Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Olevianus spreekt over de Heilige Doop, de kinderdoop inbegrepen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Olevianus spreekt over de Heilige Doop, de kinderdoop inbegrepen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

Calvijn schreef in 1536 al over de ernstige beroerten, die niet ophielden te woeden in de kerk. Deze werden met name veroorzaakt door grote verschillen met betrekking tot de leer van de Heilige Doop.

Olevianus, met Ursinus opsteller van onze catechismus (1563), zal in zijn boek: „De getuigenissen van het genadeverbond" deze belangrijke zaak zeer zeker hebben aangesneden om met de zuiverheid van de Bijbelse leer van de Doop de vrede binnen Christus' gemeente te dienen. Dat moge ook de tendens van deze artikelen zijn.

„De getuigenissen van het verbond der genade" is het derde boek van drie samenhangende geschriften van Olevianus, die in 1584 te Herborn verschenen, waar hij predikant was en tevens de grote stimulator (naast Graaf Jan van Nassau) van de reformatorische hogeschool ter opleiding van predikanten. In het eerste boek behandelt Olevianus de apostolische geloofsbelijdenis; in het tweede deel spreekt hij over het wezen van het genadeverbond tussen God en de uitverkorenen, benevens over de middelen, waardoor dat wezen ons medegedeeld wordt; in het derde deel werkt hij dit laatste uit onder het opschrift: „Van de getuigenissen van het genadeverbond".

Zoals u zult vermoeden, volgt Olevianus in dit laatste deel op de voet de mede door hem opgestelde catechismus.

Met „de getuigenissen" denkt hij aan het heilig Evangelie, waardoor de Heere het geloof door de kracht van de Heilige Geest werkt (en dagelijks werkt) in de harten van de uitverkorenen, die door genade Ieren belijden, wat hun enige troost is geworden in de weg van wedergeboorte, geloof en bekering, beide in het leven en sterven. (Ant. 1 der H.C.). Door deze getuigenissen van het Woord schept de Heere niet alleen het geloof in het hart van de uitverkorenen, maar Hij onderhoudt en vermeerdert het ook en» doet hen delen in het wezen van het genadeverbond, zoals dit uitgedrukt wordt in wat een bevestigd kind des Heeren belijdt (antw. 20) door het geloof (anwt. 21) naar het Evangelie (antw. 18) in de apostolische geloofsbelijdenis (antw. 23 t/m 58).

Waar begint nu de leer der Godzaligheid, waarin Olevianus ons wil onderwijzen? Zoals wel wordt beweerd bij vraag en antwoord 20, waar

we de belijdenis horen van wat het geloof deelachtig is in Christus? Wordt dit onderwijs gegeven aan hen, die door de genade des geloófs Christus zijn ingelijfd en in de oefeningen van dat geschonken (Olevianus spreekt van een geschapen) geloof Christus en al Zijn weldaden mogen aannemen? Begint Olevianus, wanneer hij spreekt over de middelen, waardoor het wezen des geloofs Gods uitverkorenen wordt medegedeeld, daar?

Dat wordt wel beweerd door zovelen, die Olevianus een verbondstheologie toeschrijven, die we onmogelijk in zijn geschriften (en zeker niet in de catechismus) kunnen terugvinden; die er met andere woorden opgelegd wordt als op een stramien, waarop de inhoud van de catechismus wordt gespannen.

Neen! Olevianus houdt zich aan wat hij noemt de orde, die de Heere volgt, wanneer Hij de Zijnen brengt tot het doen delen in de beloften der zaligheid of, met andere woorden, doet delen in het verbond der genade. Deze orde omvat: zaligmakende kermis van ellende, van verlossing en dankbaarheid.

Olevianus volgt deze orde, die in zijn leer van de Doop telkens weer ter sprake wordt gebracht. Eerst gaat hij na, hoe de Heere door de bediening van de Wet de uitverkorenen nederstort in de duisternis des doods; zij ontvangen een gevoel van die duisternis en haar verschrikkingen. De Heere trekt hen echter met Zijn liefde en wekt in hen een begeerte om met God verzoend te worden. Ze gaan hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, (vraag en antwoord 3 t/m 11).

Dan volgt, wat Olevianus herhaaldelijk noemt, de onderhandeling tussen de Heere en de zaligmakend overtuigde zondiaar. De Heere voegt aan de duisternis en de verschrikking vanwege de zonden en ellende toe de beloften, in het Evangelie geopenbaard, (vraag en antwoord 12 t/m 17). De hemelse Vader schept dan door de prediking van het Evangelie het geloof in het hart van Zijn uitverkoren Gemeente (vraag en antwoord 18 t/m 20). Hij maakt ze door Zijn Woord en Geest levend, horend, ziende, opdat zij door het ingeschapen geloof de Zoon van God gewillig mogen aannemen, omhelzen en tot hun eeuwige blijdschap mogen genieten, (vraag en antwoord 21). Door het geloof, dat de Heere door Zijn Woord en Geest krachtig werkzaam maakt (vraag en antwoord 23 t/m 58), mogen zij in Christus en in Zijn gerechtigheid, die hun toegerekend wordt, delen (vraag en antwoord 60) en worden zij begenadigd met de Geest der heiligmaking, door Welke de Heere hen vernieuwt tot bekering.

Dan komt Olevianus, de catechismus volgend, tot de sleutelen van het hemelrijk, (vraag en antwoord 83 t/m 85), waarop dan in zijn wijze van behandeling de leer der sacramenten volgt. We hebben deze orde, dié in de onderhandeling van de Heere met de Zijnen leidt tot het toestemmen des geloofs, gevolgd, omdat in Olevianus' Bijbelse leer omtrent de Doop deze gegevens telkens terugkeren.

P. Kuijt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 1981

De Saambinder | 8 Pagina's

Olevianus spreekt over de Heilige Doop, de kinderdoop inbegrepen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 1981

De Saambinder | 8 Pagina's