plaats waar de patiënt sterft. De ene plaats kan vragen oproepen, die op een andere plaats nooit gesteld worden. Of die in een andere situatie een heel ander karakter krijgen. Ik noem een voorbeeld. Bij een stervende die thuis liefdevol verzorgd wordt, zullen in het eindstadium vragen rondom versterving eigenlijk niet gesteld worden, terwijl in een verpleeghuis met personeelskrapte en weinig tijd voor de patiënt die vraag al heel snel op kan komen.

Als men het sterven thuis medisch beoordeelt, dan kun je soms de vraag stellen of je de patiënt niet veel onthoudt. Thuis is het aanleggen van een infuus, om maar een voorbeeld te noemen, niet mogelijk. Extra vochttoediening zou het leven misschien nog enkele dagen kunnen verlengen. Als je het sterven echter beoordeelt vanuit de patiënt en zijn familie dan is er juist veel voor te zeggen om de stervende in zijn vertrouwde omgeving te laten. Zo zien we dat situaties die vroeger nooit discussie gaven, omdat de mogelijkheden er niet waren, dit nu wel doen. We leven nu in een tijd met vele mogelijkheden waardoor wat vroeger vanzelfsprekend was, nu wordt tot een bewuste keuze. En waar een mens moet kiezen, daar komen de vragen wat mag en wat goed is. En dan is het antwoord niet altijd zo eenvoudig.

Ik geloof dat we in deze omstandigheden moeten oppassen met al te stellige antwoorden maar de zaak soms moeten laten liggen voor het geweten van de mensen. Wel is het dan de taak van de ambtsdrager om de patiënt en familie te helpen een beslissing te nemen die ze voor Gods aangezicht kunnen verantwoorden. Wat geldt voor een beslissing om wel of niet opgenomen te worden, dat geldt omgekeerd ook: als men namelijk in het ziekenhuis niets meer kan doen dan alleen verzorging en verpleging. In dat geval kan de ene patiënt graag naar huis willen om daar te sterven, terwijl een ander (of de familie) juist meer rust vindt als de patiënt in het ziekenhuis blijft. Geluklcig is er in onze tijd een toenemende aandacht voor het overlijden thuis. Ik ben van mening dat we daar blij mee mogen zijn. Bevorderen van de terminale thuiszorg vanuit de diaconie - ook financieel - is een goede zaak.

Beekbergen,

ds. A. Schreuder.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1998

De Saambinder | 12 Pagina's

Medisch-ethische problemen bij het levenseinde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1998

De Saambinder | 12 Pagina's